Het is gedaan.
Och, hart van mij, wat betekenen zeeën van bloed?' Wat heb ik met Timisoara, wat gaat mij dat allemaal aan? Ik heb nooit begrepen hoe dat zit met die obscene graffiti op een muur genaamd geschiedenis. Wetmatigheden, revoluties, oorlogen, veldtochten. Een enkele letter in mijn manuscript is al reëler dan dat alles. De vogel die over de veldslag vliegt, weet niet wat Stalingrad betekent. De luis op het lichaam van de soldaat negeert de gruwelijke pijn vanwege de kogel in zijn darmen. We leven onder het zware stof van de millennia, we vonken een ogenblik in de eeuwige duisternis, door niemand bekeken, door niemand gekend. Een miljoen mensen in stukken gescheurd, vergast en verkoold tijdens 1 enkele veldslag: in de dorpen van Ceylon heeft niemand van hen gehoord. Over een eeuw zal niemand meer iets weten, en zelfs als ze het wel weten, zullen de jongeren zeggen: Dat is ons probleem niet. Onze blik is gericht op de toekomst. Boven al het leed van de wereld hebben altijd dezelfde onverschillige sterren gestraald.
Het mooiste boek dat ik tot nu toe heb gelezen. Niet het Onmetelijke Mausoleum, maar de Orbitor trilogie als geheel. Waar het eerste boek geheel ontspoort begon zonder duidelijke structuur en bij vlagen letterlijk 'onleesbaar' was, komen alle personages, gebeurtenissen en hallucinaties nu wonderbaarlijk samen in het slotstuk van de trilogie. Dit boek leest als een trein! We zien de jeugd van Mircea weer terugkomen, de Wetenden en het ondergrondse, maar de rode draad door het boek is het dictatorschap van Nicolae Ceaușescu en de revolutie die daardoor ontketent werd. Het lijkt direct terug te komen in de prachtige
Nederlandse omslag van het boek, maar schijn bedriegt. Lees door tot de laatste regel van het boek, voel alles, maar begrijp niets
Ik was een man die op aarde leefde. Ik heb het licht gezien, de kleuren waargenomen. Ik heb elektrische signalen aan mijn spieren doorgegeven, en zij hebben zich in beweging gezet. Ik heb nauwgezet mijn inwendige kalksteenbeeld gepolijst: de wervels, de sleutelbeenderen, de ribben, de schedel, de heupbotten, de botten van de armen en de benen. In mijn hersenpan is, vanaf de andere kant van de wereld, een druppel goddelijkheid doorgedrongen. Wat heb ik daarmee gedaan? Wat heb ik dankzij de goddelijke gratie van het leven begrepen? Ik heb gedacht en geëjaculeerd, ik heb geslapen en gedroomd, ik heb geglimlacht en gezucht. Ik heb gruwelijke pijn en de extase van grenzeloze vreugde ervaren. Maar hoeveel heb ik verloren doordat mij slechts vijf zintuigen zijn gegeven? Ik zou er miljarden kunnen hebben, een speciaal zintuig voor ieder ogenblik van het bestaan en voor ieder voorwerp op de wereld. Wat is er gebeurd met het vomeronasaal orgaan, met de laterale lijn, met de voelsprieten in de poten van een vlieg, met de infrarooddetector in de neusgaten van een ratelslang? Waarom kan ik geen ultrageluiden horen, waarom begrijp ik het ultraleven niet?