Eerst maar even wat biografische informatie over de schrijver van ons kwartaalboek. Ik trof dit aan in het nawoord van de uitgave van De Bezige Bij (2009) en het is interessant genoeg:
Kurban Said is het pseudoniem van de in Bakoe geboren jood Lev Nussimbaum, die in 1920 naar Berlijn vluchtte, zich tot de islam bekeerde en de naam Essad Bey aannam. Overigens werden de royalties van diens boeken uitgekeerd aan een Oostenrijkse Barones, genaamd Elfriede Ehrenfels von Bodmershof, die ze vervolgens weer doorsluisde naar de echte Kurban Said. Kortom; er zit een veelheid aan identiteiten achter deze auteursnaam verborgen, een gegeven dat de Oosterse geheimzinnigheid van deze roman alleen maar vergroot.
Dan het boek zelf, een liefdesgeschiedenis die de naam draagt van de twee geliefden die erin figureren, Ali und Nino. Het verhaal is totaal niet vernieuwend, en hetzelfde geldt voor de manier waarop het verteld wordt. Ali und Nino is een klassiek drama over een onmogelijke, slechts gedeeltelijk vervulde liefde, fraai ingekleurd met de botsing tussen de Oosterse en Westerse cultuur. Meest opvallend aan dat laatste is toch wel de manier waarop duidelijk wordt gemaakt hoezeer bepaalde waarden uit elkaar liggen; uitingen van liefde en medelijden worden door de moslims uit het boek geminacht, terwijl een bloedwreker als held vereerd wordt. Ook de trots die men haalt uit een roemrucht verleden is een weerkerend motief. De keerzijde hiervan is dat de huidige positie in de wereld niet goed begrepen wordt en vernieuwing wordt afgewezen. Al met al een boek met een zekere vooruitziendheid en thema's die nog niet aan actualiteit hebben ingeboet.
De roman leest prettig en vooral vanaf halverwege kreeg het verhaal me mee en gingen de personages me steeds meer aan het hart. Ondanks het gebrek aan inventiviteit in zowel vorm als inhoud is de uitvoering zo overtuigend dat ik hier uiteindelijk wel 3,5 Oosterse sterren aan kwijt kan.