Na de tegenvaller De Wet dan maar deze grote klassieker gepakt, hopende dat deze beter leesbaarder en interessanter zou zijn. Gelukkig wel, de volle 600 pagina’s lang.
We volgen een koopmansfamilie te Lübeck zo’n goede 45 jaar lang. Hoewel, niet zozeer een familie (zoals de plot stelt) maar eerder Tony en Thomas Buddenbrook, met kort hun vader en zoon Hanno aan het eind. Maar deze broer en zus zijn de hoofdpersonen. Bij het begin van het verhaal leven zij al, tegen het eind enkel Tony nog maar Thomas tot bijna aan het eind ook. De opkomst van het geslacht, de opbouw van het bedrijf, dat krijgen we niet mee. Aan het begin is het reeds een voorname familie en neemt Johann jr. de zaak over van vader, vanaf dan kan het enkel naar beneden gaan.
En dan is er dus ruim de tijd voor de verschillende personages. Thomas is een nette jongeman, en verandert langzaam in een zekere oudere man en uiteindelijk in een hoopje ellende. En dan Christian, voor niets goed, maar niet per se een slecht persoon. Hij kan het gewoonweg niet. De overige personages worden net voldoende uitgewerkt om ze te laten leven, maar het blijven bijpersonen, zelfs Johann jr. en Hanno . Maar het absoluut mooiste personage is Tony. Wat het is met (mannelijke) schrijvers en jonge meisjes, geen idee, maar ze zijn altijd prachtig uitgewerkt. Of het nu Natasja uit Oorlog en Vrede of Sonja van Dostojevski is, altijd heerlijk verbeeld. Zo ook deze Tony. Van naïef jong ding (‘Een gansje was ik’) tot behoedster. Nu eens een zeur, tot het vervelende af, dan weer volledig voor de familie met een groot hart en ook gewoon een goede moeder.
Nu lijkt Mann in meer op zijn illustere Russische voorgangers. Hij heeft een zelfde verteltrant. Een alwetende verteller, deze kruipt in de geest van de belangrijke personages, geeft ruim beschrijvingen van anderen, zowel in hun uiterlijk, innerlijk als achtergrond. Ook het hele leven is mooi opgetekend, evenals de stad Lübeck, de politiek, de handel, de vakanties en ga al maar door.
En dan het verval, of eerder de verandering in de familie. Het is niet zozeer enkel deze familie, een familie waar we Manns eigen afkomst in kunnen herkennen, maar staat ook voor de bourgeoisie in het algemeen. Dit is af en toe prachtig weergegeven. Het verdwijnen van God en zekerheid met Thomas, het uiterlijk vertoon van hem dat hij belangrijk acht, ook al gaat het minder, het chocodrankje bij het ontbijt, de rottende tanden van het vele slechte eten, maar ook het verdwijnen van het Frans met de volgende generaties. Mann zelf is een schrijver, een kunstenaar, die getuige enkele passages ook veel van muziek af weet. Ik denk ook dat hij niet die losgekomen vrije geest (die Freud hierboven noemt) van Hanno als het kwaad ziet, wellicht wel de decadentie van dure kleren en goed voedsel. Mede door zijn eigen geschiedenis die hierin is verwerkt is dit wel degelijk een commentaar, met al zijn eigenschappen.
Dan houden we nog enkele schitterende scènes over met de vakantie in Travemünde en de schooldag van Hanno (die laatste zin, heerlijk) als hoogtepunt. Ook de rest is interessant en afwisselend genoeg, Dan weer een gedachte van Mann, dan weer een stuk in briefvorm. Daarnaast weet Mann altijd snel aan het begin van een hoofdstuk duidelijk te maken wat er komen gaat, of in wat voor periode de familie leeft. Dat getuigt van groot schrijverschap, en dat al op je 26e.
Zo kan ik wel even doorgaan, over hoe subtiel het verval is opgetekend, of nog meer over de personen, maar ik kan ook enkel zeggen: lees het en ontdek het zelf! De wet was inderdaad een incident lijkt het, en ik ben benieuwd naar meer werk van Thomas Mann.
5*, absoluut.