Laat ons niet onnozel doen. Dus eerst en vooral: uiteraard is de vergelijking met
‘The Corrections’ en met
‘Freedom’ onvermijdelijk. Om wat dat betreft meteen duidelijkheid te scheppen: aan zijn twee meest gerenommeerde romans kan Jonathan Franzen met
‘Purity’ niet tippen. Toch gaat ook van dit boek een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht uit – en nee, dat woord kies ik niet toevallig. Is het omdat de auteur om de pakweg vijftig bladzijden lustig ingaat op de seksuele betrekkingen die verschillende personages met elkaar aangaan? Want als seks verkoopt, waarom zou ondergetekende dan vrij zijn van de verlokkingen daarvan?
Toch is er meer aan de hand. Dat moet, want net alles wat naar erotiek smaakt, doet in
‘Zuiverheid’ behoorlijk onwerkelijk aan. Mannen die op de meest beangstigende of spannende momenten erecties krijgen: het bestaat, maar voor mij is het geen invoelbare primitieve impuls. Zeker niet eenmaal een van de personages
begint te masturberen boven een vers gedolven graf. Niet wat je noemt verheffend, verfijnd proza. Dat
Trouw de roman indertijd ‘oversekst’ noemde, lijkt me niet misplaatst.
Het liefst schrijft Franzen echter over onderlinge verhoudingen. Over hoe mensen aan elkaar hangen, elkaar het leven mogelijk doch vooral onmogelijk maken, ondanks of juist omwille van hun wederzijdse affectie. Karakters als Pip, Tom, Anabel, Leila, Katya: ze krijgen gestaag meer en meer diepte, en hoe verder de roman vordert, hoe meer sympathie de lezer kan opbrengen voor hun perspectief op verleden en heden.
Finaal blijft niemand overigens van blaam gevrijwaard: onzuiverheid is des mensen, en hoewel we allen het idee van ons zuivere zelf proberen cultiveren, zijn we bevlekt door wat anderen ons hebben aangedaan (
Pip als product van haar jeugd,
Leila als beschadigd ex) of door hoe we ons opstellen ten aanzien van onze naasten (
Katya als lijdend voorwerp van haar onverzadigbare lust,
de wisselwerking tussen Tom en Anabel).
De meer abstracte laag komt doorheen
‘Purity’ minder goed uit de verf, en wel omdat de psyche van het personage die de tweespalt tussen openbaarheid en transparantie versus geheimen en ‘onzuiverheid’ belichaamt zich minder vlot laat lezen. Begrijp me niet verkeerd: de hoofdstukken over
Andreas Wolf zijn razend spannend, het beeld van Oost-Duitsland prikkelend en schijnbaar accuraat, alleen zijn ’s mans uitspattingen te extreem (zeker op seksueel vlak, Franzen melkt dit element onnodig uit – op zoek naar sensatie?) en zijn denkbeelden te vaag. Wat de filosofische onderstroom betreft waren
‘The Corrections’ en
‘Freedom’ – althans zo herinner ik het mij – op een aangename manier doorzichtiger, en daardoor juist complexer.
Humo sprak dat anno 2015 tegen en noemde het boek “een roman van deze tijd, voor de eeuwigheid”, terwijl
De Standaard (voor mij terecht) aanstipt dat Franzen te weinig diep ingaat op het klokkenluidersfenomeen en alles wat daar mee samenhangt.
Maakt dat
‘Zuiverheid’ tot een slecht boek? In geen geval, het is immers maanden geleden dat een roman voor mij zo verslavend werkte. Toegegeven: deze drang komt niet voort uit stijl of uit psychologische finesse, maar uit plot, en uit het epische spektakel dat Franzen daaruit destilleert. Een web van personages, een labyrint van motieven, met bijwijlen te gezochte metaforen doch afwisselend spitsvondige dan wel wat bij de haren gesleurde ideeën: met
‘Zuiverheid’ heeft de auteur geen meesterwerk afgeleverd, wel een prikkelende turf escapisme.
Wie Franzen nog moet ontdekken: begin elders. Diegenen die al in de ban zijn, zullen in lichte mate ontgoocheld zijn. Wat betekent dat
‘Purity’ nog steeds een niveau haalt waar menig schrijver een moord voor zou begaan –
pun intended.
3,5*