Op zijn negentiende schreef Klaus Mann Der Fromme Tanz, een van de eerste romans over homoseksuele liefde in de Duitse literatuur. Ik
las het op mijn negentiende. Een prachtig, sterk autobiografisch boek over de homoseksuele Andreas Magnus die op zijn 18e zijn ouderlijk huis verlaat en in het decadente uitgaansleven van Berlijn de bloemetjes buiten zet. Een boek dat destijds veel indruk op me maakte omdat het in zekere zin overeenkwam met het leven dat ik leidde toen; dat van mij speelde zich overigens gewoon in Breda af en er was vrij weinig decadents aan verder. De Vrome Dans is altijd een van mijn lievelingsboeken gebleven.
In zijn debuutjaar, 1925, verschenen nog twee andere boeken van zijn hand: de verhalenbundel Vor Dem Leben en het toneelstuk Anja und Esther. Ook die waren taboedoorbrekend en erg gedurfd voor die tijd. In Anja und Esther is er sprake van een lesbische relatie en ook het decor zal menig schouwburgbezoeker de wenkbrauwen hebben doen fronsen: een herstellingsoord voor 'gevallen' kinderen.
Vanaf 1930, het jaar dat de NSDAP enorme verkiezingswinst boekt, neemt Klaus afstand van zijn zuivere esthetische visie en wordt de toon politieker en antifascistischer vooral. Klaus Mann is in Duitsland een van de eersten geweest die met nadruk en consequent waarschuwde voor het gevaar van het oprukkende nazisme. In 1936 komt zijn meest bekende werk Mephisto uit, drie jaar later alweer gevolgd door deze minstens even zo grote emigrantenroman. Net als Der Fromme Tanz wordt ook dit boek bevolkt door uiteenlopende personages: bohemiens, geleerden, buitenbeentjes en andere paradijsvogels. Zij zijn hun land ontvlucht en door het lot van hun ballingschap met elkaar verbonden. Net als in al zijn werk eigenlijk wordt ook in dit boek het taboe niet geschuwd.
Wanneer Tilly ergens in een obscuur achterafbehandelkamertje een abortus ondergaat wordt dat vanuit haar perspectief in geuren en kleuren verteld. Kort daarna maakt ze op haar hotelkamer een einde aan haar leven door een handvol slaappillen in te nemen; dat stuk greep me erg aan omdat het met zoveel liefde en tederheid wordt beschreven. Het deed me denken aan het schilderij 'The Suicide of Dorothy Hale' van Frida Kahlo, dat ze schilderde voor een vriend van de Amerikaanse actrice Dorothy Hale die in 1938 op 33-jarige leeftijd zelfmoord pleegde door van het Hampshire House Building in New York af te springen. Ook al zo confronterend en tegelijk zo liefdevol gemaakt, hoewel de wijze waarop haar niet in dank werd afgenomen. Toen Kahlo het schilderde leed ze zelf ook aan depressie, was ze net verlaten door haar man Diego en had ze suïcidale gedachten; het schilderij is dus bovendien een reflectie van haar eigen gevoelens als haar compassie voor vrouwen die in hetzelfde schuitje zitten. Ook het stuk over Tilly is een weerspiegeling van een diep verlangen naar de dood van de schrijver zelf. In de jaren na de oorlog vereenzaamde Klaus sterk, hoewel hij zich altijd al eenzaam had gevoeld. Meerdere zelfmoordpogingen waren het gevolg, waarvan een poging op 1 juli 1948 zelfs de voorpagina's haalde van alle kranten. Een jaar later waagde hij een nieuwe poging en dit keer met succes. Op 21 mei 1949 overlijdt Klaus Mann op een hotelkamer in Cannes aan een overdosis slaappillen.
In de dichter Martin Korella zien we Klaus Mann zelf terug: openlijk homoseksueel én heroïnegebruiker (of 'morfinist' zoals dat destijds heette). Een morfinist is dus niet iemand die verslaafd is aan morfine, zoals ik aanvankelijk dacht, maar betekent simpelweg: iemand die aan een verdovend middel verslaafd is.
Als gevolg van zijn heroïneverslaving overlijdt Martin ten slotte aan een longontsteking. Zijn geliefde, de Braziliaanse Kikjou, die ook aanwezig is op zijn begrafenis wordt door de vader van Martin op uiterst kwetsende manier straal genegeerd. Dan schrijft Klaus het volgende, vanuit de vader: Zeer verdachte figuur, is de indruk die de heer Korella heeft van de bleke jongen. Maakt een zeer ongezonde indruk. Ik betwijfel of zijn relatie met mijn Martin überhaupt binnen de grenzen van de wet is gebleven.
Verteld vanuit verschillende perspectieven geeft Der Vulkan een caleidoscopisch beeld van uiteenlopende personages die hun vaderland zijn ontvlucht in een Europa dat op uitbarsten staat. De persoonsbeschrijvingen zijn prachtig, van vrouwen vooral viel me op, maar ook beschrijvingen van steden, als New York en Amsterdam. Een erg mooi boek dat wéken nadat ik het uithad nog doordenderde in mijn hart en hoofd. En net als jaren geleden raakte ik ook nu weer even verliefd, niet op het boek of op een personage uit het boek, maar op de auteur zelf: Klaus Mann