Nadat het lezen van
Kinderen van Moeder Aarde een plezierig feest van herkenning bleek, moest natuurlijk ook de opvolger eraan geloven. Dit deel wordt grotendeels vanuit het perspectief van de Badeners verteld. Waar in het vorige deel alle Badeners doorgaans over dezelfde kam geschoren werden, doet Beckman nu moeite om er individuele personages van te maken, en dat doet het verhaal veel goeds. Kilian Werfel is zo'n typische Beckman-held: nieuwsgierig, intelligent en met een functionerend moreel kompas, maar feilbaar genoeg om je mee te kunnen identificeren. De officieren zijn ook niet allemaal schurken, hoewel ze natuurlijk wel allemaal dezelfde verkeerde denkbeelden hebben. Meer dan in het vorige deel echter zien we echter nu hoe verschillend de Badeners ermee omgaan als die denkbeelden aangetast worden door wat ze in Thule doormaken. Subtiliteit is nog altijd niet Beckmans sterke kant, maar de personages krijgen iets meer de ruimte om zich te ontwikkelen.
Het gaat er in dit tweede deel wat heftiger aan toe dan in het vorige deel. Niet alleen het land zelf lijkt de Badeners vijandig gezind, ook de Thulenen hebben een stuk minder schroom om slachtoffers te maken dan bij de vorige Badense invasie. Er wordt een paar keer genoemd dat dit de Thulenen in gewetensnood brengt, maar dat wordt niet goed uitgewerkt. We krijgen niet te zien hoe bijvoorbeeld besloten wordt om
de bosbrand aan te steken, terwijl dat wel een cruciaal moment moet zijn geweest. Sowieso komen de Thulenen er bekaaid van af qua aanwezigheid (de Konega, mijn favoriete personage uit het eerste deel, komt nauwelijks aan het woord) en karakterontwikkeling. Fijn dat de Badeners in dit deel wel als individuen worden beschreven, maar jammer dat dit dan weer ten koste gaat van de Thulenen. Die zijn allemaal opgeruimd, vastbesloten en vol vertrouwen - daar ging ik me op een gegeven moment toch wat aan ergeren. En ik snap nog steeds niet wat iedereen toch ziet in die Thura.
Het Helse Paradijs zit goed in elkaar qua plot en is in dat opzicht misschien wat volwassener dan het eerste deel. Minder familieperikelen, meer identiteits- en integratieproblematiek. Er vallen slachtoffers - ik was alweer helemaal vergeten dat het boek toch behoorlijk schokkend eindigt. Aan de andere kant is er in dit tweede deel minder terug te vinden van het plezier waarmee de schrijfster haar utopische samenleving heeft geschapen, en dat is jammer. Al met al kom ik daarom op dezelfde waardering uit als voor de voorganger.