De vierde roman met Miss Marple speelt zich af in het fictieve dorpje Chipping Cleghorn. Zoals vaak vindt de moord plaats in een plattelandshuis, in besloten kring, met een beperkt aantal verdachten. Het gebeurt in de late jaren 1930, want er is een Oostenrijkse vluchtelinge en een gepensioneerde kolonel die voorspelt dat het oorlog zal worden. Herkenbaar zijn enkele volkse dorpsbewoners, waaronder de praatgrage vrouw van de dominee. Minder conventioneel is de aanwezigheid van twee samenwonende vrouwen.
Er zijn voldoende hints om aan te nemen dat zij een lesbisch koppel vormen, wat gewaagd was voor die tijd.
Het wordt afwisselend verteld uit het standpunt van de dorpsbewoners en de politie. De gedachten van de frêle Miss Marple kun je niet lezen, want dat zou het mysterie bederven. Zij wordt erbij gehaald na de moord. Ze houdt zich niet bezig met fysieke actie of het opsporen van sigarettenpeukjes, maar heeft veel mensenkennis en bekijkt de zaak vanuit een psychologische invalshoek.
De beginsituatie met het moordspel doet denken aan
A Man Lay Dead. De identiteit van de moordenaar valt te raden, als je je niet laat afleiden door allerlei valse sporen. Aanwijzingen zitten op plaatsen waar je ze niet verwacht. Ingewikkeld is de zoektocht naar het motief voor de eerste moord.
Daarvoor gaat inspecteur Craddock in de Schotse Highlands delven in het verleden. Dat leidt tot een intrige met een erfeniskwestie en valse identiteiten. Het blijft verbazend hoeveel knap geconstrueerde detectives Agatha Christie geschreven heeft, gespreid over ruim een halve eeuw.