The Bell Jar - Victoria Lucas (1963)
Alternatieve titel: De Glazen Stolp
Engels
Psychologisch
258 pagina's
Eerste druk: Heinemann,
Londen (Verenigd Koninkrijk)
Esther Greenwood is een beschermd opgevoed meisje, die wanneer ze 19 is een maand op de redactie van een bekend vrouwentijdschrift in New York mag werken. Deze prijs heeft ze gewonnen door een verhaal te schrijven. In die maand leert ze een andere manier van leven. Ze gaat echter ook vreselijk aan zichzelf twijfelen. Dit doet ze helemaal wanneer haar vriendje, Buddy Willard haar vertelt dat hij iets met een dienstmeisje gehad heeft. Wanneer Esther na de maand thuiskomt, hoort ze bovendien van haar moeder dat ze afgewezen is voor een schrijf-cursus. Die had ze in de zomer willen volgen. Ze besluit geen andere cursus te volgen en blijft thuis. Ze probeert een boek te schrijven. Ze probeert voor haar studie te schrijven. Het lukt allemaal niet. Ze kan niet meer slapen. Van haar moeder moet ze naar een psychiater, Dr Gordon.
Heel intens en beklemmend geschreven!
Ik kan me nog wel herinneren dat het grootste deel van mijn klas niet door dit boek heen kon komen dus heel toegankelijk zal het niet geweest zijn...
Die emotionele kant van de roman, die er dus ontegenzeggelijk is, ervoer ik zelf te weinig. Vandaar dat ik het een wat vlak boek noem. Het raakt aan thema's waar mensen verschrikkelijk mee overhoop kunnen liggen, maar het doet geen poging ze werkelijk te doorgronden. Daardoor krijg je passages als:
"I smelt a mingling of Pablum and sour milk and salt-cod-stinky diapers and felt sorrowful and tender. How easy having babies seemed to the women around me! Why was I so unmaternal and apart? Why couldn't I dream of devoting myself to the baby after fat puling baby like Dodo Conway?"
Wel het vraagteken, maar daarna stilte. Als het niet zo autobiografisch was zou ik ze zelfs wegzetten als clichés... Stilistisch bevredigde dit werk me ook niet, wat jammer is gezien het feit dat het door een dichteres geschreven is. Wel mooi gevonden is de metafoor van de glazen stolp uit de titel.
Een somber semi-autobiografisch boek, maar Sylia Plath heeft het verhaal heel aantrekkelijk weten te maken door te schilderen met haar woorden en gebruik te maken van beeldspraak. Dit zegt iets over haar kwaliteiten als dichteres. Ik zou het ooit nog eens willen herlezen. Een klassieker!
Naar mijn mening Het Boek Van De Eeuw, een zeer openhartig en humoristisch werk dat
ik nét iets beter vind dan Salinger's The Catcher In The Rye.
Een bang en boos boek, vol paranoïde gedachten, gedachten die in de tijd van de Koude
Oorlog niet zo vreemd waren.
'Ik kots van dat soort meiden.' Ha!
Ik ben nu een boek van Janet Frame aan het lezen, de omschrijving hierboven doet aan deze roman (Een Engel Aan Mijn Tafel ) denken ...
Ik zat in een rieten stoel met een klein cocktailglas vol tomatensap.
Een boek dat ongetwijfeld merites heeft, maar ik zag ze niet en voelde ze nog minder. (Uitgelezen…op karakter. Toch de draad terug oppikken van Pessoa’s ‘Boek der rusteloosheid’ dus, waarin ik tot voor kort bezig was…tweehonderd pagina’s beven, het benauwd krijgen van intensiteit, snakken naar een adempauze, pfieuw...dàt is waar kunst en psychiatrie met elkaar verweven geraken. Maar hier...?)
2,75*
Het werd gaandeweg het boek wat interessanter. Ergens halverwege het boek werd ik opeens gepakt door een paar beklemmende en ijzersterke passages. Daarna blijft het interessant. Dit komt vooral vanwege haar onstilbare wil tot zelfdoding. Zonder opsmuk, en nog steeds zonder gepsychologiseer, blijft Esther zoeken naar manier om zichzelf van het leven te beroven. Door kiertjes zie je als lezer de wanhopige pogingen van haar omgeving om haar van haar ideeën af te brengen.
Ik had meer van het boek verwacht. Wellicht kan een herlezing over een tijdje me op een ander been zetten.
Ik had er de eerste keer moeite mee om door te raken. Toch raakt het en blijft het hangen na lezing. Haar wereld is duidelijk omschreven, de context, de tijd, het verstikkende, allemaal goed neergeschreven zonder alles tot in het kleinste detail te benoemen, en toch zijn er veel details beschreven in het boek en dat is sterk.
Waar er duidelijk sprake is van suïcidaal gedrag van het personage, is er toch ook humor terug te vinden in het boek.
Aanvankelijk vond ik het wel spannend om de avonturen van een jong aanstormend vrouwelijk talent in New York mee te beleven. Het was me wel duidelijk dat ze niet een persoon was die helemaal haar weg gevonden had, maar hopeloos leek ze me zeker ook niet. Tot en met hoofdstuk acht (waar ze op het eind voor de neus van Buddy Willard haar been brak) ging mijn eerste etappe. Toen heb ik het boek een tijdje weggelegd, ik weet niet precies waarom... iets met het langer willen laten na sudderen van kortere stukken i.p.v. in één ruk uit te lezen, zoiets.
Hoofdstuk negen is het laatste dat zich in New York afspeelt en dan begint hoofdstuk tien met haar terugreis per trein naar haar geboortestad Boston (of een suburb daarvan) en vanaf dat moment wordt het vrij snel een heel ander verhaal. In het eerste deel waren het de (vaak bescheiden) belevenissen en vooral prachtige omschrijvingen die me helemaal mee kregen, daarna werd het steeds droeviger en diep confronterend, en eerlijk gezegd kwam de stijl mij daar ook vaker zakelijker over, met minder passages die van een rake schoonheid overliepen. En als je persoonlijk nooit kennis hebt gemaakt met welke kant dan ook van de psychiatrie, dan kan dit nog wel es rauw op je dak vallen. Niet dat ik 'The Bell Jar' in zo'n geval zou afraden, juist niet.
Ik heb helaas niet een potlood gebruikt om de eruit springende passages te markeren (ik ga het boek zeker nog eens lezen, dus misschien...), dus moet je het doen met deze, die nog niet tot het beste behoort, maar ik nog wel redelijk makkelijk terug kon vinden:
'Piece by piece, I fed my wardrobe to the night wind, and flutteringly, like a loved one's ashes were ferried off, to settle here, there, exactly where I would never know, in the dark heart of New York.'
En nog een stukje schiet me net te binnen, wat meteen een tekenend stukje opvoeding van Esther Greenwood illustreert: 'It's not that we hadn't enough at home, it's just that my grandmother always cooked economy joints and economy meat loafs and had the habit of saying, just before you lifted the first forkful to your mouth, "I hope you enjoy that, it cost forty-one cents a pound," which always made me feel I was somehow eating pennies instead of Sunday roast.'
Het eerste deel zou ik met weinig moeite vijf sterren geven, het tweede gaat eerder richting een dikke acht.
Dus dan is een eerlijk cijfer is gauw gegeven. Indrukwekkend en humbling.
4,5*.
In de zomer van 1953 werd Plath vanwege een zelfmoordpoging opgenomen in een psychiatrische kliniek, waar ze elektroshocks onderging. Met name op deze ingrijpende gebeurtenis in haar leven heeft ze haar roman gebaseerd. Omdat Plath vreesde dat mensen zich in de personages zouden herkennen en haar zouden aanklagen wegens smaad, bracht ze het boek uit onder het pseudoniem Victoria Lucas.
Met de ietwat obscure openingszin zet ze al direct de juiste toon: It was a queer, sulty summer, the summer they electrocuted the Rosenbergs, and I didn't know what I was doing in New York. Het gaat hier om het joodse echtpaar Julius en Ethel Rosenberg dat in 1953 vanwege spionage voor de Sovjet-Unie werd terechtgesteld. In het conformistische Amerika van Eisenhower was een heksenjacht gaande onder aanvoering van senator McCarthy op alles wat maar een beetje afweek van het 'gewone'. De Rosenbergs diende als voorbeeld, net als de vrouwen in de heksenprocessen van Salem. Voor Plath stond de elektrocutie symbool voor de onderdrukking van Afro-Amerikanen, homoseksuelen, joden, dissidenten en kunstenaars. De openingszin verwijst bovendien naar de elektroshocktherapie die de protagonist Esther Greenwood verderop in het verhaal moet ondergaan.
In de eerste helft van de roman is er nog niet veel zorgwekkends aan de hand en zullen veel lezers zich ongetwijfeld herkennen in de wat introverte Esther die feestjes liever ontwijkt en het mondaine leven van de modewereld waar ze zich middenin bevindt stiekem verafschuwt. "Waarom proberen mensen zichzelf voor de gek te houden door te denken dat geld, kleren en auto's zo belangrijk zijn? Zijn ze bang om in hun ziel te kijken?" (SP aan een correspondentievriend, 1950). Maar gaandeweg sluipt de waanzin het verhaal in, geruisloos als een dief, en lijken Esthers gedachten steeds koortsachtiger te worden.
Ik ben het er absoluut niet mee eens dat het boek geen diepgang kent of humor heeft. In het eerste hoofdstuk bijvoorbeeld zit een stukje waarin ze zegt dat ze voor een vrouw vrij lang is (1.78 op kousenvoeten) en dat wanneer ze naast een man loopt die kleiner is dan haar ze zich automatisch kleiner maakt, waardoor ze zich net voelt als iemand met een afwijking, de lange sladood uit een tweederangs variéténummer. Hihi..
En om de passage waarin ze opeens besluit schrijver te worden, maar vervolgens gaat zitten twijfelen of ze wel genoeg levenservaring heeft heb ik enorm gelachen: Een meisje dat ik kende had pas een prijs gewonnen met een verhaal over haar avonturen bij de pygmeeën in Afrika. Daar kon ik toch nooit tegenop? Haha.. Ze verliest op jonge leeftijd een ouder, lijdt aan zware depressies, en toch is er dat verdomde onzekere stemmetje in haar dat zegt: 'Je hebt niet genoeg levenservaring'. Op blz. 82 zegt ze: "..had ik voor het eerst het gevoel dat ik jammerlijk te kort schoot." De Glazen Stolp gaat met name ook over de onmogelijkheid om te kiezen en dat gevoel tovert ze om in een prachtige metafoor: de vijgenboom.
Ook de titel zelf is een fraaie metafoor die mooi weergeeft hoe Esther haar depressie ervaart, alsof ze gevangenzit in haar eigen geest, afgesneden van de wereld, te smoren in haar eigen zure lucht. Tegelijk staat de glazen stolp symbool voor de in die tijd heersende angst voor de atoombom, omdat het visueel gezien de vorm heeft van een paddenstoelwolk.
Dit is geen antipsychiatrie boek. Plath was weliswaar bekend met R.D. Laings The Divided Self, ze verzet zich eerder tegen een patriarchaal medisch systeem en wantrouwt mannelijke dokters die zich volgens haar eerder bezighielden met marteling dan met genezing. Esther kan het dan ook totaal niet vinden met dokter Gordon, terwijl ze met dokter Nolan meteen een goede klik heeft, een vrouwelijke psychiater die Plath baseerde op haar eigen geliefde Dr. Beuscher.
Het woord 'depressie' komt in het hele boek niet voor en dat vind ik bijzonder knap van Plath. Op één uitzondering na, op blz 39: Mijn Duits sprekende vader, die al sinds mijn negende dood was, kwam uit een of ander manisch-depressief gehucht in het pikdonkere hart van Pruisen. Plath verwijst hier tevens naar het feit dat depressiviteit voorkwam in haar familie, aan vaderskant. Haar grootmoeder Ernestine Plath is zelfs overleden in een krankzinnigengesticht, in 1919 in Salem (Oregon).
Aan het einde voert Plath een dostojevskiaanse dubbelganger op: Joan, een mede-patient in de inrichting die Esther nog van vroeger kent. Maar Plath laat Joan doodgaan door haar zelfmoord te laten plegen. Wat gezien kan worden als een overwinning voor Esther, want die heeft haar zelfdestructieve alter-ego uit de weg geruimd als het ware en loopt als herboren de kliniek uit.
Weet niet hoe vaak ik dit boek heb gelezen, in het Nederlands, in het Engels, ben de tel kwijtgeraakt, maar het is na al die jaren nog altijd mijn favoriete roman. Persoonlijk beschouw ik de passage waarin Esther haar vaders graf bezoekt als het mooiste gedeelte: Toen knikten mijn knieën, en ik zakte ineen op het kletsnatte gras. Én de passages daar vlak voor, als ze als vrijwilliger in een ziekenhuis gaat werken waar het helemaal misgaat en ze erover denkt om dan maar non te worden: Ik wist wel zo'n beetje zeker dat de katholieken geen getikte nonnen aannamen. De man van mijn tante Libby had eens een verhaal verteld over een non die door een klooster naar Teresa was gestuurd voor een onderzoek. Die non hoorde steeds maar harpmuziek in haar oren en een stem die almaar zei: 'Halleluja!' Maar toen er verder werd gevraagd bleek ze niet zeker te weten of die stem nu Halleluja zei of Arizona. De non was geboren in Arizona. Ik geloof dat ze uiteindelijk in een inrichting terecht was gekomen. Hahaha...
Plaths volgende roman zou Doubletake gaan heten, wat betekent dat wanneer je iets nog eens goed bekijkt, er een diepere, dubbele betekenis wordt onthuld.
Ogenschijnlijk heeft ze weinig reden tot klagen. Ze krijgt een studiebeurs en een stageplek bij een modeblad; ze is jong en gezond. Desondanks voelt ze zich slecht. Haar leven lijkt al door anderen voor haar uitgestippeld. In Massachusetts wordt ze geacht met Buddy te trouwen en huisvrouw te worden. In New York zijn er kansen om vooruit te komen, maar dan wordt de prestatiedruk zeer groot. De ongelijke normen tussen mannen en vrouwen kwellen haar. Ze doet aan automutilatie en herkent zichzelf niet meer in haar spiegelbeeld.
In de eerste helft zit veel zwarte humor. Die mislukte zelfmoordpogingen doen denken aan het puntdicht Resumé van Dorothy Parker. Daarna wordt het wranger. Elektroshocks, insulinetherapie en lobotomie waren psychiatrische methodes die vaak meer kwaad dan goed deden.
De titel geeft aan dat ze zich afgescheiden voelt van de wereld, als in het luchtledige. Plath hanteert een poëtische stijl met metaforen en vergelijkingen. Ze schaamt zich niet om haar zwakheden en zielenroerselen te delen. Het heeft de intimiteit van een tienerdagboek, maar beter geschreven.