Sterk boek, dat wel een aanloop nodig heeft die mij niet volledig kon bekoren. Het stuk voor de ontmoeting tussen De Generaal en Konrad is natuurlijk nodig om de verhoudingen en de achterliggende levens duidelijk te maken, maar naar mijn idee had het wel iets compacter gekund. In de eerste ongeveer 50 pagina's komt de spanning rondom de vraag wat er precies is gebeurd nog niet echt tot leven.
Toch zijn er ook daarvoor al wat mooie dingen te vernemen, zoals de scène waarin De Generaal ziet in welke omstandigheden Konrad leven, om die laatste aan een carrière te helpen.
Echt op gang komt de roman pas als de Generaal het woord neemt. Prachtig hoe hij rustig de tijd neemt en Konrad beschrijft hoe hij alles ervaren heeft. Hij vertelt zo minutieus, dat ik hem bijna aan wilde sporen om wat sneller tot de kern van de zaak te komen. En dan te bedenken dat het voor Konrad nog wat spannender zou zijn om daar zo tegenover hem te zitten...
Het einde is ook heel verfijnd, eigenlijk is daar nog weinig aan toe te voegen zonder met spoilers te moeten gaan strooien. Er moet natuurlijk nog wel wat onthuld kunnen worden door de roman
In plaats daarvan maar eventjes wat kenmerkende ideeën die het overwegen wel waard zijn:
- "Ik bedoel dat de mensen wel de waarheden kunnen leren kennen en ervaringen kunnen opdoen, maar ze kunnen hun fundamentele geaardheid niet veranderen. Misschien kun je ook niet meer doen in het leven dan met wijsheid en omzichtigheid proberen de realiteit en deze onveranderlijke werkelijkheid met elkaar in overeenstemming te brengen."
- "Ik haat muziek. Ik haat die melodieuze en onbegrijpelijke taal, waarin mensen van een bepaalde soort met elkaar kunnen converseren, ze zeggen elkaar iets buiten de normen en de regels om, ja, soms denk ik dat ze elkaar iets onbetamelijks en immoreels zeggen met de muziek. Kijk maar naar hun gezicht, hoe vreemd het verandert wanneer ze naar muziek luisteren."
-
Ik zeg dit niet als een aanklacht; ik heb eerder medelijden met je. Het moet een vreselijk moment zijn wanneer in een mensenleven de verzoeking komt, wanneer een mens het wapen richt om de mens te doden bij wie hij betrokken is, met wie hij een innerlijke band heeft en die hij om de een of andere reden moet doden."
Verder wil ik nog opmerken (in reactie op hdehoon) de monoloog wel als een duel te interpreteren is, als psychologische oorlogsvoering. De generaal vuurt immers een hele theorie en allerlei ideeën op Konrad af, zonder dat hij een inhoudelijke respons krijgt. De een probeert de onderuit te halen met zijn woorden (en door het voor te stellen dat hij vrede heeft met de geschiedenis), de andere gunt hem niet het plezier van een tegenwerping.
Zonder het wat stroeve begin had dit boek misschien een 4,5 gescoord
