Heb hier inderdaad geweldig van genoten! Het eerste verhaal (Het Laatste Getuigenis), verhaalt van een saai dorpje, een Napoleon-look-a-like en het Nederlandse volk dat blindelings achter krankzinnigen aanloopt met hilarische gevolgen... (alhoewel, zo uitgebracht nét na de Tweede Wereldoorlog lijkt daar meer achter te zitten, maar het boek vermeld 1939 als datum van schrijven, dus Belcampo geeft hier niet zozeer commentaar op zijn mede-landers denk ik).
Het tweede verhaal (Het Olografisch Testament) is gewoon bizar, maar met een geweldig gegeven. Een dromerig verhaal, magisch-realisme vangt inderdaad het gevoel dat bij dit verhaal heerst.
Het derde verhaal (De Cascade d'Ivrognes) is een somber verhaal over een achterbuurt in Parijs en de bizarre 's nachtse gebeurtenissen, erg bevreemdend en op vreemde wijze ook nogal deprimerend. Heel sterkt taalgebruik!
Het vierde verhaal (Het Verhaal van Oosterhuis) was wel mijn favoriet. Dit utopische verhaal van een samenleving... ach, waar het ook over ging, ik heb zo genoten van de taal, de zinnen, de mystiek, de schoonheid die van de (versleten en vergeelde) pagina's afspringt!
Het vijfde en laatste verhaal (Het Grote Gebeuren) is gewoon, tja, wow, ook hier lijkt een parallel naar de Tweede Wereldoorlog niet zo vreemd, dit verhaal komt uit 1943, dus is hier ook nog eens veel waarschijnlijker. Dit heeft hij later nog eens los uitgebracht in iets uitgebreidere vorm, maar die versie heb ik nooit gelezen.
Mijn gebrekkige analyses halen ongetwijfeld bij lange na nog niet uit de verhalen wat er allemaal uit te halen zou kunnen zijn...maar dit is voor mij het eerste boek geweest dat puur op stijl al een grote indruk heeft gemaakt. Voeg dan de geweldige ideeën en gegevens die in elk verhaal naar voren komen nog eens toe...en dan is het ook nog eens zo hapklaar in zulke korte verhaaltjes die maar enkele tientallen pagina's beslaan...
Geweldig? Ja!