Na het lezen van het door mij meer -
Alleen met de Goden - Alex Boogers (2015) en minder gewaardeerde
De Lezer Is Niet Dood - Alex Boogers (2016) was ik erg benieuwd naar
Onder een Hemel van Sproeten .
Ik heb gewacht met het lezen van de recensies van NRC ** en de Volkskrant *** tot het dichtslaan van deze laatste roman van Alex Boogers. Wat vind ik er zelf van?
In
Onder een Hemel van Sproeten waarover van alles valt te vertellen, waarover van alles valt te vinden of te waarderen, is merkbaar heel veel tijd gestopt. Veel gedachten. Een hart en ziel. Ik denk, AB heeft zichzelf overtroffen. Of het boek nu * krijgt of *****
Ik denk: AB heeft een geëngageerde missie. Vraag: voor wie schrijft hij wat wil hij bereiken?
Eerst naar het boek waarbinnen een ingewikkelde, m.i. wat onnatuurlijke constructie het verhaal in de eerste persoon wordt verteld door in eerste instantie Harvey, maar ook door Jacob en Amy.
Een oplettend lezer begrijpt al snel dat de namen nergens toevallig gekozen zijn. Af en toe lijkt wie aan het woord is in elkaar over te vloeien. Toch heb ik persoonlijk daar geen enkele moeite mee, ik vraag me niet af hoe de één nu zus of zo van de ander kan weten. Daarvoor weet AB mij teveel te boeien.
Ik kan me voorstellen dat sommigen het verhaal door de ogen van Jacob al snel saai of langdradig zullen vinden. Dit terwijl hij in een natuurgebied wacht op de terugkomst van de IJsvogel die hij eerder zag. Hierbij dacht ik vooral, waar gaat deze reis naartoe? We reizen mee in Jacobs hoofd naar zijn jeugd, naar zijn huwelijk en ook de ziekte van zijn vrouw. Ze lijdt aan Alzheimer, en soms zijn herinneringen voor mij gewoonweg aandoenlijk. Bijvoorbeeld als Jacob met zijn vrouw in haar beleving mee wil gaan, alsof zijn overleden schoonmoeder nog leeft. Zijn vrouw heeft dan ineens een helder moment en zegt iets als: "Wat zeg jij nou voor raars? Mijn moeder is toch allang dood. Als je weer zo gek gaat doen ga je maar weg ..."
En dan ontmoet Jacob Amy. Hij ontmoet ook Harvey.
Het meisje Amy en Harvey groeien op in een omgeving die ik heel goed ken. Net als het omringende natuurgebied. AB gebruikt deze couleur locale in meer van zijn boeken.
In bepaalde wijken aan de rand van het natuur gebied zullen de meeste mensen niet willen wonen. Je kunt zeggen, het zijn clichés die AB bezigt; ik zeg het gaat er heel vaak precies zo aan toe als hij beschrijft.
Amy:
deed het mij aan onze buurt denken, omdat niemand elkaar vertrouwde en tegelijk niemand zich echt wat van iemand anders aantrok. Wat je ook deed, het stof waaide toch wel tegen je aan. Of je nu bewoog of niet. Toen ik daar een keer iets over zei tegen mevrouw Doutzier, trok ze haar wenkbrauwen op en keek ze mij verbaasd aan: "Je woont in een prachtige buurt met oude huizen, braakliggende terreinen, vormeloze flats, arbeidershuisjes en zoveel groen! Doe er inspiratie op! Gebruik het!"
Zoals de lerares mevrouw Doutzier Amy, en buurman Angelo Harvey willen stimuleren hun talenten te gebruiken; denk ik dat AB vooral voor een bepaald publiek wil schrijven. Ook ik denk dat AB hier en daar wat te scheutig is geweest met theoretische overpeinzingen waarmee hij bijna alle misstanden in de wereld wil onderbouwen. Dit dan weer verteld door de in het boek opgevoerde docenten.
En toch, en toch, al die problemen zijn dagelijks terug te vinden in die wijken. In die gezinnen. Anno nu. Wie weet of het ook bij lezers ogen opent?
Wie lukt het op te staan? Hoe?
Ik zei het al, m.i. is dit verhaal met hart en ziel verteld. Ondanks de kanttekeningen heb ik het boek steeds met leesplezier opgepakt. Ja, wat mij betreft overtreft het eerder werk dat ik van AB las.
4,5*