Ergens op een derde van dit boek zit het hoofdstuk Ceci tuera cela (Dit zal dat doden, boek 5, hoofdstuk 2) en wat mij betreft het hoogtepunt van dit werk. 'Dit' slaat op de boekdrukkunst, 'dat' slaat op de architectuur. Hugo betoogt hier waarom de boekdrukkunst het einde betekent van de architectuur als hoogste vorm van kunst. Ooit was dat de manier om symbolen en beelden en verhalen te tonen aan de massa, met de boekdrukkunst kan dat op een andere manier. En Hugo zegt nog wel meer dingen hier. Wat mij betreft meet dit hoofdstuk zich met andere hoogtepunten als De Grootinquisiteur van Dostojevski of De Wet in Kafka's Der Process.
Dit hoofdstuk gaat dus niet over de personages, niet over een hoofdpersoon. Als die laatste er al is. In het Nederlands kennen we dit boek als "De Klokkenluider van...", in het Engelse taalgebied rept men over de gebochelde. Maar de eigenlijk titel is heel simpel Notre-Dame de Paris. Allicht is die kerk de hoofdpersoon, of breder de stad Parijs die in alle facetten langskomt. De adel, de geestelijken, het plebs, de gebouwen (pagina's beschrijvingen van de stad zijn prachtig om te lezen), de koning zelf nog ergens richting het einde. Hugo schetst een prachtig portret van de stad en laat daar zijn personages in los.
De personages die erin lopen zijn stuk voor stuk schitterend en worden met veel gevoel voor psychologie ontleed. Vooral Claude Frollo is een schitterend voorbeeld. Maar ook de overige personen worden mooi geportretteerd en Hugo wist me op momenten echt te raken. En dit is meer een ensembleboek, want een Quasimodo komt in echt maar 20% van het boek voor ofzo. Esmeralda, de broers Frollo, Phoebus, Gringoire: zij allen doen daar niet voor onder. Geinig hoe Disney in '96 sommige personages heeft aangepast. Vooral Phoebus is hier een leeghoofd die gewoon een jonge vrouw wil neuken, niets meer en niets minder. Dat was bij Disney wel anders.
Is dit boek perfect? Nou, dat ook weer niet. Het aanspreken van de lezer vind ik af en toe wat storend. En de pakweg laatste 150 pagina's zijn vooral plotontwikkeling. Soms ontroerend (zeker het laatste stuk) en altijd vermakelijk maar ook wat gewoontjes. 4,5*.