Nog een iets grondiger analyse van mijn kant, voor de liefhebber:
De protagonist van Moedervlekken draagt de eigenaardige naam Kadoke. Hij is gescheiden, kinderloos en leeft voor twee dingen, namelijk voor zijn werk als specialist in suïcidepreventie en voor zijn moeder. Met haar onderhoudt hij een min of meer pathologische relatie. Die relatie kan bijna als een folie a deux worden omschreven. Moeder is biologisch eigenlijk vader. Nadat zijn echtgenote overleed is vader langzamerhand met huid en haar in de rol van moeder gekropen. Kadoke gaat volledig mee met deze alternatieve vorm van rouwverwerking: hij laat zijn vader op deze manier als het ware sterven. Daarnaast houdt hij net als Oedipus de normale fysieke grenzen tussen een zoon en zijn moeder niet in acht (zo kust hij haar voeten en streelt hij haar benen).
Er speelt echter nog meer in de onderlinge verhoudingen. Ten opzichte van zijn moeder is de psychiater de ene keer kind en de ander keer ouder. Dit fenomeen wordt versterkt wanneer Kadoke weer in zijn oude kinderkamer trekt om zelf voor zijn moeder te zorgen. Hij wordt gekleineerd en betuttelt maar laat zich ook, zij het met enige tegenzin, 'vadertje' noemen.
De grensoverschrijdende relatie tussen Kadoke en zijn moeder is een flinke sta-in-de-weg voor de psychiater om zijn leven in eigen hand te nemen. Niet voor niets wordt hij in het begin van de roman verliefd op de illegaal in Nederland verblijvende verzorgster van zijn moeder. Hij valt voor de moederlijke zorg die ze levert, zo lijkt het. Een verhouding met haar zou dan ook een nog vreemder huishouden opleveren. Daar tegenover staat de figuur van Dehka, de psychiater in opleiding die hem uitdaagt om een normale, romantische relatie aan te gaan. Daarvoor moet hij echter eerst, conform het Bijbelse gebod, zijn vader en moeder verlaten.
De impasse wordt doorbroken via één van de patiënten van Kadoke, een vrouw die hij leert kennen tijdens zijn diensturen omdat ze aan zelfverminking doet. Aangezien ze in de reguliere psychiatrie is uitbehandeld, neemt hij het besluit om haar in huis te nemen. Ze wordt ingezet als verzorgster van zijn moeder, een plek die vacant was geraakt na vertrek van de Nepalese hulp. Zo ontstaat er een ménage à trois. Hierdoor verschuift de balans tussen Kadoke en zijn moeder en wordt zijn plaats langzaam ingenomen door de patiënte. Er vindt zelfs een letterlijke overdracht plaats van de moedervlekken van Kadoke: hij laat enkele plekken op zijn rug verwijderen, stopt deze in potje en overhandigt ze als cadeau aan de patiënte. Aan het einde lijkt er dan ook een sprankje hoop te zijn voor de hoofdpersoon, hoewel de slotzin dubbelzinnig kan worden opgevat.
Inhoudelijk is Moedervlekken weinig origineel en ook niet echt subtiel. Het uitgangspunt, een Joodse man met moeder issues, is een platgetreden pad. Daarnaast recyclet het boek niet alleen bekende thema's maar ook concrete elementen die Grunberg al eerder toepaste. Een driehoeksverhouding zat bijvoorbeeld reeds in De Asielzoeker, seksuele uitbuiting als vorm van voortgezet kolonialisme kwam voor in Tirza en De Joodse Messias en bevatte al lichaamsdelen in een potje.
Een nieuw lezerspubliek zal de veelschrijver hiermee waarschijnlijk niet trekken. Daarvoor is het simpelweg teveel van hetzelfde.