Wij Uiten Wat Wij Voelen, Niet Wat Past - Harry Mulisch (1984)
Nederlands
Ideeƫnliteratuur
17 pagina's
Eerste druk: De Bezige Bij,
Amsterdam (Nederland)
In deze voordracht, gehouden op 5 mei 1984, trekt de schrijver een parallel tussen het moment van de voordracht en een tijdstip veertig jaar na de de dood van Shakespeare's King Lear. Er dreigen conflicten, waarmee vergeleken die rond Lear verbleken. Maar de tijd waar iedereen het nog steeds over heeft en die jaarlijks herdacht wordt, dat zijn nog steeds de dagen van Lear. Want, zoals Shakespeare-vertaler Bilderdijk schreef: 'wij jong'ren, wij beleven nooit zo veel'. Verder voortbordurend op de overeenkomst tussen de twee tijdstippen vraagt Mulisch zich af of het denkbaar is dat oorlogen niet ontstaan omdat de mens slecht is, maar vooral ook omdat zo'n gebeurtenis de mogelijkheid schept om goed te zijn.