Kazennaia Skazka - Oleg Pavlov (1994)
Alternatieve titels: De Aardappels en de Staat | Казенная сказка
Russisch
Sociaal
397 pagina's
Eerste druk: Vagrius,
Moskou (Rusland)
Kapitein Ivan Jakovlevitsj Chabarov, roepnaam Vanja, is commandant van de zesde compagnie in Karabas op de Kazachse steppe die als taak heeft om de bewakers te leveren voor het nabijgelegen goelagkamp. De op deze afgelegen basis gelegerde soldaten zijn in feite ook een soort gevangenen. De rantsoenen zijn karig, te veel om dood te gaan, te weinig om te leven. Af en toe komt er een vrachtwagen met een paar zakken aardappelen, die soms al aan het rotten zijn. Vooral in de winter, als de sneeuwstormen over de steppen razen, lijkt de compagnie door het verderop gestationeerde regiment vergeten, zijn ze op zichzelf aangewezen. Kapitein Vanja, wiens postuur iets weg heeft van een zak aardappels, krijgt een idee, hij stopt de knollen in de grond met het doel ze te vermenigvuldigen. Maar waar hij lof verwacht, wordt hij natuurlijk gekapitteld door de legerleiding en door de politiek officier van het regiment. Ergens weet Vanja ook wel dat eigen initiatief niet is gewenst – de staat weet wat goed voor u is, er is niet voor niets een planeconomie, en in het leger geldt natuurlijk helemaal: bevel is bevel – maar hij kan niet anders. Hij kan de honger van zijn manschappen niet meer aanzien, hij moet handelen. Ook uit zelfrechtvaardiging. Maar met de grootste inspanningen en ondanks zijn tanende autoriteit want zijn manschappen zien niets in een investering in de toekomst, weet Vanja zijn veldje te behouden. In het voorjaar verschijnt er tot zijn tevredenheid loof op de akker. De oogst is goed, zakken vol met eersteklas knollen. Dan beginnen de problemen pas goed. De legerleiding hoort ervan en zendt het hoofd inlichtingen op Vanja af, iemand met de veelzeggende naam Smersjevitsj, een naam die direct verwijst naar ‘dood aan de spionnen’.