Een onbekende plaats in een onbekende tijd, in die abstractie speelt Lampje zich af. Het boek bevat veel elementen van vroeger, maar ook veel moderne aspecten. Die onduidelijkheid vind ik heel fijn. Het is tijdloos. Het geeft het boek meer vrijheid. Het boek is zo ook haar eigen context, haar eigen wereld. Verwijzingen naar zaken buiten het boek zijn er wel, maar het gaat dan vaak om intertekstuele verwijzingen naar andere werken die óók een wereldje op zich zijn, zoals de sprookjes van Andersen (zie ook het motto).
Wat mij vooral aansprak aan het boek is de setting: het verhaal speelt zich af in een kustdorp met zwarte huizen, nare kermissen, donkere bossen, verlaten vuurtorens en bijna overal stinkt het wel naar iets als rotte vis of zo. Echt prachtig neergezet.
Ik zag het allemaal een beetje voor me in de sfeer van de film ‘
La Cité des Enfants Perdus’ van
Jean-Pierre Jeunet en
Marc Caro. Dat komt sowieso doordat ik de film redelijk recent gezien heb, maar ook vast omdat de zee in die film net zo groenig is als de zee op de omslagafbeelding van dit boek. Net als Jeunets film is 'Lampje' een duister en avontuurlijk sprookje vol vreemde figuren. De personage Lampje lijkt ook best wel op Mitte, de protagonist uit ‘La cité des enfants perdus’, die ook voor niets bang is.
Annet Schaap is wat mij betreft vooral op dreef in de zogenaamde world building. Sommige passages zijn echt schitterend: de verschuiming van Edwards tante is echt een heel sterk stuk, dat ook dramatisch goed werkt. Ook de freakshow op de kermis, geen bijster origineel gegeven, wist Schaap toch verrassend uit te werken. Overigens zag ik, door mijn associatie met Jeunets film, de dwerg Oswald voor me als Dominique Pinon en de Siamese tweeling als die akelige ‘La Pieuvre’ uit de film.
Ook het verhaal weet zeker te boeien. Schaap werkt de personages allemaal goed uit, met name uiteraard de hoofdpersoon. Haar innerlijke dialogen zijn fantastisch om te lezen. Ik leefde ook echt met Lampje mee - zeker in de scene dat ze haar vader wil bezoeken, maar het huis afgesloten aantreft en vervolgens haar kwade gedachten projecteert op de planken, de meeuwen en de zee. Lampjes (aanvankelijk vrij sombere) gedachtewereld is echt een grote meerwaarde voor het boek.
Een klein minpuntje aan het boek vond ik toch wel het einde: het voelde voor mij toch te veel als het samenrapen van alle losse eindjes, bijeen knopen en klaar. Niet dat ik het slecht bedacht vond allemaal - zeker niet - maar het einde focuste wat mij teveel op het afwerken van het plot, en dan merk je als lezer gewoon weer dat je een verhaal aan het lezen bent.
Paul Biegel (met wie Annet Schaap na dit debuut, wat mij betreft terecht, veelvuldig vergeleken wordt) laat (in zijn goede boeken) de eindes wat meer nazinderen, er blijven nog wat losse eindjes voor de lezer om aan te peuteren. Biegels eindes zijn wat meer verstild en sfeervoller. Het is een slot op een kier. En dat miste 'Lampje' een beetje, naar mijn smaak.
Overigens verzuipt het plot ook wel een beetje in zijplotjes: Schaap gooit doorheen het boek veel balletjes op, die ze niet allemaal even mooi weer opvangt. Dat zijplotje met Juul (de vrouw met de baard) had van mij niet gehoeven op deze manier: het had of mogen worden uitgebreid of gewoon achterwege worden gelaten. Nu hing het er een beetje bij.
Maar goed, verder heb ik ontzettend veel van dit debuut genoten. Het blijft ook verbazingwekkend dat Annet Schaap, die hiervoor al decennialang boeken illustreerde, nu pas met dit geweldige romandebuut komt. Volgens mij is Annet Schaap een betere schrijver dan alle auteurs voor wie ze ooit getekend heeft
