American Beauty werd al eens geschreven in 1949 en heette toen Death of a Salesman. Dezelfde thema's als in Sam Mendes en Alan Balls machtige film worden hier aangesneden, op een even scherpe manier: de American Dream die langzaamaan wordt stukgeprikt, het gezinsleven dat uit elkaar valt, de verstikkende gevolgen van status najagen, de markt die de samenleving geworden is en de onmacht om hier mee te leven. Het is dus geen toeval dat de vorige buren van de Burnhams in American Beauty Loman heetten.
Voor de buitenwereld zijn de Lomans perfect, met al het gebruikelijke uiterlijk vertoon, maar binnenshuis rammelt het overal. Dat cliché werkt Arthur Miller op een adembenemende manier uit. Willy Loman is een loser waar je medelijden mee krijgt. Zijn job begint op hem te wegen, zijn baas spot met hem omdat hij niet beseft dat wat je in het leven niet verkopen, niets waard is, hij is zijn vrouw beu en de relatie met zijn zoons wordt alsmaar moeilijker. Waar is het toch allemaal misgelopen?
Om dat duidelijk te maken, hanteert Miller een geniale techniek. Als in een droom lopen heden en verleden in elkaar over, Willy's herinneringen verschijnen alsof het gewone scènes in het stuk zijn. In het begin is het even wennen aan dit bevreemdende element (ik heb het stuk enkel gelezen, nog nooit opgevoerd gezien), maar na een tijd ga je het zeker appreciëren. Dat geeft het stuk iets extra, net als Lester Burnhams (dag)dromen in American Beauty. Die herinneringen en dromen kan je niet vasthouden, en niet toevallig slaagt Willy er ook niet in om zijn leven in de hand te houden.
Death of a Salesman is een magistraal stuk over gegoede burgers die falen in het leven omdat ze verblind zijn door status en bezit, over Amerika en de Amerikanen. Niet toevallig zijn de laatste woorden 'We're free. We're... free.'