Max Havelaar, of De Koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij - Multatuli (1860)
Alternatieve titels: Max Havelaar | Max Havelaar, of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelsmaatschappij
Nederlands
Sociaal / Autobiografische Roman
296 pagina's
Eerste druk: Jacob van Lennep,
Amsterdam (Nederland)
'Max Havelaar' is een aanklacht tegen het misbruik van het cultuurstelsel, tegen herendiensten en tegen plichtsverzuim door Nederlandse ambtenaren in Nederlands-Indië. In de vorm van een raamvertelling begint het verhaal door de ogen van Droogstoppel, een gierige man van de hogere klasse, die door een zekere Sjaalman een manuscript in zijn handen krijgt gedrukt. Hij besluit het te lezen, waarop het verhaal overspringt naar Max Havelaar, die zojuist een baan heeft gekregen als assistent-resident in Nederlands-Indië. Al gauw komt hij hier achter het onrecht dat de inwoners wordt aangedaan, waarop hij besluit hier tegen te strijden.
In wezen is het natuurlijk een betoog dat vreselijk betuttelend is met een paternalisme dat zijn weerga niet kent, prima passend in de geest van Dekkers tijd. Toen ik het voor het eerst las had ik dat nog niet door. Ik werd alleen gegrepen door een ietwat stijve maar o zo mooie schrijfstijl en de voelbare woede van de schrijver die zich op het eind niet meer in leek te kunnen houden, al zijn personages met een zwiep van tafel veegt en zelf het heft in handen neemt.
Toen ik wat ouder was, las ik de Max Havelaar opnieuw en vielen me de onderliggende motieven wel op. Postuum heb ik me na die tweede leesbeurt een beetje kwaad lopen maken op Dekker (als indo derde generatie zijnde, kun je nagaan). Maar toch. De man had me zo in de greep met zijn romantiek, zijn goudeerlijke oprechtheid, zijn schrijftalent en dat heeft-ie nog. Bovendien was Multatuli vanuit zijn standpunt en die van zijn tijdgenoten zowel vreselijk traditioneel in zijn opvattingen als een rebel. Ik heb het hem uiteindelijk toch vergeven.
Het is dat ik niet meer kan geven, vijf heel dikke sterren.
De docente heeft het verschrikkelijk geprobeerd, maar dit boek staat zeker in mijn top10 van leesverschrikkingen. 0.5*
Mede hierdoor heb ik jaren het idee gehad dat nederlandse literatuur per definitie minder goed is dan Engelse literatuur, aangezien dit een van de hoogtepunten zou moeten zijn. (rustig maar, ik ben er inmiddels achter dat er ook goede Nederlandse literatuur bestaat )
Het origineel heb ik zo'n twee jaar geleden voor het eerst gelezen (voor mijn studie). Natuurlijk vond ik Droogstoppel toen een intrigerend en humoristisch personage, natuurlijk erkende ik toen de literaire trucs, en natuurlijk begreep ik dat het boek een aangrijpende aanklacht tegen de toenmalige omgang het Nederlands-Indië was. Maar ik lees toch het liefst over dingen die me nader aan het hart gaan, waar ik uit mezelf voor geïnteresseerd ben. Helaas is Nederlands-Indie juist een van de onderwerpen waartegen ik enige aversie heb (komt misschien omdat een groot deel van de geschiedenislessen er over ging), en zo beviel het boek me niet echt. Ik ben een liefhebber van lange zinnen en archaïsch taalgebruik, maar een roman die ik eigenlijk niet wil lezen, heb ik het liefst zo snel mogelijk uit en die twee uitgangspunten botsen nogal met elkaar.
Recentelijker moest ik (weer voor mijn studie) de hertaling lezen. Daar begon ik met grote vrezen aan: enerzijds beviel Max Havelaar me in de originele taal al niet, anderzijds krijg ik wat allergische reacties bij hertalingen. Maar het bleek mee te vallen: natuurlijk is de taal nu een stuk kaler, en natuurlijk zijn de inleidinkjes boven ieder hoofdstukje nogal stompzinnig, maar Droogstoppel was nog steeds grappig, de literaire trucs werkten nog, en bovendien werd ik minder gehinderd door mijn desinteresse - omdat ik weinig moeite hoefde te doen om er doorheen te geraken.
Qua leesplezier gaat mijn voorkeur dus uit naar de hertaling, al besef ik dat het origineel 'mooier' en 'beter' is. Wat mij betreft is de hertaling zo'n slechte zet dus niet, maar ik vind wel dat iedereen die de hertaling aan iemand anders aanraadt, ook moet wijzen op het origineel. In klassen moeten bijvoorbeeld vergelijkingen gemaakt worden.
Helaas heeft Van Es niet al mijn ergernissen weg weten te poetsen. Vooral van de ongelooflijk zoetsappige manier waarop de relatie tussen Max Havelaar en Tine wordt uitgewerkt krommen mijn tenen, en de overdreven vriendelijkheid waarmee Havelaar door alle ‘goeden’ wordt behandeld geeft ook te denken.
In mijn persoonlijke favorieten lijstjes zal Max Havelaar dus niet te vinden zijn, maar ik vind het boek wel interessant omdat engagement en gevoel voor literaire trucage er zo in samenkomen. Het lijkt me echter niet dat door deze roman veel jeugdigen zullen overstappen naar wereldwinkelartikelen, zoals Van Es hoopt te bereiken. Ik denk namelijk dat literatuur niet (meer) zo’n grote invloed kan uitoefenen op de maatschappij. En daar loopt het ook spaak in de discussies tussen literatuurpuristen en de hertaler: het evenwicht tussen vorm en inhoud is verstoord. Daar heeft de hertaler geen boodschap aan, maar de liefhebber van literatuur wel.
Een meesterwerk... Wordt dat niet bepaald door zogenoemde geleerden, die vervolgens nagepraat worden door docenten die zelf niet kunnen aangeven wat er dan zo goed aan is? Ik besloot het boek zelf maar te gaan lezen en zou dan wel ontdekken of er misschien toch niet een intrinsieke kwaliteit in zit die een dergelijk predicaat rechtvaardigt.
Al vanaf de eerste pagina wordt duidelijk dat Multatuli wel wat meer kon dan alleen een beetje Frans lezen. Ik vraag me af of hij niet verbaasd zou zijn als hij zou horen hoe het nu met het onderwijssysteem in Nederland gesteld is... Door het hele boek blijkt hoe belezen en ontwikkeld de schrijver is; om jaloers op te worden!
De eerste paar hoofdstukken zijn gelijk al om te genieten. Erg grappig hoe dhr. Droogstoppel op de onwaarheden in poëzie wijst ("De lucht is guur, en 't is vier uur"). Bij de lijst met de inhoud van het pak van Sjaalman maak ik als het ware het pak zelf open en ben ik nieuwsgierig wat er allemaal in zit (terwijl Droogstoppel zijn droge opmerkingen erbij maakt). En dan nog de meningsverschillen die hij met Frits heeft, die liever "shawl" zegt dan "sjaal". Toen ik de eerste 30 pagina's van een PDF las was ik dan ook geen moment verveeld, en ben ik gelijk maar naar de bibliotheek gegaan om de rest ouderwets op papier te lezen. Daarna heb ik elk vrij uur dat ik had, besteed aan het lezen van dit boek...
Het negentiende-eeuwse taalgebruik maakt het allemaal nog mooier. Toen ik vandaag een reclameposter zag met de tekst "vet makkelijk overstappen", bedacht ik dat Multatuli het eerder zou hebben over "zeer gemakkelyk" of "byzonder eenvoudig". Dat is toch veel mooier? En waarom zouden we in deze eenentwintigste eeuw niet in staat zijn om wat langere zinnen te begrijpen?
In de hoofdstukken na de Droogstoppel-inleiding is Multatuli nog steeds in staat om zijn passages te kruiden met ironie. Geniaal hoe hij in hoofdstuk 5 zegt dat hij de lezer niet wil vermoeien met uitwijdingen, om vervolgens toch meer dan een pagina te wijden aan hersenspinselen over de bouw van torens... En de passages die sommigen "wijdlopig" noemen zie ik vaak als noodzakelijk en zeker niet als straf. De beschrijving van plaatsen en gebeurtenissen doet hij prachtig. De conversaties zijn vlijmscherp, de redevoeringen tot nadenken stemmend. Ik noem nog maar even de klinkende toespraak van Havelaar in hoofdstuk 8, het sarcasme bij de beschrijving van de preek van Wawelaar in hoofdstuk 9, het betoog over de saaiheid van schilderijen in hoofdstuk 11, etc.
De opbouw van het boek is fantastisch. Hoewel ik verbaasd was dat Multatuli al in hoofdstuk 5 het hoofdthema van zijn boek te berde brengt, gaat het daar nog kalmpjes aan. Je begrijpt in de loop van het boek steeds beter de ernst van de situatie, het bedrog dat er wordt gepleegd... Je krijgt een steeds grotere afkeer van Droogstoppel, en meer waardering voor Havelaar. De stemming wordt alsmaar grimmiger, en het leed van de Javaan komt steeds dichterbij, zodat je welhaast zelf de onderdrukking en knevelarij ervaart. Er is geen ontkomen meer aan.
De schrijver blijft steeds in de buurt; als je even in de veronderstelling verkeert dat je een werk van fictie in je hand hebt, haalt hij je weer uit de droom. Hij maakt zelfs expliciet hoe hij met de lezer speelt, bijvoorbeeld aan het begin van hoofdstuk 9: "Ik gaf er veel voor, met juistheid te weten, lezer, hoe lang ik nu een heldin in de lucht zou kunnen laten zweven, voor ge, by de beschryving van een kasteel, myn boek moedeloos uit de hand zoudt leggen, zonder te wachten tot het mensch op den grond kwam?" Dit gebeurt steeds indringender naarmate het boek vordert. Meestal vond ik dit een verfrissende stijl, maar af en toe vond ik het onnodig of zelfs wat bot (zoals waar hij het verhaal met enige regelmaat "eentonig" noemt).
Dat is dan ook het enige probleem dat ik heb met dit boek. Telkens wanneer je denkt dat je een "leuk verhaal" aan het lezen bent, vindt Multatuli het nodig om je te verzekeren dat dit allemaal de keiharde waarheid is. Ik ga me haast schuldig voelen om dit een literair meesterwerk te noemen; het is immers slechts een aanklacht tegen de misstanden in Indië? Als dat punt je niet raakt, is Multatuli niet tevreden. En hij laat ook behoorlijk de context waar hij in verkeerde doorschemeren: de gespannen situatie met zijn vrouw (die hij kennelijk probeert te compenseren door haar in het boek al te rooskleurig voor te stellen) en zijn verontwaardiging over de situatie op Java in combinatie met zijn sterke rechtvaardigheidsgevoel (waardoor hij het continu nodig vindt om te melden dat "de stukken hier voor my liggen!").
Toch maakt juist het feit dat het hier om waargebeurde zaken gaat, de vertellingen in het boek extra krachtig. De briefwisselingen met Havelaars meerderen zijn al schrijnend, maar als je beseft dat die woorden ook in werkelijkheid aan dovemansoren gericht waren...
Rest mij nog te vermelden dat ik de versie met commentaar van Annemarie Kets gelezen heb. De voetnoten in die uitgave zijn zeer verhelderend. Of het verstandig is om de inleiding van Kets te lezen, weet ik niet. Ik heb het wel gedaan, maar er gaat van de spanning verloren op die manier (omdat daarin bijvoorbeeld al onthuld wordt dat Sjaalman dezelfde is als Havelaar, en dat die weer dezelfde is als Multatuli, iets wat Multatuli zelf pas minder dan 5 pagina's voor het eind onthult). Voor iemand die het boek niet eerder gelezen heeft is het dus te overwegen om die inleiding over te slaan; je kunt hem altijd nog lezen. Hetzelfde geldt voor de Aantekeningen en Ophelderingen van Multatuli zelf, die helaas door elkaar gemengd zijn. De Ophelderingen zijn zeer nuttig omdat die bepaalde Indische zaken verklaren. De Aantekeningen (veelal onderbouwingen van de feiten in het boek) hebben echter hetzelfde probleem als de inleiding van Kets: er wordt te vroeg wat van de spanning weggenomen omdat je te veel aanvullende informatie krijgt. Wellicht is het dus beter om het verhaal te lezen zonder naar achteren te bladeren als je een cijfer tussen haakjes ziet.
Een meesterwerk! 4,5*
Ik zeg herlezen, maar van die eerste lezing weet ik weinig meer, behalve dat ik enkele bladzijden nog las op een vakantiepark in Duitsland en ik de tweede helft vooral ben doorgebladerd - samenvattingen op Scholieren.com waren voldoende voor het boekverslag. En nu, ruim 800 boeken verder toch maar eens met aandacht volledig lezen.
Enfin, het boek is me niet tegengevallen en ook niet meegevallen. De hele opzet waardeer ik enorm. Ook literair vooral. De raamvertelling, meerdere vertellers, het hele idee erachter dat dit ook autobiografisch is, zo’n vertelling (van Saïdjah en Adinda in het hele verhaal) stukken poëzie – dit boek is wat dat betreft echt rijk en veelgelaagd. Ook het begin rond Droogstoppel is enorm vermakelijk. Alleen al dat steeds vermelden hoe zoon Frits iets zou schrijven, of dat hij in koffie doet, Last en Co zo heet sinds de Meyers zijn vertrokken. En die enorme lijst van opstellen is lichtjes geweldig (ik ben altijd liefhebber van opsommingen).
Maar dan het verhaal van Havelaar zelf is soms om niet doorheen te komen. Eindeloze dialoog in veelal wollig taalgebruik. Ik vond het vaak al niet boeiend verteld (het leest allemaal te veel alsof de schrijver zijn ideeën kwijt wil, niet dat hij een roman maakt met mensen van vlees en bloed – op dat vlak is de roman mislukt) maar de stijl leidt ook nog eens af. Sommige stukken tussendoor zijn dat weer mooier of leuker, maar als geheel biedt dit stuk te weinig leesplezier.
Al met al op momenten geweldig maar vaak ook saai. Met een afronding naar boven 3,5*.