In de populaire overlevering staat een Uncle Tom voor een zwarte die te braaf en te onderdanig is, maar dat is niet gebaseerd op een grondige kennis van dit boek. Oom Tom ondergaat z'n lijden zonder te protesteren, maar dat komt vanuit een religieuze overtuiging en een sterke mentale kracht. Hij steunt andere slaven die wel in opstand komen of op de vlucht slaan. De ontsnapping van Eliza en haar baby over de ijsschotsen is een vroeg hoogtepunt.
Zowel voor- als tegenstanders van slavernij gebruikten religieuze argumenten en bijbelcitaten die in hun kraam pasten. Sommige priesters predikten dat een slaaf gehoorzaam moest zijn, maar Quakers hielpen gevluchte slaven, en zwarte methodisten brachten leven en muziek in hun eredienst. In het Zuiden behandelden sommige eigenaars hun slaven redelijk goed, een beetje als Britse bedienden, betrokken bij de opvoeding van de kinderen. Anderen behandelden hun slaven hardvochtig, als koopwaar of als een minderwaardig ras. In het Noorden was er geen slavernij, maar daar wilden ze niet dat hun kind door zwarte handen aangeraakt werd.
Twee van de mooiste personages zijn kinderen: Evangeline en Topsy. In haar onschuld ziet Evangeline alle mensen als evenwaardig. Topsy heeft een minderwaardigheidscomplex, want ze beschouwt zichzelf als van nature slecht en spreekt met grammaticale fouten: "I spects cause I's so wicked!" Ook slavenhandelaar Haley spreekt echter een taaltje dat indruist tegen de regels van de spraakkunst. Het taalgebruik van Beecher Stowe is fleurig. Haar beschrijving van oom Tom noemt ze een daguerreotype, naar de vroege vorm van fotografie die toen opgang maakte. Invloed van Dickens is te merken aan de wisselingen van fortuin en de vlotte aaneenschakeling van spannende, komische en ontroerende scènes. Het is een van de eerste grote Amerikaanse romans, vol van woede tegen een economisch systeem waarin onrecht en wreedheid diep verankerd zaten.