De Lezer Is Niet Dood: Schotschrift - Alex Boogers (2016)
Nederlands
Ideeƫnliteratuur
64 pagina's
Eerste druk: Podium,
Amsterdam (Nederland)
De lezer is niet dood. We laten hem in een verschraald landschap sterven van de dorst. We geven hem zand in plaats van water. Maar dood is hij niet. Hij tijgert. En hij is niet alleen, hij is met meer. Altijd is er wel ergens een lezer – jong of oud, arm of rijk, blank of zwart – die zoekt naar het verhaal dat voor hem is bestemd. Maar niemand neemt de belangrijke taak van verloskundige op zich. Wie helpt de nieuwe lezers op weg? Waar staan de kraamkamers? In dit schotschrift roept Alex Boogers docenten, boekhandelaren, schrijvers en uitgevers op om lezers te zoeken waar je ze niet verwacht
Ha, dat klinkt goed.
In alle geval een geweldig 'statement' om het boekjaar 2016 in te zetten en een hoogst interessant gegeven.
Ben wel benieuwd hiernaar. Het klinkt toch wat aanmatigend dat de ene groep een 'ander' soort literatuur nodig zou hebben. Denk juist dat jezelf willen verheffen, op wat voor niveau dan óók, juist is wat het lezen leuk maakt. Zou dan eerder ervoor pleiten dat literatuur niet meer gepresenteerd wordt als iets waar je te slim of te dom voor kan zijn. Iedereen haalt eruit wat hij/zij eruit wil halen.
Na Alleen Met de Goden ben ik hier ook benieuwd naar. Ik begrijp het idee van Boogers wel, ik ben het ook met jou eens.
Hiernaast kan ik me vinden in wat de recensent in vn.nl schrijft: er zijn meer mensen die uit een bepaalde omgeving komen, waar niet of weinig gelezen wordt. Veelal kan het inderdaad zo gaan, als ik o.a. naar eigen achtergrond kijk, dat mensen uit zo'n omgeving vroeger of later uit zichzelf een boek pakken, omdat bijvoorbeeld de juf of de meester zo mooi kon voorlezen. Of inzien dat er méér is en inderdaad eerst zelf gaan studeren, allerlei bibliotheken uitpluizen. In het begin wellicht helemaal niet zo gericht lezen. En dan kan er er een verlangen ontstaan zelf te gaan schrijven ... Niet zelden met de wens dat anderen uit die omgeving van herkomst ook hiervan proeven. Behalve Arie Storm, flapper ik bijvoorbeeld F. Borderwijk (althans zijn hoofdpersoon in Karakter), Joris van Casteren (Lelystad) en Dimitri Verhulst (De Helaasheid der Dingen) uit mijn mouw.
Het gaat over mensen die weggingen uit die omgeving, ze namen een bepaalde afstand, al dan niet noodzakelijk, gingen nog meer boeken lezen. Wellicht anders dan eerst, dan de 'flodders' waarmee ze misschien zijn begonnen en lazen boeken waarin ze meer en meer herkenning vonden, boeken die inspireerden, die stimuleerden dóór te gaan.
Zo kon de wereld groter worden ...
Maar voor iedere lezer is het m.i. evengoed zoals je aangeeft: iedereen haalt eruit wat hij/zij wil (op dat moment in zijn/haar leven).
Nou moet ik een beetje denken aan Educating Rita (met Michael Caine/Julie Waters) Als je iemand middels de universiteit omvormt, dan wordt het uiteindelijk toch een 'nieuw iemand' die de spelregels van de upperclass in zijn/haar vingers heeft. Dus ergens heeft Boogers dan gelijk dat je altijd weggaat bij de ervaring van een grote groep mensen.
Die film ken ik en ja, iemand wordt dan een nieuw iemand, maar toch blijft er een loyaliteit of draadje tegen wil en dank naar de oorsprong denk ik ... Het kan dan zo zijn dat iemand niet of nooit helemaal in de ene groep past of in de andere. Volgens mij meent Dimitri Verhulst dat ook ergens.
Het hoeft trouwens niet naar te zijn, het kan zelfs verrijkend werken m.i.
Die film ken ik en ja, iemand wordt dan een nieuw iemand, maar toch blijft er een loyaliteit of draadje tegen wil en dank naar de oorsprong denk ik ... Het kan dan zo zijn dat iemand niet of nooit helemaal in de ene groep past of in de andere. Volgens mij meent Dimitri Verhulst dat ook ergens.
Het hoeft trouwens niet naar te zijn, het kan zelfs verrijkend werken m.i.
Voor de omgevormde persoon zelf misschien niet, die heeft de nieuwe mogelijkheid om óf namens zijn/haar eigen oorsprong te spreken, óf om mee te gaan in regels/verwachtingen die de hogere klassen stellen.Maar het blijft dat de visie op de maatschappelijke werkelijkheid veranderd is t.o.v. mensen die niet dezelfde kansen gehad hebben.
Op naar de boekwinkel
De stemmen van dennissssss en trevisor respectievelijk 1* en 2,5* roepen daarom eveneens nieuwsgierigheid bij me op.
psyche, ik vond het gegeven prikkelend, maar de uitwerking nogal algemeen, op het stompzinnige af: Boogers praat in gemeenplaatsen, noemt niemands naam, en verzandt toch vooral in clichés en herhalingen. Jammer, jammer, jammer.
Dankjewel, na een prikkelende openingsalinea gaat het ook voor mij snel bergafwaarts.
Ik ben pas op pagina 16 en herken nu al wat je schrijft.
Sturing uit je omgeving kan iemand doen lezen, maar kan even goed iemand doen afhaken. Zijt maar een kind van belezen ouders dat lak heeft aan boeken. Een kind dat liever een boomhut bouwt en met zijn fiets de wijk wil rond racen op zijn achterwiel. Ik denk, en ik zeg denk, dat wij hier allemaal als kind al gelezen hebben, dat wij allemaal naar de bib gingen voor een lading strips, Tiny's enz. Ik weet ook nog dat ik als kind officieel een boekje had en daar dacht mijn boek te schrijven. Lang heeft het niet geduurd, die boomhut weet je
Uiting of verwerking van gevoelens, iedereen gaat daar anders mee om. De éne sport, de andere danst, nog een andere leeft zich uit op de tribune van één of andere ploeg, en dan heb je de lezer. En die is niet dood. Maar als er dus één mens niet maakbaar is dan is het 'de lezer' Een lezer ben je van geboorte, dat is een soort talent. Wat is nu het ideaal? Een lezer die vanuit zijn omgeving van bij de wieg als het ware gestimuleerd wordt, die staat jaren voor. Die slaat alle rommel over. En ik denk dat eRCee zo iemand is. Klopt dat ?
Mijn conclusie: 'De lezer is niet dood' want we worden zo geboren. Een niet lezer krijg je nooit aan het lezen, of het moest een hype zijn ala 50 tinten.( al die miljoenen vrouwen die zich laafden aan de zweepjes en het pseudo erotische sfeertje) lezen daarna geen enkel boek meer,dan is het terug richting tijdschrift, die hype heeft niets met lezers te maken.
Als mijn litanie natuurlijk niets met het boek te maken heeft dan zwijg ik verder, bij deze
Als mijn litanie natuurlijk niets met het boek te maken heeft dan zwijg ik verder, bij deze
Hoezo zou je, bovendien raakt het ook aan het boek. Ik heb het vanmorgen uitgelezen en ga zometeen eens opschrijven hoe ik het heb ervaren.
Lag De Lezer Is Niet Dood op mijn lezen te wachten? In ieder geval was er meer nodig dan een verloskundige om mij op weg te helpen, na bijstand van een gynaecoloog kan ik melden dat wat mij betreft Alex Boogers voor eigen parochie stond te preken. De moeilijke bevalling had te maken met drammerige herhalingen en clichés.
Soms poneert AB aannames die niet of nauwelijks gerelativeerd worden. Boogers is onder andere kickbokser en deelt flinke klappen uit, naast tikken die mijn aandacht afleiden. Een tijd lang dacht ik: voor wie schrijf je dit boekje, wat wil je hiermee bereiken, wat is de kern van je verhaal? De kern komt m.i. hier op neer: de laatste jaren regeert in deze 'schermpjes' maatschappij wat betreft boeken vooral de marktwerking. Een opmerking van eRCee bij dit boek d.d. 27 januari jl. sluit hier goed bij aan.
Omdat de marktwerking volgens AB voor menig schrijver zijn of haar grootste belang is bij het schrijven en niet meer zijn authentieke verhalen, verschraalt de kwaliteit. De echtheid. Daarmee bereiken bepaalde verhalen niet meer wie ze zouden moeten bereiken: die ene lezer voor wie een bepaald boek zijn leven kan veranderen.
Dat ene boek hoeft (juist helemaal) geen hoogstaande literatuur zijn, het mag om te beginnen een boek van Rien Poortvliet zijn voor die ene jongen uit een stapelvilla en die van de natuur houdt. En vooruit, misschien ook wel voor die mannen en vrouwen die na het lezen van Vijftig Tinten Grijs naar een bouwmarkt rennen om touw te kopen. En zomaar kan het gebeuren dat werk van Kierkegaard of Plato ligt te wachten op dat nadenkende meisje dat met haar gedachten geen raad weet.
De schrijver zou zich dus niet moeten laten regeren door de markt. Schrijver en lezer zijn met elkaar verbonden. Daarbij spelen bij lezen naast ouders in de kleuterkamer docenten een even belangrijke rol. Niet alleen op de lagere school, AB noemt met name het voortgezet onderwijs, waarbij hij zelf inzoomt op de VMBO leerlingen waar het bij sommigen thuis niet pluis is. Met ook weer soms, allerlei gevolgen van dien. Middelengebruik bijvoorbeeld.
Tenenkrommend vind ik de eigen herinnering van AB aan een docent die zijn foutloos vol getypte vellen (geen typex, niet eroverheen typen!) aannam met het verzoek van AB of de docent er naar wilde kijken. De na weken door AB gevraagde reactie: "Het zijn verhaaltjes zoals je ze vaker ziet. Je moet goed begrijpen, Alex: iedereen kan schrijven".
Ik dacht aan dit boek van Frank McCourt. Frank had dat vast anders aangepakt. Maar AB richt zich niet op buitenlandse docenten, hij richt zich op Nederlandse docenten. Laat ik in mijn werk nu onder andere doen waartoe hij oproept. Ieder jaar ben ik meermaals in een cyclus van 8 bijeenkomsten gastdocent voor grote groepen ervaringsdeskundigen binnen de ggz, zij worden opgeleid hun eigen ervaringen in te zetten binnen de hulpverlening. Onder andere is het belang van verhalen, het authentieke eigen verhaal en het werken ermee, in de opleiding van zeer groot belang. Sterker, dat te kunnen is een voorwaarde om het diploma te halen van een zeer intensieve opleiding. Waarbij ik eRCee maar weer aanhaal, het is met name van belang dat een bepaalde geestelijke ontwikkeling en groei in de verhalen naar voren komt. Het gaat hier niet om exhibitionisme.
Voor docenten die wat meer willen weten hierover beveel ik dit boek aan. Ik voeg er mijn ervaring aan toe: schrijvers en lezers kunnen geboren worden in àlle bevolkinsgroepen. Dat wordt m.i. onderbelicht in De Lezer Is Niet Dood.
Voor wie nog niet is afgehaakt, het einde van mijn betoog is in zicht ... AB roemt tot slot terecht een boekhandel waar hij de boeken vond die hij in de bieb niet kon lenen omdat hij er het geld niet voor had, al gaat het hier wel een beetje op het meisje met de zwavelstokjes lijken: AB zat regelmatig op een inpandig trapje en bladerde uren in boeken over ruimteschepen en vliegtuigen. De boekhandelaar zei niets en reikte hem af en toe boeken aan: "Is deze misschien wat voor je?". AB roept boekhandels op ook boeken te omarmen die niet meteen door de media worden opgepikt.
Waarom geef ik uiteindelijk 3* aan dit boek dat qua inhoud weliswaar mijn interesse heeft maar beslist geschreven in een stijl die de mijne niet is? De Lezer Is Niet Dood is een schotschrift dat me aan schoolse stellingen doet denken, de clichés zijn gangmakers voor het gesprek. Alles met als doel, ik citeer hierbij AB:
Ik verlang niet naar de massa, maar naar de enkeling die dacht dat boeken niets voor hem of haar waren, en die tegen de stroom in het verhaal vindt, waardoor plots het licht in zijn of haar hoofd naar binnen schijnt. Voor mij is dat genoeg.
Voor mij als schrijver ook.
liv2: en hoeverre ik in je ideaalbeeld pas daar laat ik me maar niet over uit ( ), maar ik ben wel vrij vloeiend van de kinderliteratuur naar de volwassenliteratuur overgestapt, en dat was vooral gemakkelijk vanwege de goedgevulde boekenkast thuis en het gebrek aan een televisie. Verder ken ik weinig mensen die graag rommel lezen, dat wil zeggen iets wat ze zelf als rommel beschouwen, en als die mensen al bestaan dan hoor ik daar in elk geval niet bij.
Afgelopen tijd heb ik best een aantal opiniestukken over dit onderwerp gelezen, maar ik heb vaak wat gemengde gevoelens. Ontlezing lijkt mij namelijk een symptoom voor een bredere, grotere ontwikkeling, die samenhangt met ons medialandschap dat verwordt tot een aandachtseconomie. Op veel plekken zie je dat de wetten van de commercie worden toegepast, ten koste van de inhoud, de nuance of zelfs de waarheid. De wet van het getal is belangrijker geworden dan de daadwerkelijke inhoud. Ik vind het met name verontrustend dat de publieke omroep aan dit soort commerciële neigingen toegeeft door zich bezig te houden met kijkcijfers. Langzamerhand veranderen zo’n beetje alle media tot een zelfbevestigend algoritme.
Als gevolg van deze ontwikkelingen zal er inderdaad minder gelezen worden. Maar er gaan denk ik ook steeds minder mensen naar het theater, en mensen gaan denk ik ook steeds minder naar films die niet inspelen op iets wat ze al kennen, zoals franchises of reboots doen, en volgens mij gaan mensen ook minder naar musea, et cetera et cetera. Mijn punt is dat ontlezing volgens mij een symptoom is van een grotere, bredere ontwikkeling. Ik geloof dat mensen over het algemeen minder bereid zijn om te twijfelen, om vervreemd te raken, om zelf dingen te interpreteren.
Deze gedachtes schud ik uiteraard niet zelf zo uit mijn mouw, bovenstaande is een samenraapsel van artikelen, essays en andere dingen die ik gelezen of beluisterd heb. Maar als het over ontlezing gaat, wordt er naar mijn idee te weinig op deze bredere tendens gefocust. In plaats daarvan blijft het vaak steken in gejengel over die kids die te veel swipen op het wereldwijdeweb en o o o, ze lezen zo weinig Literatuur en Belangrijke Boeken. Veel oplossingen die worden ingezet, extra literatuuronderwijsuren inroosteren of leescampagnes met BN'ers, lijken mij niet zo effectief. Wat wel de beste oplossing is, zou ik ook niet weten. Het zou, naar mijn idee, in ieder geval helpen als instanties in de publieke sector hun verantwoordelijkheid zouden nemen. Onderwijs lijkt me het beste middel om jonge mensen voor te bereiden, zodat ze zich staande kunnen houden in een rap veranderende wereld, waar kritisch denken cruciaal is.
Dit “schotschrift” van Alex Boogers vind ik met name een rommelige en weinig gefocuste toevoeging in het debat. Dat het zich enkel beperkt tot ontlezing vind ik jammer, maar het is ook wel logisch, want dat is nu eenmaal Boogers' gebied en je kunt het ook niet over alles tegelijk hebben. Maar wat Boogers over ontlezing te zeggen heeft, komt ietwat gemakzuchtig op me over.
Allereerst richt hij zijn pijlen op auteurs die niet authentiek zouden zijn. Auteurs zoeken volgens Boogers te vaak de media op om hun werk te promoten, waardoor ze verworden “tot een opiniemaker, een publicist, een tv-persoonlijkheid”. Daar ben ik het op zich mee eens, maar met Boogers benadering ben ik het totaal niet eens.
Boogers zwelgt in zijn boekje nog even door in semi-religieuze connotaties, die de artiest maken tot een halve profeet met een roeping.
Boogers vraagt zich af:
Maar volgens Boogers speelt zekerheid geen rol voor een artiest:
Later in het boek pleit Boogers pleit wel voor stimulerende docenten die lezers en hun boeken bij elkaar brengen, en daar ben ik het uiteraard mee eens. Goed onderwijs is wat mij betreft het belangrijkste wat er is in een samenleving. Maar dat ook het onderwijssysteem kampt met problemen als overvolle klassen, onderbetaalde docenten met overvolle roosters, waardoor individuele aandacht bemoeilijkt wordt en er minder ruimte is om de inspirerende docent te zijn, is iets waar Boogers verder niet op in gaat.
En dan heeft Boogers ook nog wat te vertellen over lezers, maar om eerlijk te zijn, begrijp ik niet zo goed wat hij precies wil zeggen. (Sowieso vind ik dit boek, zeker voor een essay, ingewikkeld en omslachtig geschreven.) Boogers neemt het op voor kinderen uit lagere sociaal-economische klasses, en hij lijkt af te geven op "elitaire auteurs". (Overigens vind ik dat Boogers zelf ook het schrijverschap nogal mythologiseert, en daarmee elitair maakt. Maar goed.)
Eerst lijkt Boogers met name te hameren op het feit dat kinderen uit die milieus zich niet zullen herkennen in de meeste boeken van de literatuurlijst.
Bovendien vertelt Boogers halverwege zijn betoog het verhaal van Ziggy, een kind uit een Haags bijstandsgezin, dat hij ontmoette toen hij een bezoek bracht aan haar klas op het vmbo. Als mevrouw Jacqueline, een docente, op een dag aan Ziggy vraagt wat er toch met haar is, vertelt Ziggy wat haar bezighoudt.
Al met al vond ik het een frustrerend boekje. Sommige ideeën van Boogers snap ik volgens mij niet goed genoeg om iets zinnigs op te kunnen zeggen. Qua schrijfstijl vond ik het essay ook niet echt een pretje. Met Boogers’ fascinatie voor vechtsporten heb ik ook niks – net zoals in Alleen met de goden vergelijkt hij auteurs keer op keer met "vechters", terwijl de vergelijking heel vaak niet op gaat, in mijn ogen.
Misschien klopt het wel dat Alex Boogers als schrijver een vechter is, want dit boek vond ik toch wel een worsteling.
Wat betreft media-optredens van schrijvers, ik geloof niet dat dit nodig is om je boek te verkopen. Boekhandels en recensenten spelen een veel grotere rol (plus mond-tot-mond reclame). Boeken als 'Stoner' en 'De vlucht' hoefden niet verkocht te worden door de auteur. Rijneveld kwam volgens mij pas op tv nadat haar roman doorbrak, Lize Spit en die vent die toen in Zomergasten was idem.
Boekenpanel zeker, dat zit besloten in mijn 'boekhandels en recensenten'. Ik ben benieuwd naar die voorbeelden, ken ze niet. Direct nog maar het tegenvoorbeeld bij uitstek: Elena Ferrante.
Volgens mij zijn er van beide categorieën echt meerdere voorbeelden te noemen. Ik zal er nog eens verder over nadenken. Wie mij meteen te binnen schiet: Özcan Akyol. Zijn debuut werd ongeveer gepresenteerd bij DWDD, destijds kende nog niemand hem. Een bestseller was geboren.
Toen James Purdy bij Adriaan van Dis was geweest ging ik de volgende ochtend gelijk naar de boekhandel om De gewaden der levenden te kopen... bij mij werkt het dus wel.
Maar is dat een gevestigde schrijver geworden door tv optredens? Nee, eerst goede boeken schrijven en dan uitgenodigd worden voor een inhoudelijk gesprek in een serieus boekenprogramma .
Akyol zou een goed voorbeeld kunnen zijn. Ik meende zelf dat het boek bekendheid kreeg door zn delinquenten-verleden en hij pas nadien bij DWDD verscheen, dat programma kickte namelijk op succes, maar kan best zijn zoals je zegt.
Blijft de vraag of boeken die goed verkopen, ook goed worden gelezen.
Dat is zo. Werk voor een promovendus om het aantal stemmen op Boekmeter te extrapoleren naar de samenleving als geheel.
Dat is zo. Werk voor een promovendus om het aantal stemmen op Boekmeter te extrapoleren naar de samenleving als geheel.
Haha, een beetje promovendus zal al snel concluderen dat de Boekmeterlezers totaal niet representatief zijn. Dat valt niet weg te corrigeren, vermoed ik (geen promovenda meer).