Maagdenburgse Halve Bollen en Andere Gedichten - Gerrit Komrij (1968)
Nederlands
Gedichtenbundel
Psychologisch / Sociaal
48 pagina's
Eerste druk: De Arbeiderspers,
Amsterdam (Nederland)
Toen Komrij in 1968 met deze gedichtenbundel debuteerde viel vooral de vorm van de gedichten op, die met hun regelmaat (drie strofen van vier vijfvoetige jamben) ver afweek van het door de vijftigers tot norm gemaakte en in 1968 allang ingeburgerde vrije vers. Ook het aan Staring ontleende motto leek de gedichten te plaatsen in een neo-romantische stroming. Het idioom is niet typisch twintigste-eeuws met woorden als 'melodrama', 'dertienmaster' en 'pluisfluwelen pakje'. Toch valt nu naast alle referenties aan de negentiende eeuw ook de moderne inhoud op: kroketten, marktterras, diepvries en zebrapaden; het moderne leven is niet aan de dichter voorbij gegaan en in de bundel heeft het stadsleven zich tussen de plattelands-idyllen gezeteld. Het is het thema van de onbevangenheid tegenover verval en dood, dat ook in zijn verdere werk een niet uit te vlakken rol speelt.