Zelden is de denk- en belevingswereld van mensen in de Renaissance zo geloofwaardig beschreven als in
Het hermetisch zwart. Yourcenar slaagt er geweldig goed in om de moderne lezer terug te werpen naar een periode waarin denken in vrijheid op zichzelf al een subversieve daad is. De hoofdpersoon, genaamd Zeno, is arts, alchemist, wetenschapper, ingenieur, filosoof. Zijn kennis van de wereld is beperkter dan de onze, maar zijn drang om haar te begrijpen gaat veel dieper. Het boek confronteert je met het gemak waarmee wij al die verworven kennis voor vanzelfsprekend aannemen, terwijl er eeuwenlang keihard voor gezwoegd is en velen met hun leven betaalden. Hier gaat vrijheid van meningsuiting over, niet over bagatellen of kleingeestige stokpaardjes.
Er zijn drie delen in de roman, waarvan ik het eerste deel het beste vind. Dit vooral vanwege de verplaatsingen van de handeling over verschillende personages, zonder dat er een strakke hoofdlijn lijkt te zijn. Sterker nog, nadat Yourcenar het eerste hoofdstuk begonnen is met Henri-Maximilien Ligre denk je een tijdje dat dit de hoofdpersoon is. Zeno maakt aanvankelijk bepaald geen sympathieke indruk. Ook diverse bijpersonages worden ineens gevolgd, om dan weer langdurig of volledig uit het verhaal te verdwijnen.
Yourcenar beschrijft het in een prachtige stijl van rijk gestoffeerde zinnen. Een tikje archaisch soms en vrij 'vol', maar zonder dat het pronkerig is. Wat ze heel goed kan is de denkwereld van haar karakters in de lopende tekst integreren, vaak maar in een paar regels en zonder dat je als lezer met de verteller geconfronteerd wordt. Dat is dé manier om deze tijd, de zestiende eeuw, op te roepen, veel meer dan bijvoorbeeld allerlei beschrijvingen van gebruiken, plaatsen of voorwerpen, waarop negen van de tien schrijvers zich zou richten. Het gemak waarmee medemensen worden veroordeeld tot marteling en de dood, compleet doordrongen in de samenleving, en hoe dat je manier van leven beïnvloedt, Yourcenar maakt het inzichtelijk.
Naarmate het verhaal vordert komt de focus steeds meer bij Zeno te liggen, deze vrije denker (een ruime halve eeuw voor Descartes, moet je voorstellen, het zou zelfs nog meer dan een eeuw duren voor Bach geboren werd, om een ander ijkpunt te noemen). Het relativisme en de tolerantie die hij in zijn eigen denkwereld heeft bereikt is geen anachronisme maar een zwaar bevochten leefwijze, die ontzag oproept. Literair wordt het in het tweede en derde deel wel iets minder interessant, omdat niet alleen de vrijheid van de protagonist minder groot is maar ook die van de tekst: de setting alleen al beperkt zich nu tot Brugge. Niettemin blijven er fraaie passages opdoemen, bijvoorbeeld wanneer Zeno toch op pad trekt om per boot het land te verlaten (en zich misschien aan te sluiten bij de watergeuzen en de strijd van Willem van Nassau). Ook het slot is zeer sterk, met als laatste zin:
En tot zover kan men gaan in het einde van Zeno.
In navolging van
handsome_devil sluit ik af met een leessoundtrack, dat wil zeggen, ik beleefde een momentje van magie toen ik nét een CD met oude muziek van Lassus had opgezet en deze componist vervolgens in de tekst opduikt, omdat een voorgespeeld motet in het hoofd van Zeno blijft hangen. Blijkbaar had Yourcenar zelf een innige band met haar personages, ze leefde met hen als met tijdgenoten, zo schrijft de vertaler in het nawoord, maar hier voelde ik me ook door de eeuwen heen verbonden met dit fictieve karakter.