Tragikomisch.
Eén woord voor een boekje dat beknoptheid als literaire troef uitspeelt.
Scènes uit een leven op het platteland, waarin een pienter kind door zijn familie wordt geterroriseerd. In korte sketches werpt Jules Renard een blik op wat een geësthetiseerde adaptatie van zijn eigen jeugd is. Verwenst door zijn moeder, vertroeteld door zijn oom en afwisselend hartverwarmend, koelbloedig en laconiek aangepakt door zijn zwijgzame vader, plagerige oudere broer en betweterige zus, wisselen idyllische fragmenten verschrikkelijke getuigenissen af.
Een bijzonder boekje, omdat Renard ontwapende eenvoud naast uitgekiende taalvirtuositeit plaatst. Alsof een kind poëzie bedrijft - of omgekeerd - alsof een dichter terug kind wordt. En alsof dat allemaal even simpel is als het maken van een rekensommetje. Bovendien is het ongewoon dat een auteur in functie van pointes schrijft; het grotere geheel wordt niet geconstrueerd via de plot, maar via de psychologie die zich in de afzonderlijke kapittels ontspint. En via de stijl, die niet consistent gelijk blijft, maar waaruit desalniettemin één stem spreekt. Eén idioom, dat prettig origineel aandoet.
De tekeningen van Felix Vallotton vallen wat mij betreft tegen – in niets haalt hun naïviteit het bij zijn werken op doek. Desalniettemin zijn ze een aangenaam sfeerelement. Verder vraag ik me af of de in 2015 herziene vertaling geen meerwaarde kan betekenen. Af en toe liep ik namelijk verloren in Renards taalparadijs, waarbij de vertaalster anno 1969 zich van een soort Nederlands bedient dat volgens mij niet diezelfde betekenis overdraagt als het Frans. Of het moeten archaïsmen zijn waar de lezer tegenwoordig niet meer gevoelig voor is. Hoe dan ook, ik zou iedereen de jongste editie bij Meulenhoff aanbevelen.
Belangrijk? Essentieel? Eloquent? Euhm, moet dat? Natuurlijk niet. ‘Peenhaar’ is een meticuleus gecomponeerde bloemlezing om te vertroetelen. Waar ontroerbaarheid zich achter doorgedreven bescheidenheid verschuilt, daar situeert zich dit boek.
Genoten.
Eén woord voor een boekje dat optilt, vertedert, aan het lachen brengt en meteen weer loslaat.
(3,25*)