Mijn favoriete dag? Zondag, de dag des Heren.
En dan is het vandaag, 15 augustus, ook nog eens de dag dat we de Tenhemelopneming van Maria vieren, althans in katholieke kringen. Een dubbel bijzondere dag dus en ik ben dan ook zeer dankbaar dat ik op deze feestdag hier op dit fijne Boekmeter iets mag neerkwakken over een boek dat ik de afgelopen week las: Moeder en Zoon van Gerard Reve uit het jaar 1980.
Een dag of tien geleden was ik in de bieb waar ik met dit boek in mijn handen stond, althans met het Verzameld Werk deel 3 waarin deze roman is opgenomen. Aarzelend of ik het boek wel mede zoude nemen, besloot ik het toch weer terug te zetten in de kast, ik had immers al een aardig stapeltje boeken bij elkaar verzameld waar ik wel even mee zoet zoude zijn. Ik liep dus weer de hoge en brede trap af richting begane grond, maar toen ik bijna de laatste trede had bereikt, besefte ik opeens dat het boek, de binnenzijden van zowel de voor- als achterkaft, wel een erg fraaie kleur had: lichtblauw, ook wel babyblauw genoemd.. Wisten jullie trouwens dat de strikte scheiding tussen 'blauw voor jongens' en 'roze voor meisjes' pas dateert van halverwege de 20ste eeuw? In de negentiende eeuw was dit precies andersom. Roze komt van rood en dat gold toen nog als een mannelijke kleur, vanwege de rode uniformjasjes van soldaten. Blauw hoorde bij de maagd Maria en was dus een typische meisjeskleur. De meeste baby's gingen overigens gewoon in gebleekt wit linnen gekleed, dit terzijde.
Mijn aan dwangneurose grenzende obsessie met kleuren stuurde me uiteindelijk die ellendige trap weer op om dat boek te gaan halen.
Afijn, het boek. De zelfironie, wat ik hier al lees, druipt als een brandende kerkkaars van het papier af, maar ik vind Reve met name goed en geestig op momenten dat hij weer zo lekker provocerend bezig is. Bijvoorbeeld als hij in de kerk een jongen bij het orgel ontwaart, van een jaar of achttien, negentien, maar even later als hij diezelfde jongen bij de koffie weer ziet zich opeens realiseert dat hij helemaal geen 18 is, maar dertien of hooguit veertien haha...
Of de seksafspraak met de dertigjarige Otto van D. die hij eigenlijk helemaal niet zo aantrekkelijk vindt en met 'zo'n lijzige nichtentoon' praat.. De erotische scènes tergend langzaam beschreven. Veel woorden nog op ouderwetse wijze geschreven met de letter k: ekstra, konklusie, reaksie...Heerlijk! Crocusbolletje dan gewoon weer met c.
Reve was duidelijk een mysticus en zag God in feite als liefde, niets meer, niets minder.. vooral het vrouwelijke aanbad hij (de maanaanbidder!) God wordt Mens, en dat is een Man; een Mens wordt God, en dat is een Vrouw. (Collega's van God, Joost Zwagerman)
Vond ook wel bijzonder, en dat las ik in de beknopte biografie Levensloop van de schrijver aan het einde van de roman De Circusjongen, ook in dit verzameld werk te vinden, dat hij in 1966, het jaar van het Ezelproces, naar Lourdes is afgereisd in de hoop daar te genezen van zijn drankzucht en zwaarmoedigheid.
Aan het begin van de roman vertelt Reve dat hij op zijn oude school twee broeders tegen het lijf liep bij wie hij een geur van oud golfkarton en vochtige eierdozen gewaar werd. Dan schrijft hij: Hoe konden mensen zichzelf en het beeld van de mens, dat volgens hen toch het beeld van God was, op zulk een wijze geweld aandoen? In het nummer God is Love van Madonna zitten de lyrics If God is love and love is God, then why are we actin' like it's not? Hoewel Reve het anders en vooral geestiger bedoelde komt het in zekere zin toch op hetzelfde neer.