Verstoorde ecologie, politiek puinruimen
Timothy Egan zet zijn geschiedschrijving over de Dust Bowl beeldend uiteen. Eerst de sfeerschetsen van optimistische boeren die door agressieve reclameampagnes gelokt worden om zich voor weinig geld te settelen in de vruchtbaar lijkende landbouwgronden. Ooit het leefgebied van bizons en rondtrekkende indianenstammen, maar die zijn inmiddels respectievelijk uitgeroeid en verdreven. Daarna schetst Egan de getuigenverslagen van de eerste deukjes in het ideaalbeeld als de betrokken boeren te maken krijgen met de harde weersomstandigheden, zoals een hagelbui die in enkele seconden de oogst van een familie compleet vernietigt. Het blijkt slechts een vooraankondiging van wat komen gaat, want door de combinatie van het uitputten van de landbouwgrond en de ecologische disbalans, ontstaat een situatie waarin droogte en stofstormen het onmogelijk maken om consequent te blijven oogsten.
Tegelijkertijd slaat in de rest van Amerika The Great Depression (1929-1939) toe. In eerste instantie lijkt de economische malaise aan de afgesloten boerengemeenschappen voorbij te gaan, maar zij worden uiteindelijk genadeloos hard geraakt als men in de rest van Amerika met de gevolgschade worstelt. Het bieden van noodhulp of migratiemogelijkheden worden bemoeilijkt door de algehele malaise. Andere staten zijn openlijk vijandig tegen de onwelkome gastarbeiders uit de probleemgebieden. Het dwingt de beschreven families om manmoedig vast te houden aan hun waardeloze landbouwgrond, terwijl de ecologische rampspoed van kwaad tot erger blijft gaan. Toenmalig president Franklin Delano Roosevelt wordt een soort icoon in de hoop dat hij met politiek ingrijpen de misère kan keren. Het blijkt echter dat de politiek een flinke kluif heeft om de jarenlange exploitatie van de natuur terug te draaien en daarmee de betrokken boeren hun menswaardige bestaan terug te geven.
De meest beklemmende passages zijn de sfeerschetsen van die extreme armoede en misère te midden van de apocalyptische stofwolken. Hun akkers en landerijen zijn continu bedolven onder een dikke laag stof en zand; in de ergste gevallen raken óók gebouwen en auto's begraven onder de ontstane heuvelvorming. Het is bijna onmogelijk geworden om de gebieden in of uit te komen, omdat het treinverkeer continu gestremd raakt door hinderlijke opstoppingen. Het meest aangrijpende is dat er echt geen ontkomen is aan het ziekmakende stof: het is alom aanwezig in de levens van mensen Iedereen is gefrustreerd door de onmogelijkheid om eraan te ontsnappen. Iedereen hoest. Kinderen en ouderen sterven aan het inademen van de stof. Medische zorg is moeilijk bereikbaar, want van de ene naar de andere plek geraken wordt ernstig bemoeilijkt door de weersomstandigheden. De getuigenverslagen staan vol met verhalen van mensen die hopen om eindelijk eens frisse lucht in te kunnen ademen in een stofloze omgeving.
'The Worst Hard Time' is prozaïsch opgezet als een beklijvend stuk geschiedschrijving over hoe politiek, wetenschap, publieke opinie dealen met de gevolgschade van ecologische problematiek. Een tikkeltje sentimenteel misschien, waarbij de afzonderlijke verhaaltjes net iets te glad in elkaar grijpen. Toch heeft het me wel geraakt in hoe het de mistroostige neerwaartse spiraal beschrijft van een gebied waar zijn inwoners steeds blijven hopen op verbetering. Over hoe marketing en commercie tot exploitatie en ecologische disbalans lijden, terwijl het immense menselijke misère tot gevolg heeft. Egan waakt ervoor om opzichtige parallellen met het heden te trekken, maar het is niet moeilijk om in het door hem geschetste rampverhaal de contouren te zien van hedendaagse milieuproblematiek: ecologische rampspoed die immense gevolgen heeft op mensenlevens. Eenmaal verstoord, kan de ecologie moeilijk weer hersteld worden, met alle gevolgen van dien. Een nog altijd even belangrijke waarschuwing.