Lanchals
We zullen onmiddellijk met de deur in huis vallen: Gullivers reizen is een absolute topper en dit om verschillende redenen.
Ten eerste omdat men het hele reisverhaal vanuit totaal verschillende perspectieven kan bekijken. Je kunt het lezen als een vermakelijk verhaal over een schipper die eilanden treft die bewoond worden door fantastische wezens met verschillende zeden en gewoonten: de kwaadaardige Lilliputters; de goede Brobdingnaggers; de wereldvreemde Laputanen en de perfecte, redelijke en nobele Houyhnhnms. (een naam die veel weg heeft van het gehinnik van een paard) Maar toch is het veel meer dan dat alleen! In zekere zin is het een vlijmscherpe satire die kritiek geeft op verschillende maatschappelijke, politieke en morele kwesties. Om maar enkele voorbeelden te noemen: de megalomanie van de mensheid (de Lilliputters die zich - ironisch genoeg - beschouwen als de grootste heersers op aarde), de mate waarin fysieke kracht bijdraagt tot het verwerven van macht over andere wezens (de Brobdingnaggers die Gulliver als speeltje gebruiken en hem kunstjes laten uitvoeren teneinde hen te plezieren), de absolute nietigheid van de mens (Gulliver die in Brobdingnagg grote gevechten moet leveren teneinde niet opgegeten te worden door schattige vogeltjes en zoemende bijtjes die even groot of zelfs groter zijn dan hemzelf), de verre kloof die bestaat tussen de wetenschap en de primaire behoeften van de gewone mens (het zwevende eiland Laputa, bevolkt door wereldvreemde geleerden die slechts geïnteresseerd zijn in astronomie en wiskunde, terwijl hun geleerden belachelijke uitvindingen doen zonder enig nut of praktische toepasbaarheid om de maatschappij van dienst te zijn), de illusie van een roemrijke geschiedenis en het idealiseren van veldslagen en veldheren uit de Oudheid (Gulliver die naar Glubbdubdrib reist en via de magische gaven der bewoners, kan spreken met Homerus, Descartes, Gassendi, Alexander de Grote, Hannibal, Brutus, Ceasar,... en aan de weet komt dat vele feiten die door de geschiedschrijvers verhaald worden helemaal mis zijn, en tot grote spijt moet besluiten dat vele grote helden slechts lafaards waren die hun roem behaald hebben door middel van praktijken die variëren van prostitutie tot oplichterij), de ijdele dromen van het mensdom (Gulliver die kennismaakt met de onsterfelijke bewoners van Luggnag en aan de weet komt dat het verwerven van onsterfelijkheid helemaal niet zo'n pretje is als men wel denkt en dat deze Onsterfelijken verworven zijn tot verbitterde, zielige en dementerende grijsaards),... En verder de corruptie in de politiek, het egoïsme van vorsten die slechts hun eigen hartstochten volgen zonder rekening te houden met het welzijn van het volk waarover zij regeren, en hun macht gebruiken om hun volk voor hen te laten buigen en zodoende hun onbeperkte heerschappij gebruiken om hun onderdanen pijnlijk te vernederen (de Luggnaggers die het stof moeten oplikken voor 's konings voetenbankje), de absurde rechtspraken van gerechtshoven,... enzovoort, enzovoort.
Vast en zeker doelt Swift op bestaande koningen en hooggeplaatste personen of politieke gebeurtenissen met dit werk. Om nu maar een voorbeeld te geven: de eeuwigdurende oorlog tussen de Lilliputters en de Blefuscanen omtrent de discussie of men een ei aan de scherpe dan wel de stompe kant moet breken, doelt vast en zeker op de oorlog die destijds werd gevoerd tussen Engeland en Frankrijk die zijn grondslag had in nutteloze discussies en meningsverschillen over hoe men bvb. een bepaald Bijbelcitaat moet interpreteren... Maar in zekere zin hoeft men niet deze hele geschiedenis te kennen om de waarde van dit boek te vatten - Swifts kritiek is niet alleen toepasbaar op het Engeland van weleer, maar eigenlijk ook op de gehele aard van de mens (of moet ik zeggen de Yahoo?). De boodschap die men op het einde meekrijgt is best wel negatief (een misantropische Gulliver die zelfs zijn eigen vrouw en kinderen niet meer kan uitstaan en zijn tijd liever verwijlt bij zijn paarden die hij als veel nobeler en edeler beschouwt dan zijn soortgenoten), maar doordat heel de kwestie wordt verteld door middel van een fantasieverhaal, blijft het hele gebeuren toch best verteerbaar voor de lezer.
Geweten moet zijn dat Swift niet enkel parodieert op maatschappelijke gebeurtenissen, maar ook op bepaalde schrijfstijlen die zich kenmerken door een gespecialiseerd jargon. Bvb. Het juridische jargon waarmee de Lilliputters hun gerechtsbrieven opstellen... Ook bezigt Swift het wetenschappelijke (bijna wiskundige) jargon wanneer Gulliver beschrijft hoe het eiland zich kan verplaatsen in de lucht door het in een bepaalde stand brengen van een magneet.Ook de zeemanstaal wordt genadeloos geparodieerd wanneer Gulliver de diverse methoden beschrijft die hij gebruikt om zijn schip te beveiligen voor een opkomende zeestorm, enzovoort... Swift speelt dus niet enkel met de taal, maar ridiculiseert het ook.
Ook zitten er in het boek heel memorabele scènes die ik nog lang zal blijven onthouden. Mijn lievelingsscène is die waarin Gulliver vol trots de diverse zeden, waarden en politieke systemen beschrijft die zijn dierbaar vaderland kenmerken, aan de koning van Brobdingnagg. Wanneer deze Gulliver heeft aangehoord, waagt de koning Gulliver toch in te lichten over enkele twijfels die hij heeft omtrent het bestuur van Engeland en binnen de kortste keren overstelpt de koning Gulliver met netelige vragen. Wanneer de koning merkt dat Gulliver deze vragen niet op een vlotte manier kan beantwoorden, heeft hij een genadeloze conclusie over de hele mensensoort waartoe Gulliver behoort:
Mijn kleine vriend Grildrig, ge hebt een zeer bewonderenswaardige lofrede op uw land gehouden. Ge hebt zonneklaar bewezen, dat onwetendheid, luiheid en verdorvenheid de ware vereisten zijn om als wetgever te kunnen optreden, en dat de wetten het best worden verklaard, uitgelegd en toegepast door diegenen wier belang het is ze te verdraaien, te vertroebelen en te ontduiken, en wier gaven hen daartoe in staat stellen. Ik neem bij ulieden nog enige contouren waar van een bestel, dat in zijn oorspronkelijke vorm wellicht dragelijk is geweest; maar ze zijn deels uitgewist en anderdeels helemaal verdoezeld en bezoedeld door misbruiken. Uit al wat ge gezegd hebt blijkt geenszins dat ook maar een voortreffelijke hoedanigheid vereist wordt voor het verwerven van een hoge positie in uw land, en veel minder nog, dat mannen worden geadeld om hun deugd, geestelijken bevorderd om hun vroomheid of geleerdheid, krijgslieden om hun beleid of hun moed, rechters om hun onkreukbaarheid, wetgevers om hun vaderlandsliefde, of raadslieden om hun wijsheid. Wat uzelf betreft, die het grootste deel van uw leven met reizen hebt gesleten; ik wil graag hopen dat ge tot dusver aan vele ondeugden van uw land zijt ontsnapt. Maar uit wat ik heb opgestoken van uw eigen relaas en van de antwoorden die ik met veel moeite uit u heb kunnen persen en wringen, kan ik alleen maar concluderen, dat het gros van uw landgenoten uit het schadelijkst ras van weerzinwekkend klein ongedierte bestaat, dat de natuur ooit op de aardbodem heeft laten rondkruipen.
Een van de weinige gebreken van het boek, is dat het allemaal soms wat langdradig aanvoelt - maar eerlijk gezegd is dat je reinste muggenzifterij. Want al de moeite die je steekt in het lezen van dit boek (en zoveel moeite hoef je er eigenlijk zelfs niet voor te doen) krijg je dubbel en dik terug! Een toppertje! 4,5*