Het narratief zit als een dubbele helix in elkaar gevlochten op een manier dat twee verschillende tijden en plaatsen bij elkaar komen. De ene streng gaat over een zestienjarig meisje dat herinneringen ophaalt aan filosofische taalspelletjes met haar inmiddels overleden moeder. De andere streng is een fictieve biografie van geboorte, leven en dood van kunstschilder Francesco del Cossa. Beide verhaallijnen verschillen inhoudelijk van vorm en inhoud, maar ze komen bij elkaar via de talige logica van metaforiek, mis en abymes, metonymie, typografie, tijdsvormen en intertekstualiteit. Marketingtechnisch is het leuk gevonden dat er twee verschillende versies van exacte dezelfde roman in omloop. Het kan zowel met het verhaal van George of dat van Francesco beginnen, dus er zijn bij voorbaat twee andere lezingen mogelijk met een verschillende continuïteit.
In positief opzicht is de kakofonie van stijlen, stemmen, thema’s één grote postmoderne maatschappijbeschouwing op de internetcultuur. Vrijwel alle zinnen zingen en schreeuwen de lezer toe. Elke bladzijde opent opnieuw de mogelijke toegang tot nieuwe werelden. Betekenissen ontstaan in het leggen van connecties en verbanden, waarbij de lezer al die chaotische impressies zelf subjectief inkleurt en ordent binnen zijn of haar eigen referentiekader. Psychologische ontwikkeling of diepere uitwerking van personages ontbreekt, maar zij worden blootgelegd als talige constructies die de mogelijkheid hebben om van vorm en inhoud te veranderen. ‘How To Be Both’ doet wat je van betere hedendaagse literatuur mag verwachten: het prikkelt om zelf actief met de inhoud bezig te gaan. Voor mij is het daarmee één groot statement over hoe relevant literatuur nog altijd kan zijn te midden van de gefragmenteerde informatievoorziening via teh interwebz.
Maar ja, dan de hamvraag: wat vond ik er écht van? Vaker dan mij lief is heb ik geërgerd verzucht dat de schitterende sfeerschetsen en de innemende personages verloren gaan in een rommelig vormexperiment. Het is de soort roman waar ik steeds gedwongen word om op de tekst te blijven om überhaupt enig begrip te krijgen over de inhoud, terwijl het voor mij niet de spanning of de interessante waarnemingen heeft om van begin tot eind te boeien. Daarmee wordt het meer een soort vissen naar betekenissen dan een beklijvend werk dat dieper raakt. In ieder geval is het als vormexperiment dermate geslaagd dat het voelt als een roman die literatuur minnende lieden in ieder geval een keer op het pad tegen moeten komen. Wellicht dat voor mij een tweede lezing genoodzaakt is om de werkelijke finesse ervan te kunnen doorgronden!?