
Pussy Album - Stella Bergsma (2016)
Nederlands
Psychologisch
288 pagina's
Eerste druk: Nijgh & Van Ditmar,
Amsterdam (Nederland)
Eva van Liere, 37 jaar, lerares, vrouw, poëzieliefhebster, junk. Ze houdt wanhopig van het leven, maar ervaart dat niet als wederzijds. Ze verloor haar relatie en later haar werk, omdat ze het met een leerling deed. Ze kan zich niet herinneren of dat allemaal gebeurde om hoe ze is, of dat ze zo is omdat dat allemaal gebeurde. Woordfetisjiste, misantrope, borrelbefster. Hoed u: ze neukt terug, maakt kutafdrukken op uw nieuwe bank en schreeuwt haar naam van de daken. En ja, haar leven raakt volledig ontspoord. En ja, ze begint alsnog een relatie met de leerling. Misschien kan zijn liefde haar redden. Of is Eva een gevallen vrouw die nooit meer op zal staan? Die nooit meer op wil staan?
Stella vertelt met Pussy Album een cynische geschiedenis echter zonder dat je hoop en sympatie voor de hoofdpersoon en de goede afloop verliest. En na alle sex, braaksel en eenzaamheid, blijkt, sla je het boek dicht met een dikke thumbs up voor alle gepassioneerde mensen in de wereld.
Het interesante is dat ik in het begin best bleef hangen op alle ruwheid in het boek. Maar de combi van 'in your face' klaarheid en het prachtige poëtisch taalgebruik, de verassende gelaagdheid in de vertelling en het liefdevolle einde, maken dat ik al gaande weg het boek heel anders ging ervaren. De excessen werden een begrijpelijke bijzaak in het grote geheel van het liefdevolle (of juist liefdelege) leven van Eva. Dat vind ik bijzonder knap. Daarom: lezen dat boek!
Wat een domme opmerking er zijn miljoenen mensen omgekomen aan een boek bv bijbel koran! Maar oke misschien bedoelt ze het zo niet dan heb je ook nog catcher in the rye of auteurs die zijn vermoord om het schrijven van een boek!
Eva, gevallen lerares, gekwetste ziel, rouwend om een verloren relatie is een zelfgekozen alcoholiste voor wie zonder de zachte omhelzing van de drank het leven nog erger dan de hel is. Een eenzame gekwetste ziel vooral, Iemand die een egaal bestaan van doffe dagen haat, iemand die langzaam wil verdwijnen. En dat is wat ze met ware doodsverachting het hele boek lang doet met de hulp van drank en seks. Losse, harde , liefdeloze seks om de innerlijke pijn te verdrijven, drinken om overeind te kunnen blijven. Vooral geen emoties, geen kwetsbaarheid.
Maar toch houdt deze vrouw vooral van 'de momenten ervoor' maw verlangen en verwachting zijn voor haar veel belangrijker dan 'de momenten erna', die toch altijd uitdraaien op teleurstelling.
Stella Bergsma blijft echter niet 'hangen' in rauwe beschrijvingen van seks en drinkgedrag, ze wisselt deze af met schrijnende maar poëtische beschrijvingen. De gedeeltes waar ze inzoemt op bepaalde huiselijke taferelen die de hoofdpersoon als postbode door de ruiten ziet zijn soms van ontroerende schoonheid. Zoals 'Het Voorportaal' een beschrijving van twee slapende bejaarden , alsof ze wachten op de dood.
Dit boek is zo veel meer dan een pleidooi dat vrouwen even goed promiscue gedrag mogen stellen. Eigenlijk gaat dit boek hier ook niet over zoals soms beweerd wordt. Het zit wél vol met rake gedachten en mooie observaties. Dat maakt dit boek zo goed, Stella Bergsma verrast met inzicht in menselijk gedrag.
Dit boek gaat over zelfdestructie die het haalt van de liefde. En ja, de beschrijvingen van deze zelfdestructie zijn hallucinant (hoe kan dat ook anders?) maar ook mooi. Ik heb eigenlijk nog nooit mooiere beschrijvingen over het 'kroeggebeuren' gelezen dan in dit boek. Het op een zuipen zetten met je 'verslaafmaten'. De liefde vinden ze mooi, de liefde en voetbal, daarmee janken ze hun jeneverglaasjes vol. Over tot de orde van de nacht: manke monologen, theatrale gebaren, beschonken schijnbewegingen, leeggelopen gesprekken.
Dit is een heftig boek maar nooit gratuit. Stella Bergsma danst op het randje maar weet altijd balans te houden, ze vervalt niet in opzettelijk choqueren. Daarvoor is dit boek toch wel te doordacht en bij vlagen zelfs poëtisch. Het hoofdpersonage blijft ondanks alles geloofwaardig, tot de laatste snik.
Deze kroniek van een zelfgekozen vernietiging en zelfhaat is eigenlijk een 'mooi' boek. Stella Bergsma kan schrijven. Zoveel is zeker.
4*
Leuke recensie, Liv2. Door jou aangedragen argumenten lees ik vaker, ook in gepubliceerde recensies.
Die heb ik bewust niet willen lezen/gelezen. Ik ben blij dat ik dan toch niet alleen ben met mijn bevindingen. Ze verdient als schrijfster een 'tabula rasa' en ik stond bij momenten versteld van haar schrijfstijl.
Komaan Donkerwoud, die 4,75 hier doet pijn aan de ogen.
Dat hoge cijfer komt omdat er groupies aan de gang zijn geweest.

Drie keer 5 sterren van mensen die maar 1 keer gestemd hebben op boekmeter. Het is dat Liv ook 4 sterren gegeven heeft anders zou ik voor het evenwicht ongelezen een 0,5 toevoegen.

Ja, ik kan dat soort dingen niet uitstaan.
In mijn late tienerjaren raakte ik gebiologeerd door een boek in de boekenkast van mijn ouders. Zo één met vergeelde bladzijden en ezelsoren rond de zijden. Op de cover stond een stoere jongeman op een motorfiets, rebels in de camera kijkend als een soort Hollandse James Dean. Ik heb het natuurlijk over ‘Ik, Jan Cremer’ (1964) van Jan Cremer. De inhoud stelde allerminst teleur: agressieve kwajongensstreken, seksuele escapades, uitvoerige beschrijvingen van erogene zones en vrouwelijke rondingen. Tere Christenhartjes bezoedelen met ordinaire banaliteiten als beschrijvingen van kutten, piemels, zaad, vaginaal vocht, orgasmes, venusheuvels en zo nog meer. Van tweeduizend jaar Christelijke autoriteit, naar de rebelse ‘loners’ of ‘easy riders’ als Jan Cremer, die ‘ze’ eens even een poepie lieten ruiken met hun provocatieve anti-literatuur.
Toen al voelde ik dat redeloos schermen met schuttingtaal, vol met beschrijvingen van seks en geweld, niet de meest diepgaande manier was om grootse literaire thema’s mee op de kaart te zetten. Maar juist dát was de aantrekkingskracht op mijn opgroeiende zelf: platheid in taal als anti-establishment, anti-bourgeoisie. In de aanval: ‘we’ gaan ‘ze’ wel even laten zien dat de tijden veranderd zijn; dat ‘we’ het nu voor het zeggen hebben in een tijdsgeest waarin vrijheid van meningsuiting belangrijker is dan die verstikkende religieuze moraal. Het paste wonderwel in mijn wereldbeeld als atheïstische tienerjongen die nog zijn weg moest vinden in zijn eigen seksualiteit. ‘Ik, Jan Cremer’ zou voor mij zo’n werk worden dat, erop terugkijkend, een blauwdruk blijkt voor hoe je smaak zich in de loop der jaren ontwikkeld heeft. Tikkeltje op het scherpst van de snede, niks is veilig voor publiekelijke hoon en sardonische spot.
Kleine jongetjes worden grote kerels. De hang naar verzet van stoere mannelijke einzelgängers tegen de gevestigde orde zit ergens nog in mijn systeem, maar mijn liefde voor literatuur is óók andere kanten op geëvolueerd. Meer richting schrijvers die binnen één werk een palet van genres, stijlen en tonen bestrijken om narratieve bouwwerken te construeren als ware zij architecten van woorden. Mooi gestileerd taalgebruik, met lange meanderende zinnen waar je af en toe bij blijft stilstaan om na te denken over de betekenissen. Simpele provocatie is voor mij daarbij passé, omdat de tijd voorbij is dat ‘hemetjelief, een vrouwenborst!' nog enige emotie teweegbrengt. Wil ik mezelf schofferen of choqueren, dan kan ik me ervan verzekeren dat een paar muisklikken verder alles gezegd kan worden en vooral niks verzwegen wordt.
‘Pussy Album’ (2016) roept bij mij dan ook tegengestelde gevoelens op. Ik heb respect voor Stella Bergsma (de columniste) om haar scherpe activistische toon. Zij schetst in helder en duidelijk taalgebruik belangrijke issues rond seksuele moraal en hypocrisie naar de maatschappelijke omgang met vrouwen. Termen als ‘sletvrees’ en ‘snotwin’ zijn scherp gevonden. Stella Bergsma (de auteur) buigt dat feminiene activisme in een behapbare vorm: een schelmenroman met een vrouwelijk hoofdpersonage á la Bukowski of aftreksels (Hank Moody!?) Een mannenverslindster die zich kapot zuipt terwijl zij te jonge mannen aantrekt en net zo hard afstoot. Oh wee als iemand dichtbij haar beschadigde kern weet te komen.
Soms heeft Stella Bergsma me bij de lurven. Neem deze schrijnende, mistroostige sfeerschets van de sneue mannetjes die hoofdpersonage Eva eerder heeft afgewerkt: ‘De man die een volledig leeg huis had, op een rij cowboylaarzen na. De man die twee condooms om wilde omdat hij dacht dat ik een zendertje in mijn kut had. (…) De grote, de kleine, dikke, dunne, met baarden, zonder. Met trieste ogen, met lelijke schoenen, met mooie lippen, met nare tanden, met een fijne geur, met stevige handen. De penissen groot, klein, dikkig, met paarse aderen. Prachtig gevormde, die je zou willen kleien, of zoenen. Of adoreren. Stompe, die er onhandig uitzien. Met rare hoeken of verfrommelde ballen. Een zakkende zak, of juist eentje die niet te vinden is’ (17)
De vrouw die terugkijkt en via de bijbehorende fallussen de sneuheid ziet van de zielige soort alfamannetjes die haar willen penetreren. Hun mannelijkheid ontbloot, dan blijft er niet veel meer over van machogedrag, sociale positie, fysiek overwicht en de andere manieren waarmee de maatschappij mannen een andere status toedicht dan vrouwen. Rauw en ruig. Choquerend, maar met genoeg realiteitszin om het een subtiel soort gelaagdheid te geven. Bergsma kan gevoelig, klein, intiem schrijven. Kán, want het zijn fragmentjes in een diarree van seks, gevloek, gekanker, gejeremieer.
Bergsma weet namelijk niet hoe scheutig zij haar proza moet larderen met overdreven ranzigheden (plasseks, zelfpenetratie met een flessenhals, minderjarige scholieren neuken) .Elke bladzijde opnieuw weer iets wat nauwelijks provoceert, maar wat voornamelijk irriteert omdat hetzelfde sleetse patroon gevolgd blijft worden. Neem bijvoorbeeld deze kitscherige wansmaak: ‘De mannen zijn geknakter dan hun vrouwen (…) Het zijn de musselmanner van Primo Levi, die alle hoop hebben opgegeven. Een zweempje Auschwitz in hun aankopen. Dubbeltje Dachau in de daghap. Een wolkje dood door de koffie roeren. Bergen-Belsen in je boodschappenkar. (51)
Bergsma slaat naar mijn smaak te ver door in dat bewust provoceren, de ene hyperbool na de andere hyperbool wordt eruit gegooid.Het gaat me niet eens om de WO2-verwijzingen op zich - een beetje sardonisch prikken mag best- maar het is een uitputtende strategie die zij door het hele boek vol blijft houden. Geforceerde analogieën met (hier) de Holocaust, gepresenteerd als 'diepgaand' omdat het (wederom hier) enige voorkennis suggereert met overlevingsliteratuur van Primo Levi. Bergsma is naar mijn persoonlijke smaak te scheutig met haar verwijzingen. Grote denkers, schrijvers, wetenschappers en filosofen (Nabokov, Dante, Slauerhoff, Sartre, Heidegger, etc) passeren de revue.. De verwijzingen worden niet gesuggereerd of geschetst, maar open en bloot op een presenteerblaadje neergelegd. Het verwijst omdat de verwijzing er staat; niet omdat dezelfde intertekstuele knipogen verweven zijn in een narratief dat zij voor ons bedacht heeft. Het is een gemakzuchtige manier van diepgang suggereren terwijl het narratief niet van zichzelf die diepgang heeft.
'Pussy Album' (2016) leest als de literaire equivalent van een drilboor. Bam! Steeds dezelfde korte zinnetjes die je informatie toeschreeuwen terwijl ze zelden één uitgewerkte gedachte uiteenzetten. Bam Bam! Nu verwijs ik hiernaar; nu gooi ik er vunzige seks in; nu een verwijzing naar religie, Tweede Wereldoorlog, iets filosofisch...Bam! Bam! nu maakt Eva psychologische ontwikkelingen door, want zij is heus een rond afgewerkt karakter...Bam! Bam! Bam! Beschrijvingen van mannen, de buurvrouw, de kroeg, de school. Bam! Bam! Bam! Alsof je vermoeid aan het zappen bent door een roman, maar dan zonder de postmoderne betekenislagen die het gefragmenteerde van datzelfde schakelen rechtvaardigen. Bam! Bam! Bam! Bam! Bam!
Het zijn de kleine intimiteiten waarmee Bergsma me geraakt heeft, waardoor ik hoop dat deze debuutroman een appetizer gaat blijken voor rustigere romans in de toekomst. Literair schrijven kan ze zonder twijfel, maar dat drukke gedoe met nodeloze verwijzingen/provocaties is niet naar mijn smaak. En dat is verder niet erg! Een geërgerde uitdrager van de patriarchale orde kan ze vast erbij hebben; daar ben ik van overtuigd.
Een andere auteur, Elena Ferrante, beweert dat een goed boek geen interviews en gezicht van de schrijver nodig heeft, een goed boek vindt vanzelf de weg naar het publiek. Interviews, onder andere over het boek van SB, hoeven volgens EF dus niet (waarbij wat mij betreft het interview in Trouw sowieso allesbehalve in het voordeel van SB werkt).
Het is voor mij wel erg prettig en helpend jouw uitgebreide en goed doordachte mening met minnen èn plussen te lezen.
Donkerwoud Een andere auteur, Elena Ferrante, beweert dat een goed boek geen interviews en gezicht van de schrijver nodig heeft, een goed boek vindt vanzelf de weg naar het publiek.
Anne Eekhout schreef iets soortgelijks, dat 'de verbeelding' genoeg moet zijn. Niet alleen met al die biografische poespas eromheen: Geestelijk gezond en schrij...
[...] komt dit boek onderaan mijn lijst 'misschien toch nog eens lezen en zelf een mening vormen'. Want eerlijk is eerlijk, daar ben ik een voorstander van al stuit alleen al de tekst in de plotomschrijving van Pussy Album me tegen de borst.
Het leven is kort en het verlangen oneindig. Wat ik maar zeggen wil: weg met die lijst.

"Ik zou het best leuk vinden als iemand eens stierf aan een boek" Aldus de auteur bij Pauw.
Wat een domme opmerking er zijn miljoenen mensen omgekomen aan een boek bv bijbel koran! Maar oke misschien bedoelt ze het zo niet dan heb je ook nog catcher in the rye of auteurs die zijn vermoord om het schrijven van een boek!
Er zijn ook mensen die zeggen dat als ze een boek lezen er dan ook mensen sterven en dat klopt niet want stel je voor dat er ook nog eens wat anders sterft, bijvoorbeeld een boek..
Zo, en nu eerst dit boek lezen en wat zinnigs over dit goeie boek zeggen.
Helaas zijn de laatste 80 pagina's weer zoals het begin van het boek: met een voelbaar geforceerde pen geschreven.
Het is aandoenlijk om te zien hoe al die columnisten van tegenwoordig denken dat ze wel een roman kunnen schrijven. Wie goed kan schrijven kan niet automatisch een roman schrijven, een punt dat Bergsma zeer duidelijk heeft weten te maken. Misschien was dat de echte roman wel, want dat is de enige boodschap die volgens het adagium 'show, don't tell' overgebracht wordt.


Docent Nederlands wil niet betrokken zijn bij boekpresentatie van Pussy Album op Middelbare School
Edit: begrijp nu wat je bedoelt. Ze zou daar dus blijkbaar komen spreken en ontving zelf dus ook de mails.
Weet niet hoe het literatuur onderwijs nu wordt georganiseerd, maar wij hadden maar 1 of 2 verplichte boeken (Behouden Huis en De Aanslag), vervolgens moest je 10 boeken van een bepaalde selectie auteurs, en daarnaast had je nog ruimte voor eigen keuzes (getoetst door docent). Bergsma in de verplichte ruimte proppen lijkt mij ook bijzonder jammer van de rijke literaire ervaring die je op kan doen op de middelbare school. Hier heb je ook niet bepaald veel duiding van de docent bij nodig, dus zou het niet verplicht maken.
Prima mail van deze betrokken docent die voor zijn vak opkomt. Typisch dat de auteur hiermee weer publiciteit wil scoren.
Is dit niet gewoon verzonnen door de auteur, eigenlijk?