Prachtig geschreven jongensboek
Het is bloedheet. De brandende zomerzon houdt de inwoners van het Zuid-Italiaanse gehucht Acqua Traverse binnen. Maar alle kinderen zijn buiten. Het handjevol is min of meer veroordeeld tot elkaar. Het negenjarige jongetje Michele speelt ook, al is het niet altijd van harte. Hij heeft ook nog een eigen fantasiewereld waarin hij leeft. Maar hij moet meedoen met de ruwe en competitieve spelletjes die de anderen bedenken.
Als de groep eens ver van huis is, voorbij een grote heuvel, ontdekken de kinderen een oud, vervallen huis. Michele wordt gedwongen het huis in te gaan en aan de achterkant er op de eerste verdieping via een boom weer uit te klimmen. Het huis is gammel, verlaten en dus eng. Maar Michele zet door en doet wat de anderen van hem verwachten. Maar aan de achterkant van het huis is hij alleen en daar doet hij een gruwelijke ontdekking.
Als hij zich weer bij zijn kameraadjes voegt, zwijgt hij in alle toonaarden over wat hij heeft gezien. Ook later, tegenover zijn vader en moeder, doet hij er het zwijgen toe. Wat hij zag is zo verschrikkelijk, het gaat zijn bevattingsvermogen bijna te boven. Maar toch niet helemaal, want dit past wonderwel in de fantasiewereld die hij door de echte wereld heen ziet, een wereld waarin kwaardaardige monsters en reuzen op de loer liggen.
Het kwaad in zijn fantasie gaat zo moeiteloos over in het kwaad dat er op de echte wereld is. Of is het toch niet echt wat Michele heeft gezien? Is het een verzinsel? Hij is immers de enige getuige en hij praat er met niemand over. Even staat hij op het punt zijn vader deelgenoot te maken van zijn ontdekking, maar dat gaat op het laatste moment niet door.
De Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti geeft in zijn roman Ik ben niet bang uit 2001 een mooi en overtuigend portret van de belevingswereld van een negenjarige. Hij zit vol branie én onzekerheid, zoekt onafhankelijkheid én de liefde van zijn vader en moeder. Hij ziet dingen die er helemaal niet zijn, maar wordt gaandeweg ook al wat wijzer en wordt klein kind af.
Het moet gezegd, Ammaniti heeft een prachtige pen. Hij schrijft heel beeldend zonder dat het overdreven of langdradig wordt. Hij is een top-verhalenverteller. Dit boek las ik in mijn vakantie moeiteloos in een ruk uit. Maar ook dankzij de spanning die hij in het verhaal legt, is Ik ben niet bang een heuse pageturner.
Maar toch maakt hij een paar keuzes die jammer zijn. Ik kan er niet te expliciet op ingaan, omdat ik dan het plot zou kunnen verraden. Om het wat algemeen te houden: het had van mij geen spannend verhaal hoeven zijn. Een mooi geschreven studie van een negenjarige vind ik uiteindelijk interessanter dan een spannend verhaal met een duidelijke kop en een staart, met een verrassende clou. Want die wendig krijgt dit boek gaandeweg.
Het is wat tegenstrijdig, want vanwege dat plot en die spanning wil je steeds maar doorlezen. Maar is het boek eenmaal uit, dan heb je het gevoel vooral naar een spannende film te hebben gekeken. Het literaire, het fijnzinnige is er dan inmiddels wel vanaf. Een diepgaande Bildungsroman is het daardoor niet geworden. Maar een prachtig geschreven jongensboek is het absoluut. En ook in die hoedanigheid is Ik ben niet bang zeker aanbevelenswaardig.