Der Vulkan. Roman unter Emigranten - Klaus Mann (1939)
Alternatieve titel: De Vulkaan
Duits
Sociaal
560 pagina's
Eerste druk: Querido,
Amsterdam (Nederland)
Een groep aan de nazi’s ontvluchte kunstenaars en bohemiens spreekt begin jaren dertig regelmatig af in een Parijs café. Onder hen de actrice Marion, de begaafde jonge, aan heroïne verslaafde dichter Martin (in wie we Klaus Mann zelf herkennen), zijn geliefde (de mooie Braziliaan Kikjou) en een Amsterdamse professor. Wat hen bindt is de angst voor het opkomende nazisme, de heimwee naar hun vaderland en de hoop op een betere toekomst. Maar in de jaren die volgen neemt de dreiging almaar toe: in 1939 staat Europa als een vulkaan op uitbarsten.
De vulkaan, door Klaus Mann als zijn beste boek beschouwd, is een van de belangrijkste exilromans ooit geschreven. Mann vluchtte voor de nazi’s naar Amsterdam, waar hij onderdak vond bij de door Emanuel Querido en Fritz Landshoff opgerichte exiluitgeverij Querido Verlag. In 1939 publiceerde hij er Der Vulkan.
Dat is natuurlijk nogal zuur als je in aanmerking neemt dat er een waarschuwende maar ook bezielende kracht van uitgaat. Klaus Mann zag al in een vroeg stadium feilloos waar het fascisme toe zou leiden: hij ontvluchtte Duitsland zes weken nadat de nazi's de macht grepen, en reisde in 1936 af naar de VS. (Ook zijn boek Mephisto zat het niet mee, dat werd namelijk na WO II een tijdlang verboden, schandelijk genoeg.)
Mann laat aan het einde van De vulkaan zijn bedoelingen expliciet naar voren komen. Te weten een kroniek schrijven van het emigrantenleven. Hij voorziet in de tekst al dat het misschien pas latere generaties zou interesseren. Dat het boek juist in deze tijden opnieuw uitkomt, nu vluchtelingenverdragen onder druk staan en asielbeleid de politieke agenda sterk stuurt, is zeker geen toeval. De roman biedt niet alleen een waardevol historisch tijdsbeeld maar houdt het huidige Europa ook een spiegel voor.
Dat doet het echter niet vanuit vaststaande idealen of dogma's over mensenrechten, maar vanuit een compassie die de schrijver etaleert voor zijn personages (waarvan een groot deel gemodelleerd is naar mensen die hij kende, zo komt Erika terug in Marion). De vulkaan heeft een door en door humanistische insteek, hoewel tijdgenoten vreemd genoeg kritiek hadden op de zwakheden die Mann in zijn personages verankerde. Ik vond dat juist heel vaak ontroerend. Daarbij schrikt Klaus Mann er niet voor terug om een engel op te voeren en zelfs aan het einde met een godsperspectief op de proppen te komen (wat hem door de communisten weer niet in dank werd afgenomen). Sowieso is het vloeiende verschuiven van het perspectief over de vele karakters, maar ook het veranderen van het type perspectief, een van de grote literaire troeven van de roman. Een beetje Magnolia-achtig. Verder is Mann heel goed in sterfscènes, waarbij met name die van Tilly groots is. Hij schrijft het niet zonder pathos op, dus daar moet je wel tegen kunnen.
Ik vond het prachtig. De vulkaan moet het niet hebben van subtiliteit en is ook niet bijzonder gelaagd, maar wel heel menselijk, een roman die eigenlijk niet paste in de tijd waarin hij geschreven werd. Hopelijk wel in de onze.
In zijn debuutjaar, 1925, verschenen nog twee andere boeken van zijn hand: de verhalenbundel Vor Dem Leben en het toneelstuk Anja und Esther. Ook die waren taboedoorbrekend en erg gedurfd voor die tijd. In Anja und Esther is er sprake van een lesbische relatie en ook het decor zal menig schouwburgbezoeker de wenkbrauwen hebben doen fronsen: een herstellingsoord voor 'gevallen' kinderen.
Vanaf 1930, het jaar dat de NSDAP enorme verkiezingswinst boekt, neemt Klaus afstand van zijn zuivere esthetische visie en wordt de toon politieker en antifascistischer vooral. Klaus Mann is in Duitsland een van de eersten geweest die met nadruk en consequent waarschuwde voor het gevaar van het oprukkende nazisme. In 1936 komt zijn meest bekende werk Mephisto uit, drie jaar later alweer gevolgd door deze minstens even zo grote emigrantenroman. Net als Der Fromme Tanz wordt ook dit boek bevolkt door uiteenlopende personages: bohemiens, geleerden, buitenbeentjes en andere paradijsvogels. Zij zijn hun land ontvlucht en door het lot van hun ballingschap met elkaar verbonden. Net als in al zijn werk eigenlijk wordt ook in dit boek het taboe niet geschuwd.
Wanneer Tilly ergens in een obscuur achterafbehandelkamertje een abortus ondergaat wordt dat vanuit haar perspectief in geuren en kleuren verteld. Kort daarna maakt ze op haar hotelkamer een einde aan haar leven door een handvol slaappillen in te nemen; dat stuk greep me erg aan omdat het met zoveel liefde en tederheid wordt beschreven. Het deed me denken aan het schilderij 'The Suicide of Dorothy Hale' van Frida Kahlo, dat ze schilderde voor een vriend van de Amerikaanse actrice Dorothy Hale die in 1938 op 33-jarige leeftijd zelfmoord pleegde door van het Hampshire House Building in New York af te springen. Ook al zo confronterend en tegelijk zo liefdevol gemaakt, hoewel de wijze waarop haar niet in dank werd afgenomen. Toen Kahlo het schilderde leed ze zelf ook aan depressie, was ze net verlaten door haar man Diego en had ze suïcidale gedachten; het schilderij is dus bovendien een reflectie van haar eigen gevoelens als haar compassie voor vrouwen die in hetzelfde schuitje zitten. Ook het stuk over Tilly is een weerspiegeling van een diep verlangen naar de dood van de schrijver zelf. In de jaren na de oorlog vereenzaamde Klaus sterk, hoewel hij zich altijd al eenzaam had gevoeld. Meerdere zelfmoordpogingen waren het gevolg, waarvan een poging op 1 juli 1948 zelfs de voorpagina's haalde van alle kranten. Een jaar later waagde hij een nieuwe poging en dit keer met succes. Op 21 mei 1949 overlijdt Klaus Mann op een hotelkamer in Cannes aan een overdosis slaappillen.
In de dichter Martin Korella zien we Klaus Mann zelf terug: openlijk homoseksueel én heroïnegebruiker (of 'morfinist' zoals dat destijds heette). Een morfinist is dus niet iemand die verslaafd is aan morfine, zoals ik aanvankelijk dacht, maar betekent simpelweg: iemand die aan een verdovend middel verslaafd is. Als gevolg van zijn heroïneverslaving overlijdt Martin ten slotte aan een longontsteking. Zijn geliefde, de Braziliaanse Kikjou, die ook aanwezig is op zijn begrafenis wordt door de vader van Martin op uiterst kwetsende manier straal genegeerd. Dan schrijft Klaus het volgende, vanuit de vader: Zeer verdachte figuur, is de indruk die de heer Korella heeft van de bleke jongen. Maakt een zeer ongezonde indruk. Ik betwijfel of zijn relatie met mijn Martin überhaupt binnen de grenzen van de wet is gebleven.
Verteld vanuit verschillende perspectieven geeft Der Vulkan een caleidoscopisch beeld van uiteenlopende personages die hun vaderland zijn ontvlucht in een Europa dat op uitbarsten staat. De persoonsbeschrijvingen zijn prachtig, van vrouwen vooral viel me op, maar ook beschrijvingen van steden, als New York en Amsterdam. Een erg mooi boek dat wéken nadat ik het uithad nog doordenderde in mijn hart en hoofd. En net als jaren geleden raakte ik ook nu weer even verliefd, niet op het boek of op een personage uit het boek, maar op de auteur zelf: Klaus Mann
Je hebt me erg nieuwsgierig gemaakt in ieder geval.
Ik wil deze recensie ook enorm liken, maar dat lukt niet?!
Je hebt me erg nieuwsgierig gemaakt in ieder geval.
Mij lukte het zojuist wel ?
Mann getuigde in zijn dagboeken dat hij af en toe aan de pillen zat bij het schrijven. De lezer wordt dat in zekere zin gewaar: de associatieve verteltrant, de beknoptheid van bepaalde passages, de manier waarop Mann zijn personages (zonder hen ostentatief uit te diepen) met enkele zinnen tot mensen met diepgang weet om te toveren: er spreekt een haast pathologische ijver uit, een verlangen om het bestaan in ballingschap zo totaal vast te leggen, dat Mann wel naar grote (of groteske) middelen moest grijpen, zoals de introductie van engelen en zelfs een monoloog voor God zelve. Ook daaruit spreekt echter de koorts, het haast ijlende van Manns profetische visie op de toekomst. Wetende dat dit boek al in 1939 ter perse ging, lang voor de ware terreur van het nazisme genoegzaam bekend werd, betekent dat Mann het predicaat ‘visionair’ verdient. Voor zover hij dat na het voltooien van 'Mephisto' nog moest bewijzen...
Het lezen verwordt tot een broeierige en verslavende ervaring, enerzijds door het unieke, vormtechnische lappendeken, met subtiele raakpunten tussen de verschillende biografische elementen. Anderzijds durft Mann ongebreideld de verbeelding te laten spreken, waardoor de vlucht van de bannelingen in bijvoorbeeld drugs ongewoon invoelbaar wordt. De essentie van de roman wordt evenwel gevormd door een resem prachtige personages. De dromerige morfinist Martin, de schuldbewuste Tilly, de strijdbare Marion, de moreel en intellectueel hoogstaande professor Benjamin Abdel, de met zichzelf overhoop liggende Marcel en David Deutsch, ...: zij worden veel meer dan louter een archetype, louter een adjectief, louter een illustratie van hoe het iemand in exil kan vergaan. En net dat maakt ‘Der Vulkan: Roman unter Emigranten’ tot een meesterstuk: vanuit het exempel boetseert Mann, zonder daar veel woorden voor nodig te hebben, intense en levensechte portretten, die de lezer diep onder de huid kruipen.
Finaal heeft ‘De Vulkaan’ zeker zijn imperfecties, maar de onvolkomenheden horen nu eenmaal bij de jachtige stijl, van waaruit een onweerstaanbare kracht uitgaat. In historisch perspectief lijkt het alsof Mann zijn literaire waarschuwing voor wat komen zou niet snel genoeg klaar kon krijgen. Frappant is evenwel dat ook vandaag, in deze tijd overspoeld door vluchtelingen, de roman nauwelijks aan actuele waarde heeft ingeboet, omdat Mann het universele uit de particuliere context van zijn personages weet te lichten. Dat zelfs de immer strenge vader Thomas Mann het, na een moeizame start, een indrukwekkend epos vormt, zegt eigenlijk genoeg. Te meer omdat vaderlief dit boek nooit had kunnen schrijven. Zoon Klaus komt met ‘Der Vulkan’ definitief uit de schaduw, en met deze roman instigeert hij een nieuw soort literatuur, een nerveuze moderniteit die nog nawerkt in de kunst vandaag. Hulde, hulde!
4*
En daarnaast ook simpelweg de klasse van schrijver Mann. Zijn vader kon fantastisch schrijven (en soms ergerniswekkend moeilijk ook) maar zoon Mann is simpelweg niet zo heel bijzonder als schrijver. Ik vond het allemaal behoorlijk vlak neergepend en zowel de zinnen an sich als het verhaal dat verteld wordt met alle personages gingen nooit leven laat staan sprankelen.
Echt verveeld heb ik me niet maar eigenlijk ook geen moment van bewondering dat ik kreeg tijdens het lezen. De thematiek is an sich boeiend en het inkijkje in die wereld en vooral hoe men dacht zo voor de oorlog is boeiend om te lezen, dat zeker. Maar dit boek brengt niets nieuws ten opzichte van ander werk. Net aan 3,0*.