Dit zijn van die boeken die zo belangrijk zijn dat ze niet genoeg kunnen worden aangehaald. Het belang van goede onderzoeksjournalistiek, van harde feiten en duidende waarheidsvinding is, in deze vluchtige tijden van loslopende beweringen, van doorslaggevende betekenis. Overal om ons heen worden we bewust en, voornamelijk, onbewust beïnvloed door verschijningen waarvan we het bestaan misschien wel vermoeden, maar waarvan we de invloed nauwelijks kunnen inschatten. Als ik in het boek lees dat er “smart-tv’s (bestaan) die een voor ons onhoorbare toon versturen die wordt opgevangen door een app op je telefoon. Zo is te achterhalen weke programma’s je kijkt en welke apparaten er bij elkaar in de buurt zijn”, dan schrik ik toch even. Ben ik dan zo naïef? Een beetje misschien. Zeker als de schrijvers me even vertellen dat “Facebook en Google geen publieke diensten (zijn). Het zijn immens succesvolle advertentiebedrijven. (…) Wij zijn geen klanten van Facebook en Google, wij zijn hun producten.” Ja, denk ik dan. Logisch. Waarom laat ik dat eigenlijk zo gemakkelijk toe? En, denk ik dan, ik zal niet de enige zijn. Om de schrijvers weer aan het woord te laten: “waarom is het wel vanzelfsprekend dat de bankbediende respectvol met jouw persoonlijke informatie omgaat, terwijl de website van de bank verschillende trackers toelaat die informatie over jou verzamelen en verkopen aan commerciële partijen?”
Ach, hoor ik een aantal van jullie denken, is dit zo’n moraliserend boek van de beterweters van De Correspondent? Zijn dit weer van die azijnpissers die elke innovatie tegen willen gaan en niet met de tijd mee kunnen gaan? Het antwoord is nee, dit is niet zo’n boek. Het is een helder, toegankelijk boek waarin de schrijvers, op een nuchtere manier, hun zoektocht omschrijven, waarin ze laten zien hoe ze relevante vragen stellen bij technologische innovaties, waarbij ze in veel gevallen zich afvragen in hoeverre mensenrechten (om het maar even zo groot te maken als het is) in het geding zijn. Want, stellen ze: “het probleem is dat overheden en bedrijven al die data gebruiken om ons in een bepaalde richting te duwen – zonder dat hij het doorhebben.” En de woorden die daarvoor worden gebruikt, “onzichtbaar prikkeldraad”, zouden voldoende moeten zeggen. Daarmee is het een boek dat bewustzijn creëert, vragen oproept en ons laat nadenken over de wereld waarin we leven. En dan doet het boek precies wat de media die we daar zo vaak voor gebruiken, en waar de schrijvers zo kritisch over zijn in het boek, steeds vaker lijkt na te laten.