Wat een heerlijk slot van deze fijne trilogie. Ik ben de boeken gaan herlezen met een klein beetje angst dat ze tegen zouden vallen, nu ik te oud ben om tot de officiële doelgroep te behoren, maar gelukkig bleek niets minder waar. Zoals gezegd bij
Triomf van de Verschroeide ... is Thea Beckman een meester in het opdienen van geschiedenis als een smakelijk verhaal.
Tot mijn vreugde ligt de focus in dit derde deel nog meer bij Bertrand Du Guesclin. Hij is niet alleen interessant om wat hij voor de geschiedenis heeft betekend (veldslag hier, belegering daar) maar ook omdat hij zo'n fantastische persoonlijkheid heeft. Hoewel hij inmiddels lang niet meer de onaanzienlijke boer is uit het eerste deel, is zijn karakter nauwelijks veranderd. Hij kan nog steeds nauwelijks door een deur met de deftig uitgedoste ridders die op het slagveld paraderen om glorie te vergaren. Als hij gedwongen wordt onder het bevel van dergelijke figuren te vechten, loopt dat dan ook niet goed af. Gelukkig maar, want zo krijgen we ook de menselijke kant van Du Guesclin te zien.
Persoonlijk vind ik het prima dat we Marie-Claire nauwelijks terugzien in dit derde deel. De meeste hoofdstukken worden nu verteld vanuit het oogpunt van Robert of Matthis. Laatstgenoemde vind ik trouwens steeds sympathieker worden. Zijn
romance (of meer, gedroomde romance) met Rosita deed me niet zo veel, maar de combinatie Cuvelier-Du Guesclin werkt erg goed.
Wat we in dit derde deel ook minder zien dan voorheen is Frankrijk. Een groot deel van het verhaal speelt zich af in Spanje. Vind ik ook geen probleem; Du Guesclin is erbij en we krijgen zelfs de vertrouwde Engelsen weer te zien. In Frankrijk wacht altijd weer de trouwe Tiphaine, een personage dat mij intrigeert. Zelfs toen ik de boeken voor het eerst las vond ik het al fascinerend hoe ongelijk en blijkbaar toch gelukkig het huwelijk tussen deze twee slecht bij elkaar passende mensen is.
Het Rad van Fortuin is, net als de hele trilogie, een uitstekend leesbaar verhaal bomvol kleurrijke personages en avontuur. Je merkt dat het gericht is op een jong publiek (vooral in de hoofdstukken van Robert) maar dat wordt nergens echt hinderlijk. Het roept ook een soort kinderlijk enthousiasme op; zonder dat de minder fraaie kanten van de oorlog onder het tapijt worden gemoffeld. Wat mij betreft een van de beste Nederlandse jeugdboeken.