Tabula Rasa
John Ajvide Lindqvist. Ik heb een HAAT-liefde verhouding met hem. Liefde omdat de man technisch werkelijk goed kan schrijven, heel wat beter dan het gros der Zweedse “literaire” thrillerauteurs, maar HAAT omdat zijn boeken, althans de vier die ik tot nog toe gelezen had, uiteindelijk allemaal lege hulzen bleken. Veel gedoe, hoop quasi-diepzinnigheid (of toch op zijn minst quasi-diepgang) maar uiteindelijk gaat het helemaal nergens over.
Toch de nieuwe Lindqvist maar geprobeerd, want misschien is hij gegroeid en koppelt hij zijn technisch talent dit keer aan een goed verhaal.
De proloog deed me al twijfelen of ik er eigenlijk aan moest beginnen:
Aan het tekort kent men de mens.
We kunnen ons een beeld vormen van personen aan de hand van hun talenten en hun goede of slechte eigenschappen. Alles wat aan de buitenkant te zien is. Maar als we echt willen begrijpen wie ze zijn, moeten we het donker in stappen en ons op de hoogte stellen van waar het hun aan schort.
Het ontbrekende tandwiel definieert de machine. Het schilderij wordt beoordeeld naar de verkeerde penseelstreek, en het dissonante akkoord verpest het lied. Of maakt het interessant. Dat is de andere kant van de medaille.
…..
Ehhh…, wat staat daar nou? Talenten en eigenschappen van mensen zijn aan de buitenkant te zien? Je moet het donker instappen? Ontbrekende onderdelen definieren machines? Niet compositie, coloriet, beeldingskracht, maar een verkeerde penseelstreek maakt hoe een schilderij beoordeeld wordt?
Het begint dus al weer met quasi. Quasi-intellectueel geleuter dit keer.
In Himmelstrand (naar mijn mening ten onrechte vertaald naar Hemelstrand, daar de titel slaat op de overleden Zweedse tekstdichter Peter Himmelstrand, en alleen met veel fantasie de inhoud van het verhaal iets met een hemelstrand te maken zou kunnen hebben) maken we de lotgevallen mee van tien mensen, een hond en een kat, die in vier caravans op een camping staan. Het begint als ze wakker worden en blijkt dat ze met caravan, auto en voortent verplaatst zijn naar een oneindig uitgestrekt grasveld. Of misschien zijn ze wel niet verplaatst, want de navigatieapparatuur geeft nog steeds de wegen, rivieren en bossen aan. In werkelijkheid is er niets anders dan gras, gras, gras en een blauwe hemel. De tien mensen, uiteraard zeer divers van karakter en afkomst (ex-voetballer + model + dochtertje, supermarkteigenaar + vrouw + zoon, twee boeren, zagerij-eigenaar + vrouw), proberen er achter te komen wat er aan de hand is, maar dat lukt natuurlijk niet, omdat zo’n onrealistische gebeurtenis niet te verklaren is. Enkelen die gelovig zijn (of waren) opperen in elk geval dat het een plaats is waar God niet is, want in de blauwe hemel die van horizon tot horizon strekt is geen zon te zien.
Nou ja, ze doen dit, en doen dat, en de hond en de kat doen af en toe ook iets, en ze komen erachter dat er nergens een einde aan het grasveld komt. Wel komen enkelen op hun speurtochten een soort demonachtige wezens tegen. Deze zien er voor ieder anders uit. Als een tijger, of als James Stewart, of als een dode pappa, als een handelsreiziger of als een soort witte mensachtige figuur. Het blijken ook een soort krachteloze vampiers te zijn. Natuurlijk komen er irritaties onder elkaar voor, en het loopt zelfs een beetje uit de hand, en intussen wordt er wat verteld over voorgeschiedenissen van de personen. En als ze de radio aanzetten klinken er liedjes van Zweedse muzikanten, allemaal geschreven (tekst dan, niet de muziek) door Peter Himmelstrand (aan wie dit boek ook opgedragen is, om voor mij onbegrijpelijke redenen). Tot zover de eerste 260 pagina’s.
Dan uiteindelijk verandert er iets. Van alle kanten komen donkere wolken naar het plekje met caravans toe, en in die donkere wolken leven zombies of iets dat daar op lijkt – niet dat dat er verder veel toe doet. Erger is dat uit de wolken een zwavelzuurregen valt die alles aantast. Voor de mensen is het sowieso snel dodelijk, maar ook de auto’s en caravans kunnen er niet echt tegen. Het lijkt erop dat God er inderdaad niet is, en dat ze in de hel zijn. Na een lange regenbui zijn de caravans en auto's nogal kapot, en ook de mensen komen er niet allemaal ongeschonden uit. Maar degene die echt dood zou moeten gaan is dat ook niet. Vervolgens hebben ze er genoeg van en om verschillende redenen verlaten ze bijna allemaal het caravankampje, en krijgen ze een willekeurig lot. Sommigen komen weer op de camping in de normale wereld terecht. Anderen dwalen eeuwig rond in de paralelle wereld (laat ik dat zo maar noemen), en de boeren en de kat en de hond blijven achter. Hun lot zal ook wel niet goed zijn.
Nou, dat was het dan. Geen spanning, geen ontwikkeling, geen humor, alleen maar een verhaal dat alle kanten op had kunnen gaan en uiteindelijk nergens heen gaat. Op de voorkant staat nog “literaire thriller”, maar wat dit met thriller te maken heeft is me niet duidelijk geworden, en literair… ach dat vult iedereen maar voor zichzelf in. Voor mij is het doodzonde dat een groot talent als Lindqvist zo bedroevend slecht met zijn talent omspringt. Vreemdheid om de vreemdheid heeft geen waarde, en hoe goed je de personages ook tekent en beschrijft: als ze in een volkomen onbegrijpelijke wereld volkomen onbegrijpelijke dingen meemaken, dan gaat het helemaal nergens over.