Misschien had ik dit verhaal niet direct na ‘
Dagboek van een gek’ moeten lezen. Het viel me namelijk wat tegen: wederom maakt Gogol op absurdistische wijze een satire op de (Russische) maatschappij binnen het aristocratische wereldje. Het kwam op mij allemaal niet zo origineel meer over, maar dat is dus misschien meer te wijten aan het feit dat ik kort daarvoor ‘
Dagboek van een gek’ had gelezen. Zelfs de beginzinnen leken op elkaar:
Vandaag gebeurde er iets vreemds.
Op de vijfentwintigste maart zich in Petersburg een abnormale gebeurtenis voorgedaan.
Hoewel de vorm van de twee verhalen duidelijke overeenkomsten heeft in de thematiek en de benaderingswijze ervan, zijn er ook vormelijke verschillen: waar in ‘
Dagboek van een gek’ een “gekke” verteller het alledaagse beschreef, wordt in ‘
De neus’ op een alledaagse manier iets geks beschreven. De verdwijning van de neus wordt namelijk tamelijk droogjes beschreven in een zakelijke schrijfstijl. Deze droge benadering werkt in het begin nog wel enigszins. Ik moest met name lachen om de barbier Ivan Jakovljevitsj die de neus van een klant in een broodje vindt.
’De droes mag weten hoe dat nou kan’, zei hij [=Ivan] tenslotte, terwijl hij zich achter het oor krabde. ‘Ik kan werkelijk niet meer vertellen of ik gisteren dronken ben thuisgekomen of niet. Maar alles wijst er op dat hier iets geks aan de hand is. Want het brood is goed doorbakken, maar die neus is helemaal niet gaar. Ik begrijp er geen snars meer van…’
Maar al gauw kakt het allemaal wat in, vind ik. Op een gegeven moment ben je als lezer wel aan het gegeven gewend en is zo’n neus gewoon niet zo grappig meer.
Het einde waarin de verteller of de auteur toegeeft dat het allemaal nergens op slaat en zich hardop afvraagt wat het nut van zo’n verhaal is, voelt ook wat makkelijk. (Merk hier trouwens op dat zowel ‘
Dagboek van een gek’ als ‘
De neus’ gebruikmaken van een onbetrouwbare vertelinstantie.) Misschien dat zoiets toentertijd wel grappig en scherp was, maar ik vond het wat afgezaagd.
Maar nogmaals: misschien had ik het verhaal leuker gevonden als ik het niet meteen na '
Dagboek van een gek' had gelezen. Wellicht dat ik dit boek over vijftig jaar nog eens moet proberen.
Overigens is het natuurlijk eeuwig zonde dat er in de Nederlandse vertaling geen woordgrapje met ‘loopneus’ gemaakt wordt. Gemiste kans.