Smert Ivana Iljitsja - Lev Tolstoj (1886)
Alternatieve titels: De Dood van Iwan Iljitsj | De Dood van een Rechter | Смерть Ивана Ильича
Russisch
Sociaal / Psychologisch
98 pagina's
Eerste druk: A.F. Marksa,
Sint-Petersburg (Rusland)
Iwan Iljitsj is een hoge gerechtsdienaar bij het gerechtshof van Sint-Petersburg die met zijn vrouw en gezin een zorgeloos bureaucratisch leven leidt. Op een dag begint hij te lijden aan een geheimzinnige pijn in de linker onderbuik. De pijn wordt alsmaar ondraaglijker en Iwan wordt ernstig ziek. Hij wordt geconfronteerd met het vooruitzicht te sterven en begint te beseffen dat hij nooit waarlijk geleefd heeft. Iwan en de mensen in zijn naaste omgeving durven de dood niet in het gezicht zien, en hun ware gevoelens te tonen. Gedurende zijn sterfbed begint Iwan in te zien hoe de relatie met zijn omgeving werkelijk is.
- nummer 155 in de top 250
Het boek lijkt 1 grote angstkreet(met vleugen van hoop) van een mens die weet dat er binnenkort niets meer zal zijn.
Wat ik me ook nog kan herinneren is de prachtige toneelbewerking van de novelle, gespeeld door Henk van Ulsen, zo begin jaren 90. Het was eigenlijk wel bizar, het hele stuk ging over de dood en de zaal was tot de nok gevuld met stokoude mannetjes en vrouwtjes. Die hebben waarschijnlijk niet goed geslapen, die nacht. Ikzelf was nog relatief jong, dus ik had er minder last van.
Hoe dan ook, prachtig boek!
4,5*
Hoe dan ook, prachtig boek! 4,5*
Een vol punt meer dan De Kreutzersonate?
Vrij sterk boekje wat mij betreft, hoewel ik het meeste al wel eens was tegengekomen. "Dood gaan altijd de anderen", wellicht dat Mulisch deze zin stal van Tolstoj. Verder een mooie, tegen het eind ook indringende beschrijving van het stervensproces en de psychologische (zoniet existentiele) aspecten die daarbij een rol kunnen spelen. Daarom een aanrader voor elke arts in spe.
Achteraf is het begin van De Dood van Iwan Iljitsj overigens behoorlijk verrassend. Prachtige wisseling van tijd en personage! 3,5*
Yup. Beide boeken zijn even goed geschreven (hoewel Tolstoj qua stijl mijn minst favoriete ouwe Rus is) maar het onderwerp van deze novelle sprak me veel meer aan dan dat van De Kreutzersonate. De dood van Iwan Ilijitsj had naar mijn idee ook wat meer diepgang (hoewel De kreutzersonate natuurlijk allesbehalve een oppervlakkig werk is).
De dood van Iwan Ilijitsj had naar mijn idee ook wat meer diepgang (hoewel De kreutzersonate natuurlijk allesbehalve een oppervlakkig werk is).
Dat vond ik helemaal niet. De Kreutzersonate biedt voorafgaand aan het verhaal juist een expliciete, inhoudelijke discussie. Daarbij is het echt op het scherpst van de snede geschreven. Wat mij betreft dus nog een klasse beter dan deze.
Overigens is de schrijfstijl sec (dus alleen het taalaspect) van Tolstoj toch wel wat beter dan die van Dostojewski, lijkt me.
Overigens is de schrijfstijl sec (dus alleen het taalaspect) van Tolstoj toch wel wat beter dan die van Dostojewski, lijkt me.
Allicht dat Tolstoj een wat meer gedegen schrijver is dan Dostojewski, maar ik vind zijn stijl niet echt prettig. De andere ouwe Russen waarmee ik bekend ben (Dostojewski, Tsjechow, Toergenjew, Gogol) hebben alle een wat lossere stijl, met wat meer ruimte voor humor. Tolstoj daarentegen vind ik eerlijk gezegd maar een droogstoppel. Kwestie van smaak dus.
Tegenwoordig krijg je van minder ingrijpende gebeurtenissen al een midlifecrisis, maar ik betwijfel of het ooit nog zo mooi wordt opgeschreven.
Achteraf is het begin van De Dood van Iwan Iljitsj overigens behoorlijk verrassend. Prachtige wisseling van tijd en personage! 3,5*
Waarom vond je die zo prachtig? Verrassend was hij zeker, en ik vond hem ook niet onaardig, maar uiteindelijk zag ik de toegevoegde waarde er niet volledig van in.
Verder deel ik je mening overigens helemaal: mooi, indringend, maar ik had wel het idee dat ik veel gedachtes al eens elders had gelezen.
En vraag alsjeblieft niet door.
Tolstoj schetst ook een mooi portret, van de man, zijn leven en het hogere leven waarin hij verkeert.
Toch begon halverwege de klad er een beetje in te komen. Veel herhaling, meer van hetzelfde. Ondanks dat je in het hoofd van een stervende man kijkt, wist hij steeds minder te boeien en te interesseren.
Verder wel in een mooie stijl geschreven, en het leest redelijk vlot. Tevens lijkt het onderwerp en wat daarbij hoort, van alle tijden te zijn.
Dit 'speciaals' heb ik achteraf wel in andere Tolstoj-boeken gevonden, dus het is een jammere zaak dat hij het er hier niet in kreeg.
Meesterlijk, ik heb er geen ander woord voor, thomzi50...
Behalve dat is het ook het alledaagse wat het tijdloos en dus weer bijzonder maakt. Bijvoorbeeld hoe het is als je een nieuwe woning betrekt:
“En zo begon het leven in de nieuwe woning, waarin, zoals dat altijd gaat, toen ze er goed en wel woonden toch nog net één te kort was, en met het nieuwe inkomen dat, zoals dat altijd gaat, toch net een beetje – zo’n vijfhonderd roebel – te krap was, en het ging heel goed. (…) Toen er niets meer te regelen viel werd het wat saai, het was of ze wat misten, maar toen kwamen er nieuwe kennissen en nieuwe gewoonten, en het leven vulde zich.”
Dit lijkt zo eenvoudig geschreven, maar het is zo dodelijk raak, zoals zoveel zinnen, zoveel passages precies goed zijn. Het boek komt uit 1886 maar zou ook nu geschreven kunnen zijn omdat Tolstoj (zoals ook Dostojevski dat kon) de essentie weet te raken. Ja, en zoveel woorden heb je dan niet nodig om iets historisch neer te zetten.
Het verhaal blinkt aan de ene kant uit in het laten zien hoe de vorm in deze hogere of liberale kringen overheerst (in onze tijd kennen we in dat verband de ‘politieke correctheid’) met een voortdurend contrast tussen wat men denkt en wat men zegt en er eigenlijk geen echte inhoud dus geen oprechte interesse in de ander is (er is slechts verhulde onverschilligheid), zoals het begin van het verhaal waar een collega van de overleden hoofdpersoon zich vooral bezighoudt met hoe hij zich moet gedragen bij het lijk. Aan de andere kant schildert het verhaal aan het einde op indringende wijze het geestelijk proces van de bewustwording van de dood. Die bewustwording begint met een meditatie van de hoofdpersoon met het syllogisme ‘Kaj is een mens, mensen zijn sterfelijk dus Kaj is is sterfelijk’ maar de hoofdpersoon denkt: ik ben Kaj niet en ik kan niet sterven. Het doet wat denken aan Epicurus’ “zolang wij er zijn is de dood er niet en als de dood er is zijn wij er niet meer”: de dood is een objectief feit maar wij kunnen het als subject niet meemaken en gebeurt dus als het ware buiten ons. Maar zijn laatste dagen worden gekweld door ‘de leugen’ – de ontkenning van zijn omgeving dat hij doodgaat omdat de dood niet past in het geordende leven en een last vormt (“ik ben de vuiligheid, de wanorde”) en in welke leugen ook de doktoren grossieren met hun objectieve gerichtheid op het functioneren van zijn lichaam en hun daarop gebaseerde houding dat zij de patiënt zullen genezen – en daarmee een gebrek aan medelijden met zijn ware toestand. Ook voor hemzelf is de dood onbegrijpelijk: hoe kan die worden gerechtvaardigd terwijl hij altijd heeft geleefd zoals het hoorde? Het leven kan toch niet “zo gedachteloos, zo smerig” (zo irrationeel) zijn? De zieke schommelt zo tussen hoop (het door de wetenschap ondersteunde objectieve en rationele) en wanhoop (het bewustzijn van de dood en de tragiek van het leven dat – zoals Aristoteles het beschrijft – als een vlam steeds zwakker wordt naarmate we ouder en gebrekkiger worden). Ten slotte beseft hij dat heel zijn leven een leugen is geweest – een leugen omdat het de waarheid van “leven en dood” verborg – en ervaart hij in het medelijden met de ander en de verlossing van hun lijden door berusting in zijn dood, die niet langer onrechtvaardig is, de verlossing van zijn eigen lijden. De dood verdwijnt aldus – waarop hij sterft.
Het verhaal ademt de geest van Schopenhauer die een ethiek van het medelijden leerde op grond van zijn metafysica dat we als individuen deel uitmaken van de wereld als voorstelling waaronder de wereld als wil schuilgaat die we als subject ervaren en waarin we één zijn met alle anderen (het principium individuationis, die ons tot individuen maakt en tegenover elkaar plaatst, geldt er niet) hetgeen we ervaren in het medelijden. Tolstoj laat in het verhaal zien dat het liberalisme het individu rechten kan geven (de hoofdpersoon is niet voor niets een van de eerste rechters die werkte met de reglementen van 1864 waarmee het rechtssysteem van Rusland werd gemoderniseerd met gelijke rechten voor iedereen behalve de boeren) en een harmonieuze samenleving kan bewerkstelligen op grond van wederzijds respect met een comfortabel leven voor iedereen, maar dat dat alleen maar vorm is die de samenleving ook ‘atomiseert’ (individuen als vrije atomen die vrijwillig contracten met elkaar kunnen sluiten en ontbinden) waardoor we het belangrijkste verliezen, namelijk verbinding met de ander in het medelijden want het leven is ten diepste lijden en dood dus ‘gedachteloos en smerig’ (dat het liberalisme tevergeefs probeert weg te duwen door middel van een rationele ordening tot bv. euthanasie als zelfgekozen ‘zachte dood’ aan toe) en welk medelijden als enige ons met ons lot kan verzoenen of troost geven.
Zo wordt in het verhaal opgemerkt dat de dood van de een altijd een gevoel van vreugde opwekt bij degenen die ervan horen omdat zij denken: blij dat het die ander betreft en dat ik nog leef. In feite is dat de rationele reactie en betreft het gevoel van verdriet die metafysica van het medelijden waardoor we zelf sterven als de ander sterft (in lijn waarmee bv. de Talmoed zegt dat als iemand een leven vernietigt het is alsof hij de gehele wereld vernietigt). Om een bruggetje te slaan met wat ik schreef over De Kreutzersonate: dat verdriet gaat dan niet om het missen van de ander want ook dat is nog steeds egoïstisch, zoals de oude Griekse filosofen eensgezind waren dat ware vriendschap er niet uit kan bestaan dat je de ander nodig hebt maar dat zijn vreugde of verdriet ook jouw vreugde of verdriet is. Dat maakt de romantische liefde zo’n steen des aanstoots voor Tolstoj want die is het toppunt van egoïsme (je verlangt naar de ander, je geniet van de ander en je mist die ander als je niet bij hem/haar bent) zoals de romantiek überhaupt het probleem van de rationele, liberale atomisering van de samenleving (individualisme) in wezen niet oploste maar tot in het extreme doortrok: de romanticus gaat zijn goddelijke of beestachtige gang zonder zich iets van de maatschappelijke normen en wetten aan te trekken (Aristoteles merkte op dat alleen een god of een beest alleen kan leven buiten de samenleving), offert leven en werkelijkheid op aan zijn hoogstpersoonlijke gevoelens en idealen en is alleen trouw aan zijn natuur (hij is ‘authentiek’) waarmee we weer bij aartsromanticus Rousseau zijn (over wie ik schreef: “Even in het kort: waar gaat het bij Rousseau om? Om de vrijheid c.q. het probleem van de ander: in ons eentje zijn we vrij maar reeds de aanwezigheid van een ander beperkt ons.”).
Het verhaal leert zo op briljante wijze de aloude les van de Griekse tragedie dat we de samenleving nog zo goed kunnen hebben ingericht (zoals de hoofdpersoon ook zijn huis keurig inrichtte zoals het hoort) en nog zo’n mooi leven kunnen hebben, maar dat we niet kunnen ontsnappen aan wat het leven echt is: sterven, een wegzinken in het niets, een gruwel (en dat die twee aspecten elkaar uitsluiten: de dood gooit alles in de war en omgekeerd verdraagt het geordende leven niet de dood). De wijsgeer Anaxagoras meende dat reeds het geboren worden een vorm van grensoverschrijdende vrijmoedigheid is die daarom wordt bestraft met de dood, welke steeds meer weggeduwde en ontkende tragiek van het bestaan vooral bekend is als ‘memento mori’ (gedenk te sterven) die de slaaf zou hebben geuit tegen de triomfator en welk tragisch inzicht Tolstoj de bediende – de enige in het verhaal die het begrijpt en medelijden toont – tot twee maal toe laat uiten: we gaan allemaal dood. Dat klinkt banaal in objectieve zin – als de bediende het antwoordt als hem bij het lijk wordt gevraagd of hij verdrietig is, klinkt het als een uiting van onverschilligheid – maar is voor het subject zeker in onze liberale, optimistische maatschappij een volstrekt diepe en onthutsende waarheid (‘subjectiviteit is de waarheid’ volgens ook Kierkegaard) als je beseft wat dat betekent hetgeen Tolstoj ons in dit verhaal laat ervaren.
Bovendien heeft Tolstoj een heerlijke en scherpzinnige stijl van beschrijven en vertellen. Dat maakt dit zeker een van de grootste werken uit de wereldliteratuur.
Nieuwe vertaling van Hans Boland in aantocht in februari 2024.
Ik zag vandaag De Dood van een Rechter liggen bij de boekenzaak hier. Ik dacht nog, hé dat boek ken ik niet. Eens zoeken op Boekmeter. Ik werd direct hierheen geleid. Blijkt dit de vertaling van Boland te zijn en die dacht ook maar direct de verder volstrekt juiste titel die we al meer dan een eeuw kennen en een goede vertaling is van het origineel aan te passen. Zoals vaker gaat het weer om Boland zelf en niet het boek en moet hij toch met iets komen (al zal het ermee te maken hebben dat hij geen patroniemen in zijn vertaling meer zet, zo gaf hij ooit aan, waarmee de titel door hem niet vertaald kan worden. Maar als je iets niet kan, dan moet je dat niet doen).
Op de achterflap wordt de ijdeltuit ook nog eens omschreven als de primus inter pares van 'onze' literaire vertalers. Walgelijk.
Waarom toch? En waarom mag die man elke keer weer een boek vertalen? En wanneer gaat-ie moet pensioen dat ik er geen last meer van heb.