menu

Circe - Madeline Miller (2018)

mijn stem
4,09 (11)
11 stemmen

Engels
Fantasy / Avontuur

393 pagina's
Eerste druk: Little, Brown and Company, New York (Verenigde Staten)

In het huis van Helios, de god van de zon en de machtigste van de Titanen, wordt een dochter geboren. Maar Circe heeft noch het uiterlijk, noch de stem die past bij een goddelijke status en ze wordt geminacht en verworpen door haar verwanten. In toenemende mate geïsoleerd, richt ze zich tot stervelingen voor gezelschap, waardoor ze een kracht ontdekt die verboden is voor de goden: hekserij. Wanneer de liefde Circe ertoe brengt om een duistere vloek uit te spreken, verbant de vertoornde Zeus haar naar het afgelegen eiland Aiaia. Daar leert ze haar occulte ambacht te verbeteren, al kracht puttend uit de natuur. Maar ze zal niet altijd alleen zijn. Velen zijn voorbestemd om ook de plaats van ballingschap van Circe te ervaren en daarmee raakt hun lot verstrikt met dat van Circe. Zoals de god Hermes, brenger van boodschappen, of de ambachtsman Daedalus, of de bemanning van een schip met als lading het gulden vlies, of nog de sluwe Odysseus, op zijn epische reis naar huis. Voor een eenzame vrouw is deze wereld gevaarlijk en de onafhankelijkheid van Circe wekt zowel woede op bij mensen, als bij goden. Om te beschermen wat haar dierbaar is moet Circe beslissen of ze thuishoort bij de goden, waaruit ze is geboren, of bij de stervelingen waar ze van is gaan houden.

zoeken in:
PQV00
Is The Song of Achilles het levensverhaal van Akhilleus, verteld door Patroklos, en daarmee voornamelijk gebaseerd op de Ilias, waarbij Madeline Miller zich de nodige vrijheden veroolooft ten opzichte van het origineel, dan is dit boek voornamelijk gebaseerd op de Odysseia, opnieuw met de nodige vrijheden en uiteraard met verwijzingen naar gebeurtenissen die verhaald worden in de ‘Ilias’. Dus het levensverhaal van Circe (de Latijnse schrijfvorm van het Griekse Kirke) door haar zelf verteld. Vooropgesteld: beide klassieke Griekse werken behoren niet tot mijn persoonlijke achtergrondkennis of het gedachtegoed waarmee ik ben grootgebracht. Maar gelukkig heb ik in dat opzicht twee personen die mij haarfijn de zaken kunnen uitleggen en is Wikipedia, met de nodige voorzichtigheid, een informatiebron.
In de ‘Odysseia’ komt Kirke pas naar voren wanneer Odysseus op haar eiland aan land gaat. In dit boek wordt begonnen met haar geboorte als dochter van de zonnegod / Titaan Helios en daarmee is zij tevens onsterfelijk. Wat voor haar slechts een moment lijkt betekent voor een sterfelijk wezen lange tijd. Dus is zij bij de ontmoeting met Odysseus eigenlijk in vergelijking vele honderden jaren oud, maar lijkt nog jong.
Opnieuw staan in deze roman zaken geschreven door Madeline Miller die of onjuist (b)lijken of historisch onjuist.

Op pag. 11 schrijft MM: ‘Four more children were born, … until at last, in desperation, Rhea swaddled a stone and gave it to him to swallow instead. Kronos was deceived, and the rescued baby, Zeus, was taken to Mount Dicte to be raised in secret.’
Op pag. 111 wordt zulks echter: ‘Mount Dicte, it is called. … and in one of its shadowed caves Zeus himself was born and hidden from his devouring father.’
Volgens de mythen gebeurde een en ander zo: Toen Rhea aanvoelde dat haar zesde kind geboren zou worden, ging zij te rade bij haar moeder Gaia om een plan te bedenken het kind te redden, zodat het kind later Kronos zou kunnen straffen voor diens daden tegen zijn eigen vader Ouranos en wat hij zijn voorgaande kinderen had aangedaan. Rhea verschool zich op Kreta waar Zeus werd geboren en gaf Kronos toen een in luiers omwikkelde steen die hij prompt inslikte.

Op pag. 68 schrijft zij: ‘The doors of the house were broad oak, banded with iron.’ En op de volgende pagina: ‘… my thumb across the knives, bronze and iron, but …’
Dan op pag. 120: ‘… the creature’s new cage. It was … forged of a silver-grey metal. … smooth and thick as saplings. I could smell the iron in it, but what more I could not tell.’
De wapens en wapenrustingen die Homeros in de ‘Iias’ en ‘Odysseia’ beschrijft waren gemaakt van brons. De val van Troje (archeologisch Troje VII) valt samen met de ineenstorting van het Bronzen Tijdperk rond 1177 voor de huidige jaartelling (zie ook: Collapse of the Bronze Age, The End of the Bronze Age en 1177 B.C.: The Year Civilization Collapsed). De Hettieten wisten echter al tussen 1400 en 1300 voor de huidige jaartelling ijzer te bewerken, getuige de vondst van een ijzeren dolk met gouden heft, versierd met halfedelstenen, gevonden in het graf van Tutankhamun, toegeschreven als een geschenk van de koning der Hettieten (Suppiluliuma I?) aan de farao van Egypte.

Het verhaal van Circe begint op pag. 1 en eindigt op pag. 333 (paperback versie, geldt ook voor alle verwijzingen naar pagina’s in dit bericht), maar het is pas op pag. 174, dus voorbij het midden, dat Odysseus voor haar verschijnt, hoewel Hermes haar diens komst lang tevoren heeft voorspeld.

Waar in The Silence of the Girls Odysseus (onjuist) degene zou zijn geweest die Astyanax (het zoontje van Hektor en Andromache) na de inname van Troje heeft gedood door hem van de akropolis naar beneden te werpen, noemt Madeline Miller in dit boek correct Neoptolemos / Pyrrhus (de zoon van Akhilleus en Deidameia) als de dader daarvan.

Zelfs voor iemand als ik zonder veel achtergrondkennis van de personen, omstandigheden, gebeurtenissen en wat dies meer zij een onderhoudend, vaak spannend, boek dat door mij als een grote ‘fantasy’ werd gelezen.

4,0
@ PQV00: zie (ook) PS

Na drie keer “Troje anders” (Madeline Miller: The Song of Achilles, Pat Barker: The Silence of the Girls en Natalie Haines: A Thousand Ships, zie mijn commentaren aldaar) nu geen verhaal-met-historische-inslag anders verteld, maar eentje zonder anders verteld. In die andere verhalen vond ik die goden niet goed passen, maar dit is een puur mythologische context en dat verandert de zaak. Bovendien, ook al vond ik het boek af en toe en tikkeltje langdradig, van Circe heeft MM een bijzonder overtuigend, zelfs hemels personage gemaakt. Uiteraard niet helemaal “volgens de overlevering”, maar die kent ook wel zijn varianten en afwijkende versies. Als je erin slaagt een geloofwaardige herschepping te produceren, niet bv. zoals de film Troy (een miskleun waarin de vele afwijkingen van het origineel geen enkele zinnige reden hadden) is er niets aan de hand. Wat mij betreft, slaagt MM met vlag en wimpel.

PS Over “onjuistheden”. Zoals daarnet aangegeven, mag een auteur “zich de nodige vrijheden (veroorloven) ten opzichte van het origineel”, al is niet elke vrijheid zonder meer oké. Maar over mythologische juistheid kan altijd zwaar gediscussieerd worden: welke versie is immers de juiste?
Anders ligt het bij “historische juistheid”. Zo heeft MM het over “ijzer”, terwijl de Ilias en Odyssee te situeren zijn in de late Bronstijd. Dat neemt echter niet weg dat “ijzer” in beide verhalen wel degelijk voorkomt: σίδηρος / sídēros komt, inclusief verbogen vormen, 14 keer voor in de Ilias. Weliswaar is dat telkens op het einde van een versregel, zodat het mogelijk om metrische redenen was, en vaak in een opsomming van kostbare metalen (bv. … brons en goud en ijzer …). Ook opmerkelijk: het was πολύκμητός / polykmētos, met moeite vervaardigd, en dus duur, wat overeenstemt met het feit dat het aanvankelijk moeilijk te maken was (geen zuiver erts, hoger smeltpunt) én dat het in de Ilias geregeld als (waardevolle) prijs fungeert. Er zijn trouwens enkele schaarse voorbeelden van ijzeren voorwerpen uit de Bronstijd, bv. een getand mes uit Lesbos en een dolk uit Mycene, maar het gebruik van ijzer was niet algemeen. Dat was al anders in Homeros’ tijd, 4 eeuwen later, en daar komt dan ook zijn ijzer in wezen vandaan (net zoals kleding, huisraad, wapens, en zelfs mentaliteit).

Het “ijzer” van MM is dus niet per se “fout” te rekenen. Maar je kunt het anders beargumenteren. Je voorbeelden gaan immers niet over Ilias of Odyssee, maar over een onbepaalde tijd voordien. De onsterfelijke Circe is bij aankomst op Aiaia (p.68-69) nog relatief jong, terwijl ze ik-weet-niet hoeveel (eeuwen) ouder is als ze op Kreta de geboorte van de Minotaurus meemaakt. Het eerste valt niet nader te berekenen, het tweede is te relateren aan de Minoïsche beschaving (ca. 3de millennium v. C. tot ca. 16de eeuw v. C.), en m.b. Knossos, dat zowat 4000 jaar oud is. Het ijzer van MM “is” er dus al een kleine duizend jaar voor de IJzertijd, en de vraag is hoeveel vroeger Aiaia is. Honderd(en) generaties? Dan is dat ijzer stilaan wel degelijk een anachronisme. Anderzijds: het gaat hier wel om gebouwen van godenfiguren: voor hen gelden de menselijke beperkingen dan weer niet, ook niet wat ijzer hebben/maken/gebruiken betreft.

PS2 Er kan een probleem zijn met je datering van de val van Troje. Die valt samen met de inval van de zogenaamde Zeevolken. Het is weinig waarschijnlijk dat de Myceners uitgerekend dan Troje zouden verwoesten, te meer omdat zij zelf al zwaar over hun hoogtepunt heen waren: omstreeks 1200 v.C. is het vet al zodanig van de Myceense soep, dat ze niet meer in staat waren tot een dergelijke oorlog. Het laatste woord wat de Trojaanse oorlog betreft (wie? wat? wanneer? …) is nog lang niet gezegd.

avatar van Οὖτις
4,0
Grappig. De Duitse versie van dit boek heet Ich bin Circe en de Turkse ... Ben, Kirke. En voor de duidelijkheid: Ben, Kirke betekent letterlijk Ik, Kirke.

Steve555
Gelijk de prequel The Joker (2019) toont hoe Joker’s alter ego allengs gekneed en misvormd raakt in de mangel van het leven en aldus tot de bekendste antagonist van Batman verwerd, zo trakteert Miller de lezer op een aan haar weelderige fantasie ontsproten en buiten de lijntjes kleurende voorgeschiedenis van het klassieke relaas van Circe - geminacht en wrokvol tovenares uit De Odyssee - en voert hem op onconventionele wijze - zo schuwt ze bijvoorbeeld geenszins een contaminerende overlap met andere mythes en spant deze voor haar karretje naar believen - mee langs sleutelmomenten en ijkpunten in haar leven aan de hand waarvan de beweeggronden van Circe bij Homerus wellicht iets inzichtelijker uit de doeken worden gedaan. Waar uiterlijke omschrijvingen en kenschetsen in klassieke vertellingen wellicht niet altijd even goed uit de verf komen kwakt Miller op plastische en bepaald niet zuinige wijze klodders petrichor en ambrozijn op de tabula rasa van onze verbeelding, hangt de klassieke nietszeggende mythologische dode ledenpopgeraamtes van weleer warmbloedige lappen vlees in en
blaast deze nieuw leven in maar geeft vooral karakterologisch smoel aan onze godin. Met mooi en vindingrijk proza beschrijft Miller de handel en wandel van een naar een eiland verbannen goddelijke dochter van de zon (en nichtje van de maan) van hoge komaf maar laag in aanzien, en laat ons haar strubbelingen en successen mee(be)leven vanuit de eerste persoon. Het boek Zorba De Griek lijkt mij ergens een Circe op te voeren maar helemaal zeker ben ik niet. De vorm houdt grofweg het midden tussen de klassiek archaïsche stijl en de eveneens met conventies brekende maar mijns inziens net iets te droogkomische invalshoek van Stephen Fry. Liefhebbers van het psychologisch genre komen bij Miller meer aan hun trekken. Met veel plezier gelezen en nergens scheef.

Het Engelstalige origineel niet gelezen hebbend kan ik me gezien de hoogstaande kwaliteit van de Nederlandse vertaling toch nauwelijks voorstellen dat er zelfs maar een weinig onrecht gedaan is aan de oorspronkelijke tekst.

Steve555
geplaatst:
Steve555 schreef:
Gelijk de prequel The Joker (2019) toont hoe Joker’s alter ego allengs gekneed en misvormd raakt in de mangel van het leven en aldus tot de bekendste antagonist van Batman verwerd, zo trakteert Miller de lezer op een aan haar weelderige fantasie ontsproten en buiten de lijntjes kleurende voorgeschiedenis van het klassieke relaas van Circe - geminacht en wrokvol tovenares uit De Odyssee - en voert hem op onconventionele wijze - zo schuwt ze bijvoorbeeld geenszins een contaminerende overlap met andere mythes en spant deze voor haar karretje naar believen - mee langs sleutelmomenten en ijkpunten in haar leven aan de hand waarvan de beweeggronden van Circe bij Homerus wellicht iets inzichtelijker uit de doeken worden gedaan. Waar uiterlijke omschrijvingen en kenschetsen in klassieke vertellingen wellicht niet altijd even goed uit de verf komen kwakt Miller op plastische en bepaald niet zuinige wijze klodders ichor en ambrozijn op de tabula rasa van onze verbeelding, hangt de klassieke nietszeggende mythologische dode ledenpopgeraamtes van weleer warmbloedige lappen vlees in en
blaast deze nieuw leven in maar geeft vooral karakterologisch smoel aan onze godin. Met mooi en vindingrijk proza beschrijft Miller de handel en wandel van een naar een eiland verbannen goddelijke dochter van de zon (en nichtje van de maan) van hoge komaf maar laag in aanzien, en laat ons haar strubbelingen en successen mee(be)leven vanuit de eerste persoon. Het boek Zorba De Griek lijkt mij ergens een Circe op te voeren maar helemaal zeker ben ik niet. De vorm houdt grofweg het midden tussen de klassiek archaïsche stijl en de eveneens met conventies brekende maar mijns inziens net iets te droogkomische invalshoek van Stephen Fry. Liefhebbers van het psychologisch genre komen bij Miller meer aan hun trekken. Met veel plezier gelezen en nergens scheef.

Het Engelstalige origineel niet gelezen hebbend kan ik me gezien de hoogstaande kwaliteit van de Nederlandse vertaling toch nauwelijks voorstellen dat er zelfs maar een weinig onrecht gedaan is aan de oorspronkelijke tekst.

avatar van J.Ch.
geplaatst:
Ik zocht in de bibliotheek een ‘dwarsligger’ voor op vakantie en zo viel mijn oog op Circe. Niet veel later haalde ik op de meest willekeurige momenten en plaatsen dit boek tevoorschijn; want zeker het eerste deel van het verhaal was het boek erg moeilijk weg te leggen.

Voor zover ik mij kan herinneren is dit de eerste keer dat ik lees vanuit het perspectief van een god zelf. Opvallend hierbij is dat de Olympische goden grotendeels op afstand blijven en het verhaal vooral bevolkt wordt door mindere goden. Tussen de (letterlijke) Titanen lijkt Circe nog het meest op een gepest basisschoolmeisje dat wanhopig aansluiting zoekt en steeds bedrogen uitkomt. Circe verandert echter met de omstandigheden, wat mooi de metamorfoses weerspiegelt die Circe anderen oplegt. Na een bekentenis uit oprechtheid en/of zelfvernietiging wordt ze verbannen naar Aiaia, waar ze haar eerste transformatie ondergaat. Ze ontdekt de kracht in zichzelf en leeft in verbondenheid met de natuur – het kan zo in een bepaald type tijdschrift. De idylle wordt verbroken door de komst van Daedalus en de tijdelijke opheffing van Circes ballingschap. Haar eenzaamheid maakt onvoorzichtig, ze wordt verkracht en verandert in de klassieke femme fatale die we kennen uit de Odyssee. Miller beschrijft deze transformaties trouwens uitstekend. Als we dan op het punt zijn aangekomen dat Circe achteloos hele bemanningen omtovert tot varkens vind ik dat zowel geloofwaardig als terecht.

Odysseus leidt de volgende transformatie in. Deze is mijn optiek de minst geslaagde van het boek. Toevallig (?) is het verhaal vanaf hier ook het meest apocrief. Ik verkeerde even in de veronderstelling dat Telegonus uit de verbeelding van de schrijfster was voortgekomen omdat ik hem niet herkende vanuit Homerus of Ovidius. Hij blijkt echter wel degelijk te bestaan in tweede- en derdehands bronnen, en ook het verdere verloop van het verhaal is daarop gebaseerd. Hoe het ook komt, na de geboorte van Telegonus kakt het boek wat in. De introductie van een dreigende Athena was interessant en de dood van Odysseus ook, het probleem ligt meer bij Circe zelf. Ze heeft haar aantrekkingskracht als personage grotendeels verloren. Miller heeft echter nog één transformatie gepland: Circe besluit zichzelf te transformeren tot sterveling. Zo is de cirkel weer rond en krijgt het verhaal een waardig einde.

Miller heeft een uitstekend leesbare stijl die ook toegankelijk is voor mensen die niet thuis zijn in de mythologie. Het gaat over goden en monsters maar de menselijkheid is nooit ver te zoeken. De meeste personages zijn sympathiek of in ieder geval boeiend. Sommige had ik alleen graag meer gezien. Pasiphaë omdat ze zo’n mooi contrast vormt met Circe en hun interacties op Kreta naar meer smaken. Daedalus omdat hij Circe beter begrijpt dan wie dan ook. Aeëtes omdat ik benieuwd ben naar hoe hun relatie zich ontwikkelt nadat Circe Medea heeft geholpen. Athena omdat haar goddelijkheid van een heel andere orde is dan die van Circe. Nog even tussen haakjes: is het niet raar dat Athena Telegonus probeert te doden? Ik had onmiddellijk bedacht wat hier de reden voor moest zijn én wist dat het toch niet zou werken. Het is atypisch voor de godin van de Wijsheid om dit niet in te zien, toch? Voor mijn gevoel blijft er wat potentieel onbenut in het verhaal. In plaats daarvan krijgen we de komst van Telemachus en Penelope. Ook sympathieke en goed beschreven figuren maar voor mij minder indrukwekkend. Dat Circe eindigt met Telemachus vond ik niet helemaal goed uitgewerkt.

Al met al enige teleurstelling over Circe, vooral omdat ik het gevoel heb dat er meer in had gezeten. De eerste helft van het boek was uitstekend, niets op aan te merken. De rest van het boek is zeker niet onverdienstelijk en het eind maakt het gedeeltelijk weer goed, maar toch… Ik geef vier sterren, waar ik had gehoopt vijf te kunnen geven.

Gast
geplaatst: vandaag om 09:25 uur

geplaatst: vandaag om 09:25 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.