Is er leven na de dood van rock 'n' roll?
Virginie Despentes schreef met ‘Vernon Subutex, 1’ (2015) een roman die rock 'n' roll uitstraalt en toch het belachelijke accentueert van de mythevorming eromheen. De voormalige platenbaas Vernon zag zijn roemrijke platenzaak, Revolver, failliet gaan door de digitalisering in de muziekindustrie. Pogingen tot herscholing en een bijstandsuitkering ten spijt, maar het lukt de man van middelbare leeftijd niet meer om zijn maatschappelijke invloed te behouden. Het breekpunt komt wanneer een oude vriend, de rockster Alex Bleach, verdrinkt in zijn badkuip tussen de champagne en de coke. De ultieme heldendood na een ‘rock 'n' roll’ levensstijl? Of was het een zelfmoord in slow motion? Maar het belangrijkste: Vernon kan niet meer financieel rekenen op de steun van de laatste mecenas die is overgebleven uit zijn heldenjaren. Hij staat op straat in deze nieuwe tijd.
Het leidmotief in de roman is de hallucinante dollemansvlucht waarin Vernon poogt om weldoeners te vinden onder zijn ooit rockminnende generatiegenoten. Met de literaire techniek ‘monologue intérieur’ (innerlijke monologen) wordt beschreven hoe de verschillende veertigers en vijftigers tegen de zwervende platenbaas aankijken. Ze verachten hem om zijn armoede. Ze voelen de neiging om hem tegen zichzelf te beschermen en hem binnen te halen. Ze kijken tegen hem op. Ze zien in hem een pijnlijke confrontatie met het eigen verlies van status en hun afnemende invloed in een veranderende maatschappij. Het zijn de vrouwelijke personages die hem binnenslepen. Soms omdat zij oprecht begaan met hem zijn of omdat zij andere zakelijke motieven hebben, maar soms ook omdat ze zich obsessief aan hem vastklampen uit een borderline aanhankelijkheid. Vernon’s seksegenoten zijn meestentijds personages waarvan het mannelijke ego flink is opgeblazen; resulterend in seksuele frustratie, agressie en een angst voor statusverlies.
‘Vernon Subutex’ heeft een plot met enige continuïteit, maar voor het grootste deel is het opgehangen aan de subjectieve waarnemingen van de nieuwe karakters die worden geïntroduceerd. Vernon is het centrale punt en tegelijkertijd zelf een bijrol in zijn eigen verhaal. In de veelheid aan kleurrijke personages ontstaat een cultuurschets van het eigentijdse, gepolariseerde Frankrijk, waarin politieke gezindtes en maatschappelijke posities lijnrecht tegenover elkaar staan. Vernon wordt steeds heen en weer geslingerd tussen de verschillende uitersten, terwijl hij zelf vast blijft klampen aan de rock-’n-roll-mythologie waarmee hij zijn eigen identiteit vormgeeft. Het is een abjecte rotzak, maar tegelijk is het een aimabele figuur als een zelfvernietigende, verdoemde muziekheld.
Virginie Despentes weet op een aardige manier feministische thema’s over seksueel geweld en masculiniteit te verwerken in een politieke allegorie met pulp-invloeden. De kleurrijke personages als de ex-pornoactrice Pamela Kant en de lesbische ‘De Hyena’ zouden niet misstaan in het cult-werk van Elmore Leonard of Bret Easton Ellis. Stoer, stijlvol en onverbiddelijk. Toch kruipt er gaandeweg de roman de klad in als het nieuwe personages uiteen blijft zetten en het plot nauwelijks genoeg vlees op de botten heeft om hen iets wezenlijks te laten doen. Het voelt alsof het steeds opnieuw aan het opbouwen is naar een climax die er nooit komt. Daarnaast zijn de personages erg eenzijdig gefrustreerd en boos op de wereld, waardoor na verloop van tijd het ene karakter enigszins inwisselbaar wordt met het andere karakter. Het maakt de roman er uiteindelijk niet minder amusant op, maar soms is het even doorbijten tijdens de passages die als een vastzittende langspeelplaat door blijven slepen.