
Wees Onzichtbaar - Murat Isik (2017)
Nederlands
Sociaal
752 pagina's
Eerste druk: Ambo/Anthos,
Amsterdam (Nederland)
De Bijlmermeer, begin jaren tachtig. De vijfjarige Turkse Metin komt met zijn ouders en zus naar Nederland. Het gezin gaat in de flat Fleerde wonen. Vader is een werkloze communist die overdag boeken van Marx leest en zich ’s avonds bezat met vrienden. Thuis is hij vaak gewelddadig en dan siddert het hele gezin. Metin vreest hem en maakt zich onzichtbaar. Maar langzaam – als de kinderen ouder worden en de moeder emancipeert – groeit het verzet tegen de vader. Ondertussen verandert de Bijlmer ook. Bedoeld als vooruitstrevende wijk verwordt het tot een gevreesd getto met veel criminaliteit en hordes junks. Op een zondagavond in 1992 boort een Boeing 747 zich in de flat Kruitberg. Tientallen bewoners komen om. In de weken daarna lopen op Metins middelbare school de raciale spanningen op. De Bijlmer verandert in de jaren daarna definitief: ondanks fysiek verzet van activistische bewoners worden veel flats gesloopt, waaronder die van Metin.
Dit boek heeft me doen realiseren dat de onbewuste keuze om rond mijn vijftiende levensjaar te stoppen met lezen een slechte is geweest. Bij thuiskomst direct lid geworden van de bibliotheek om het lezen weer op te pakken. Ik verheug mij op al het moois dat ik nog te lezen heb!
Zo leren we de Turkse Metin in het begin van het verhaal kennen. Samen met zijn zus, zijn vader en zijn moeder komt hij naar Nederland, naar de Bijlmer. Wat volgt is een afgemeten coming-of-age verhaal van een bescheiden en ruimhartige jongen, op zoek naar de sympathie van en voor zijn vader. We volgen hem in de woelige jaren als puber. Hij krijgt vrienden, wordt verliefd, groeit naar de volwassenheid. Het decor is zoals gezegd de Bijlmer. We leren de wijk kennen. We zien de langzaam groeiende verloedering. Ondertussen zien we op de achtergrond de wereld van eind jaren tachtig en begin jaren negentig voorbij gaan. Op de dag van de beroemde stiftbal van Dennis Bergkamp tegen RKC stort ook een vliegtuig neer in de Bijlmer, iets wat je als lezer al lang verwacht. We zien onze oer-Hollandse Koninginnedag vanuit de bril van een immigranten gezien. Voordat je het weet ben je als lezer ondergedompeld in het leven van Metin en kun je het boek amper nog wegleggen.
Wat uiteindelijk bijblijft en tijdens het lezen onder je huid kruipt, is het karakter van de hoofdpersoon. We voelen hoe moeilijk het is om als zoon te leven met een vader die zoveel ruimte voor zichzelf inneemt. Maar wat we vooral ook voelen, is de onvoorwaardelijke vergevingsgezindheid van een zoon voor zijn van tijd tot tijd barbaarse vader. Het geduld, de compassie en de innige tederheid die Metin in het verhaal tentoonspreid is hartverwarmend. Geleidelijk zien we Metin uit de onzichtbaarheid stappen, niet als een superheld, niet door bovennatuurlijke krachten. Nee, we zien een jongen, een mens die door vallen en opstappen volwassen wordt. Daar kon een jonge Isik waarschijnlijk alleen maar van dromen.
De dingen die werden gezegd, bepaalde winkels die er waren, tv-programma's, uitkijken naar de toen schreeuwend dure Nike Air of Nintendo.
Van Basten in zijn gloriejaren, speculeren over een transfer van Gullit, verschillende soorten buurtbewoners van de Bijlmer.
Het is een prachtig boek dat geen moment verveelt of vervalt in clichés. Via andere ogen beleefd, maar we hebben het allemaal meegemaakt: De eerste vriendschappen, moeilijkheden op school, gevaarlijke idioten, eerste baantje, crush en seksuele ervaringen.
Wat ik ook goed vind, en anders dan ik had verwacht is dat de vader uiteindelijk niet een moment van inkeer krijgt, spijt betuigt en een voorbeeldige vader wordt. Zijn weerbarstige karakter blijft zoals die is.
Een van de mooiste passages in het boek vind ik terugkijkend, Koninginnedag als het gezin een stand heeft om broodjes Köfte te verkopen. De dag waarop veel gebeurde en het gezin samenwerkte. Prachtig geschreven.
Toen de Boeing in de Bijlmer neerstortte weet ik nog dat ik, net als Metin elke zondag naar Studio Sport keek.
Ik was toen 10, wel wat jonger als Metin in dit boek. De schrik van mijn opa die me meteen naar huis bracht is me vooral bijgebleven.
600 pagina's zijn de jaren 80, begin jaren 90 uitstekend beschreven. Vanuit Metin's perspectief is alles avontuurlijk.
Heel erg mooi boek over coming of age met terecht veel hoge cijfers (op een grapjas na die zich registreerde om een 0,5 te geven

De moeder van Metin is voor mij de heldin in het boek.
Diverse passages in dit boek zijn spannend en leuk om te lezen, met als echte uitschieters de middelbare schooltijd van hoofdrolspeler Metin en dan met name de eindconfrontatie met zijn kwelgeest Dino, het verkopen van Turkse broodjes op Koninginnedag met het hele gezin en de mooi beschreven vriendschap met Kaya. Ook zijn onzekere gevoelens herkende ik zo goed. Zowel qua leerstof als qua omgang met meisjes...
De kracht van dit Turkse gezin maakte indruk op me. Een moeder die ijzer- en ijzersterk is, ondanks haar man die een enorm (negatief) stempel drukt, iedere dag weer. Wat een heldin. Metin die knokt en bovenkomt. Een zus die op school hoge cijfers scoort. En dat alles in en om de befaamde Bijlmermeer, waar diverse markante figuren kort of iets langer de revue passeren.
Ik nam 2 dikke boeken mee op vakantie en dan hoop je op voltreffers. Je wil immers niet met tegenzin lezen tijdens je (welverdiende?) Vakantie. Met The glass castle en Wees onzichtbaar mocht ik gelukkig mijn handjes dichtknijpen.
2020 is al met al weer een heel leuk lees jaar!

Om al deze redenen vind ik het meer dan terecht dat Murat Isik hiermee de Libris Literatuurprijs heeft gewonnen. Ik heb de discussie hieromtrent niet meegekregen maar als ik het zo lees dan sta ik duidelijk niet waar Ouariachi voor staat. Taalkunstenaars die hun stilistische capriolen tentoonspreiden, daar kan ik bewonderend naar kijken en respecteer ik heel erg. Voor mij gaat een goed verhaal met boeiende karakters dat indruk maakt toch echt voor op literaire hoogstandjes.
Wat Jason82 en Slainte_Mhath zeggen herken ik heel erg. Geboren in 1984 met oudere broers ben ik echt een jaren 80/90 kind. Alles wat bij die tijd hoort herken ik heel erg. Dat zorgt ervoor dat het verhaal dichterbij komt. Ik zal Murat Isik met grote interesse blijven volgen.
Het maakt het geheel makkelijk leesbaar en ondanks dat het boek lang niet altijd even boeiend is krijg je ook weinig kans op verveling, ondanks die 750 pagina's (600 in mijn versie trouwens). Daar speelt ook mee dat Isik kiest voor veel korte hoofdstukjes die steeds een anekdote geven. Heb je af en toe een minder hoofdstukje, dan is het ook zo weer klaar. Omgekeerd weet Isik je ook nooit helemaal mee te nemen. Soms wel, in langere hoofdstukken zoals het enorm vermakelijke hoofdstuk rond Koninginnedag. Maar een stuk rond de Bijlmerramp wordt haast terloops, bijna in een voetnoot, gebracht en maakt nauwelijks indruk.
En zo is dit hele boek, hit and miss, in mooi Nederlands gezegd. Als geheel krijg je wel een beeld van de Bijlmer en opgroeien daar, maar voor m'n gevoel had dat veel meer gekund in zulke hoeveelheid bladzijden. Pas tegen het eind komt er wat melancholie, maar dat is dan al wel na 500 pagina's dat je bezig bent als lezer. Ook als Isik, bij monde van een buurman, vertelt wat er mis is aan de Bijlmer en waarom deze wijk gedoemd was te mislukken wordt het ineens enorm boeiend. Maar dat is een zeldzaam hogtepuntje, want al snel is dat deel weer afgelopen. Je krijgt na 600 pagina's een beeld van die buurt en leven daar doordat je inmiddels er 600 pagina's in zit, niet omdat Isik dat nu zo geweldig vertelt. Ook veel personages helpen daaraan mee. Die buurman is goed getroffen, enkele klasgenoten zijn veel overdreven neergezet als ofwel Satan ofwel de Messias.
Even nog terugkomen op die beginzin: "In de tijd dat de eerste springers te pletter vielen van onze flat, begon mijn vader aan zijn nachtelijke pleziertochten door Amsterdam." Ik vind dat Ouariachi hier wat moeilijk over doet. Het vervelende is alleen dat er met de zin uiteindelijk weinig gebeurt. Misschien omdat Isik heel veel uit zijn eigen jeugd wil vertellen, maar daardoor focus mist. Dit is een boek over opgroeien in de Bijlmer, maar ook niet helemaal. Een boek over problemen in de Bijlmer, maar ook niet helemaal. Een boek over de relatie met de vader, maar ook niet helemaal. Die pleziertochten? Die boeien eigenlijk nauwelijks in de rest van het boek.
3,0*.
Die van mij in ieder geval wel. Korte en gevarieerde hoofdstukken dus en die hebben heel wat te bieden. Van leuk tot verdrietig, van grappig tot weerzinwekkend en van ontwapenend tot plaatsvervangende schaamte. Kaaskop hier, geen schoonmaker, maar desondanks ook vaak herkenbaar. En als dat het niet is, dan kon ik me er meestal wel op de een of andere manier in verplaatsen. Helemaal als Metins baba in de buurt is. Een onverbiddelijke donderwolk, code rood. Ook niet onbelangrijk; de Bijlmer. Decor, maar eigenlijk een soort supporting character. Met een bitterzoete rol. En meneer Rolf. Ach, meneer Rolf. Ik zal hem niet snel vergeten. En hij is niet de enige.
Mja, een dikkerdje, zou je kunnen zeggen, maar dan wel eentje zonder overgewicht. Zou niet weten wat hier overbodig of te breed uitgemeten aan is. Sterker nog, wat meer Bijlmer Blues had niet misstaan. Sterk boek.
Moeilijk om er na deze teleurstelling een cijfer aan te verbinden. De personages waarvan ik dus meende dat ze werkelijk hadden bestaan (de geflipte Dino, de engelachtige Kaya, de trieste activist Rolf) bleken dus uit de fantasie van de schrijver voortgekomen te zijn (al weet ik ook wel dat een en ander op zijn eigen jeugd gebaseerd is).
Alsnog positief, over de stijl, de leesbaarheid, de voelbare spanning en vooral de treffend weergegeven strijd tegen de vader die zijn opvoedplicht niet nakomt en waar de ik-persoon tóch elke keer bij in de gunst wil komen, of beter gezegd: door wie hij écht gezien wil worden, totdat hij, gekwetst door teleurstellingen, zich steeds meer, al dan niet openlijk, van zijn vader afkeert, Dit element is wat mij betreft wel zeer goed verwerkt.