Dit laatste deel van de trilogie (in de vertaling van Arthur Langeveld Studentenjaren geheten) heb ik jaren later dan de vorige twee delen gelezen. Geen idee waarom daar zoveel tijd tussen zat, want zover ik mij kan herinneren heb ik de vorige twee delen met plezier gelezen. Nadeel nu is dat ik sommige personages (en vooral hun onderlinge relaties) niet altijd goed thuis kon brengen. Gelukkig maakt dat verder niet uit voor de leesbaarheid van het verhaal. De korte hoofdstukken doen mij af en toe aan columns of afleveringen van een feuilleton denken; er zit wel een grotere verhaallijn in, maar veel hoofdstukken zijn ook goed los te lezen.
Zoals altijd weet Tolstoj de dingen op onnavolgbare wijze uit te drukken. Al ontbreken grootse, dramatische ontwikkelingen, Tolstoj schrijft net zo treffend als altijd. Nikolajs worstelingen met zijn eigen ideeën over hoe hij zou moeten zijn en zijn onvermogen om die ideeën in de praktijk te brengen, zijn bijna obsessieve aandacht voor wat anderen van hem denken, zijn gedrag dat niet bij hem past en ook nooit het gewenste effect lijkt te hebben, zijn pogingen om verliefd te worden en te blijven, zijn drang om alles toch maar comme il faut te doen... Alles wordt bijzonder treffend (ik kan er geen beter woord voor vinden) beschreven. Eigenlijk denk ik dat de meeste pubers met gelijksoortige problemen worstelen, maar ja, krijg de gemiddelde hedendaagse tiener maar eens zover om Tolstoj te lezen.
Studentenjaren is geen groot meesterwerk als Anna Karenina, maar het is duidelijk geschreven door dezelfde, zeer getalenteerde schrijver. Ik geloof dat dit één van zijn eerste werken was en dat Tolstoj toen hij dit schreef nog behoorlijk jong was. Een natuurtalent blijkbaar.