Het Waait - Marjoleine de Vos (2008)
Nederlands
Gedichtenbundel
Psychologisch
45 pagina's
Eerste druk: Van Oorschot,
Amsterdam (Nederland)
In deze bundel, die is ingedeeld in drie afdelingen, wordt de levenswandel van de mens op een klassieke manier beschreven. Levensfasen zijn gelijkgeschakeld met de seizoenen. In de eerste afdeling, ‘Een koe dan’, staat de jonge dichteres centraal, die nadenkt over haar positie in de wereld. In het eerste deel van de afdeling zijn de gedachten van de dichteres sterk gericht op het aardse. Ze geniet van de natuur om haar heen en de ontluikende lente. Ze realiseert zich dat ze als mens fundamenteel anders is dan de dieren. Zij is ‘begiftigd’ met de rede en dus probeert ze alles te verklaren. Ze wenst in het eerste gedicht dat ze een koe zou kunnen zijn en dan helemaal niet bezig zou hoeven te zijn met levensvragen en het goddelijke. En toch vermoedt ze dat ook de koe misschien wel iets denkt, dat ze ‘alom’ moet zijn om het denken te kunnen uitschakelen. Geleidelijk aan verschuift de aandacht naar het goddelijke. In de tweede afdeling, ‘Wijs wie chaos ziet’, staan herfst en winter centraal, die symbolisch zijn voor het ouder worden van de mens. In de eerste helft van de afdeling (over de herfst) lijkt de dichteres het ouder worden nog niet geheel te accepteren. In het gedicht ‘Zo zou het zijn’ ziet de dichteres zichzelf als oude vrouw en beseft ze dat ze altijd al zo wilde worden. Maar als ze ouder wordt en die grijze vrouw daadwerkelijk in het verschiet ligt, lijkt ze het toch nog niet te kunnen accepteren. In de laatste afdeling, ‘Je volgt de weg tot je hem kwijt’, staan gedichten over de dood. Hier is het niet langer één seizoen dat inzicht geeft, elk seizoen zou op een eigen manier iets over de dood kunnen vertellen. In het gedicht ‘Gedachtenis’ wordt de dood in verband gebracht met de lente. In een gedicht over De Vos’ alter ego, mevrouw Despina, wordt de dood juist in verband gebracht met de winter.