the Cheshire cat schreef:
Het leven is een soep en wij zijn de balletjes (En de zin van het leven, die vinden we als we al de vermicellilettertjes uit de soep halen en gaan puzzelen).
Het volledige citaat luidt toch:
Het leven is een soep en wij zijn de balletjes (En de zin van het leven, die vinden we als we al de vermicellilettertjes uit de soep halen en gaan puzzelen). De maker van de soep, en daarmee ook de maker van de balletjes, kan worden aangeduid als 'De Soepmaker'. De Soepmaker is in wezen een niet-persoonlijke substantie die voor alles, dus ook soep, verantwoordelijk is. De soep, en daarmee ook de balletjes, is een aandoening, of modificatie, van het attribuut 'uitgebreidheid' van de Soepmaker, aangezien je een driedimensionale kop soep niet zelfstandig, i.e., zonder hulpmiddelen die de soep ook in de werkelijkheid laat bestaan, kunt bedenken en de kop soep dus niet onder het attribuut 'denken' kan vallen. Wij soepballetjes kennen dan ook maar twee attributen van de Soepmaker, namelijk de eerdergenoemde attributen 'uitgebreidheid' en 'denken'. De vermicellilettertjes, ook modificaties, staan symbool voor ons verstand, waarmee we beseffen dat wij in feite de balletjes in een kop soep zijn en dus, i.e., door middel van dit besef, dichter tot de Soepmaker komen. Als we ons verstand actief en adequaat gebruiken beseffen we dat we het leven geen soep is maar 'het leven' en dat wij mensen geen 'balletjes' zijn maar 'mensen'. Het voorafgaande metafoor kan dus gezien worden als het resultaat van een inadequaat en passief verstand. De 'Soepmaker'? Deze blijft tot op de dag van vandaag een mysterie.
Of was dat een ander boek?