Op de kaft wordt
Lyssa aangeprezen als "een ode aan de befaamde romans van de Grote Russen, aan de negentiende eeuw en aan het kostuumdrama in het algemeen." Dit trok onmiddellijk mijn aandacht - het is alsof iemand een boek op mijn bestelling heeft geschreven (dat er dan ook nog eens een mysterieuze ziekte is die rondwaart maakt het bijna ongeloofwaardig dat dit een echt bestaand boek is). Dit schept natuurlijk hoge verwachtingen, maar ook wel enige scepsis. Het is een gloednieuw boek van een schrijver nauwelijks ouder dan ikzelf; is die 'ode' dan niet gedoemd om te mislukken?
Het korte antwoord is: nee.
Lyssa is in meerdere opzichten een geslaagd boek. 'Ode aan' is inderdaad de beste manier om de verhouding van
Lyssa tot de Russische roman te beschrijven. Er zijn echo's, verwijzingen, knipogen, hoe je het ook wil noemen, te over.
Anna Karenina springt het meest in het oog misschien, vanwege het thema natuurlijk, maar ook subtieler, in de setting bijvoorbeeld (het station, paardenrennen). Daarnaast
De Dame met het Hondje en
Jevgeni Onegin. Tot mijn (aangename) verrassing zag ik ook overeenkomsten met
Ungeduld des Herzens en
Die Reise in die Vergangenheit van Stefan Zweig – boeken van een Oostenrijker uit de twintigste eeuw. Het plotelement van de officier die uit de sleur van zijn dienst wordt gesleept en geïntroduceerd wordt in hoge kringen waar hij eigenlijk niet thuishoort, komt zo uit
Ungeduld, om maar een voorbeeld te noemen. Voor mij was het lezen van
Lyssa regelmatig een feest van herkenning.
Het gevaar van zoveel verwijzingen naar andermans werk is dat een boek geen eigen identiteit heeft. Hofland weet hieraan te ontsnappen. Ondanks de bekende plotelementen zit er een spanning in het verhaal, met name door de vaart die Hofland erin weet te houden. Stevenen we af op een Anna Karenina-achtig einde of krijgen we een onopgelost conflict à la Tsjechov?
Ik kreeg het vermoeden dat het inderdaad een min of meer open einde zou zijn, maar voor mij onverwacht nam het verhaal een andere wending en eindigde het met een duel en klaarblijkelijk de dood van de hoofdpersoon. Gelukkig heeft de schrijver niet alleen de plotelementen van de Russen afgekeken. Hij geeft ons ook een geslaagde setting (fictief blijkbaar, maar zo geloofwaardig dat ik heb opgezocht waar Mestopes eigenlijk ligt) en interessante, goed uitgewerkte personages met een sympathieke hoofdpersoon.
De spanning en het tempo zijn de duidelijkste tekenen dat dit toch een verhaal uit de eenentwintigste eeuw is. Dit heeft zijn voordelen:
Lyssa leest een stuk gemakkelijker weg dan een ‘echte’ Russische roman en is in die hoedanigheid heel geschikt voor mensen die het genre eens willen proberen. Af en toe is het echter ook jammer. De laatste hoofdstukken gaan me net iets te snel.
Rabiës is een heel dramatische ziekte en wat mij betreft had het ziekbed van Viktor meer hoofdstukken mogen duren. Ook krijgen we na Viktors overlijden nauwelijks nog iets van Lyssa te zien, ineens blijkt Oszkar te zijn verhangen, en loopt het conflict tussen Aleksei en Gaspar wel heel snel uit de hand. Dit te hoge tempo, en af en toe wat zinswendingen die anachronistisch aandoen, zijn de enige minpunten die ik weet te bedenken.
Zoals gezegd heb ik veel plezier beleefd aan het herkennen van elementen uit Russische romans. Dat is echter niet de enige aantrekkingskracht van het boek. Alleen al het plot en de gelaagdheid van de personages maken
Lyssa de moeite van het lezen waard. Wat mij betreft schrijft Hofland nog zo’n boek.