Dat was hem weer, m'n jaarlijkse Saramago. Nog nooit werd ik teleurgesteld, en dat is ook nu niet het geval. Maar wat wil je, als je zo'n heerlijke schrijfstijl hebt als Saramago dan moet het wel heel gek lopen wil je een slecht boek afleveren.
De stad der zienden lijkt wat mij betreft binnen het oeuvre van de Portugees het meest op Het verzuim van de dood; de eerste helft van het boek is meer een algemene schets van een samenleving die in een buitenissige situatie belandt (in dit geval een politiek vacuüm door een overgrote meerderheid van blanco-stemmen bij de verkiezingen), daarna spitst het verhaal zich meer toe op een aantal personages.
Zoals vrijwel altijd weet Saramago weer een fantastisch uitgangspunt te creëren, en in combinatie met zijn ironische verteltrant zorgde dat ervoor dat ik het boek las met een gezichtsuitdrukking die wisselde tussen een beginnende glimlach, een brede grijns en hardop schaterlachen. Ondertussen vormt de roman natuurlijk een venijnig commentaar op het functioneren van de machtsorganen, in het bijzonder de politiek en de journalistiek. Misschien is de ware bewaker van de democratie wel de romanschrijver, niet de journalist (en zeker niet de politicus).
Het einde van De stad der zienden is overigens wat teleurstellend, het lijkt alsof Saramago zelf ook niet zo goed weet hoe de situatie op te lossen en hij kiest uiteindelijk voor de gemakkelijke weg. Dat, en het bekende (relatieve) gebrek aan emotionele lading, brengen me weer, zoals vrijwel altijd, op 3,5 ster. Mijn waardering voor de Nobelprijswinnaar kan ik beter kwijt in het lezen van een zo groot mogelijk deel van diens oeuvre dan in sterren, dat mag duidelijk zijn.