Dit Kan Niet Waar Zijn: Onder Bankiers - Joris Luyendijk (2015)
Nederlands
Sociaal / Waargebeurd
240 pagina's
Eerste druk: Atlas/Contact,
Amsterdam (Nederland)
Twee jaar lang heeft Joris Luyendijk zich ondergedompeld in het hart van de financiële wereld. Juist omdat hij geen kenner was van de bankenwereld, was hij de ideale auteur om te onderzoeken wat er gebeurd is: hoe gesloten de wereld van de high finance ook is, velen wilde met hem praten om uit te leggen hoe mooi hun werk was. Hoe zwaar. Hoe interessant. En hoe gevaarlijk. Want de conclusie is even stevig als pijnlijk: de instellingen die ervoor moeten zorgen dat de economie functioneert, kunnen de wereld in de afgrond storten. En dat gebeurt allemaal met de beste bedoelingen door mensen die precies dezelfde zorgen hebben als u en ik, door mensen die de hypotheek moeten betalen en de kinderen op een goeie school wilden hebben. De scherpe blik en de onbevangen manier van vragenstellen zorgt ervoor dat Luyendijk als geen ander inzichtelijk maakt hoe we ervoor staan. En dat is niet zo mooi ...
Dit kan niet waar zijn - Onder bankiers - nrc.nl
Wellicht interessanter is dat de komende aflevering van Tegenlicht (1-3-15) ook hierover gaat.
Beide boeken komen van een journalist en beide gaan in tegen de excessen van het kapitalisme, maar verder verschillen zowel auteurs als boeken nogal. Naomi Klein presenteert zichzelf als journalist maar is vooral aan activist die weliswaar twee bestsellers schreef en los oogstte, maar ook altijd met een bepaalde vooringenomenheid te werk gaat: kapitalisme is fout, de temperatuurstijging is de schuld van CO2 en dat is dan weer de schuld van kapitalisme. Hier blijft ze bij, waardoor op punten het boek niet zo sterk is als had kunnen zijn. Op wat bronverwijzingen na gaat Klein nergens in op de relatie tussen CO2 en klimaatverandering, maar gaat ze nog enkel in op de verslaving aan fossiele brandstoffen en milieuvervuiling. Maar analyses hoe dit zo komt, dat geeft ze nergens. Nu is dat haar vak ook niet, maar dan moet je je boek anders verwerken. Overigens noemt ze tegen het eind wel meer nadelen van CO2, maar het zeurderige toontje raakt ze niet meer kwijt. Daarnaast is haar opbouw niet altijd even goed, anders dan in De Shock-Doctrine die goed de chronologie wist te gebruiken. Ze kampt nu met hetzelfde euvel als in No Logo waarbij ook halverwege de sjeu er wel uit was en er weinig nieuws meer kwam. Tegen het eind mis je ook een echte conclusie op het geheel of een goed afsluitend deel.
Luyendijk gaat echter anders te werk. Hij is in de eerste plaats een antropoloog (zo noemt hij zichzelf ook) en gaat redelijk onbevooroordeeld te werk. Hij leest zijn literatuur en gaandeweg in zijn tijd dat hij in Londen zat komen er voor hem mee vragen bij, omdat hij of die richting in wordt geduwd of omdat hij genoeg antwoorden op de andere vlakken heeft. Die volgorde houdt Luyendijk ook aan waardoor het boek zich blijft ontwikkelen, nauwelijks in herhaling valt en ook glashelder is. Daarnaast is Luyendijk een goed observeerder, zoals hij al bewees met zijn eerder boeken over zijn tijd in het Midden-Oosten: hij ziet wat gezien moet worden en. In zijn 200 bladzijden weet hij meer te zeggen dan Klein in een boek dat zeker vier keer zo dik is. Kleins boek had sowieso een stuk korter gekund. Steevast zoomt ze op de verkeerde punten in, van die banale zaken die binnen het plaatje als geheel wel passen, maar waar ze te veel op uitwijdt en lang niet altijd interessant is. Denk aan hele stukken over natives waar ze maar bij terug blijft komen en als ze vervolgens verder gaat met haar zwangerschappen was ze me eigenlijk kwijt.
Nu is het wel zo dat Klein verder vrij verhelderend het één en ander neer weet te zetten. Haar analyses van het gedrag van mensen en het trekken van verbanden tussen markt en politiek zijn over het algemeen sterk. Haar bronnenapparaat is keurig op orde en ze zegt genoeg zinnige dingen en toont genoeg aan. Anderzijds is ze zo gefixeerd tegen het kapitalisme dat ze lijkt te vergeten dat het maar een systeem is, geen veelogig monster dat uit zichzelf bestaat. Het is niet het kapitalisme dat fout is, maar de mensen die dat systeem maken. Een beter milieu begint immers bij jezelf? Dan begrijpt Luyendijk dat stukken beter die veel genuanceerder kijkt, zijn blik openhoudt en pas op het eind voorzichtig met conclusies komt. Verrassend –of juist niet- is dat beide auteurs met dezelfde conclusie komen: het systeem moet anders. Luyendijk ziet namelijk wel degelijk ook een systeem, zij het als een ongeorganiseerde boel waar niemand elkaar controleert, maar achter een nette façade lijkt het al heel wat. Mulisch beschreef die Gouden Muur als eens prachtig in zijn Ontdekking van de Hemel.
Niet dat Luyendijks boek perfect is. Veel Engelse citaten van de geïnterviewden worden letterlijk en in de originele taal geplaatst, maar vervolgens wordt dat nog als zinnetje erachteraan vertaald. Je mag van je lezerspubliek (zeker bij dit boek) verwachten dat ze het Engels beheersen. Ook het consequente gebruik van cliffhangers vind ik vrij storend. Wel zijn de grapjes leuk (Luyendijk houdt ervan mopjes van zijn ‘personages’ te plaatsen) en vooral is het verrassend hoe helder de bankiers kunnen uitleggen. En allemaal gebruiken ze vergelijkingen en metaforen om dit te verduidelijken, zonder uitzondering. Zo ver zijn ze nog niet van de wereld af dus. En dat is het grote verschil tussen beide boeken. Luyendijk beschrijft mensen in al zijn eerlijkheid en weet zijn punt te maken, Klein ziet alleen een kwaadaardig systeem en weet eigenlijk nergens echt haar punt te maken.
No Time: 2,0*
Dit Kan Niet Waar Zijn: 4,0*
p.s. Wel een erg mooie cover bij dit boek, met The City in de mist, lijkend alsof het boven de wolken is, op een eilandje ver van de gewone wereld waar het zicht wel helder is.
Luyendijk zat afgelopen zondag in het programma 'Boeken' om over z'n nieuwste boek te praten.
Wellicht interessanter is dat de komende aflevering van Tegenlicht (1-3-15) ook hierover gaat.
Dank voor de tip. Die aflevering ga ik zeker kijken.
Ik had de tv aanstaan terwijl ik bezig was. Voor iemand die het boek gelezen heeft zegt Luyendijk niets nieuws of extra's bij Brands. En voor iemand die het boek nog niet heeft gelezen kent het boek nog wel wat extra's, maar zal het veelal herhaling zijn van wat je al gehoord hebt. Dus zijt gewaarschuwd mocht je nog willen gaan lezen of kijken.
Absoluut waard om bekeken te worden. De foto's van oud-politici die nu voor een bank of financiële instelling werken die hij op het raam plakt; een zeer sterk en ook wel beangstigend beeld.
Maar het hele idee van het boek is juist dat je er als volledige leek in gaat.
En ook hij reageert geschokt en woedend als hij door krijgt hoe de financiële wereld eigenlijk in elkaar steekt. ‘Godverdomme‘, is er meermalen onverbloemd te lezen. Het beeld dat hij schetst is dan ook zeer verontrustend: sinds de deregulering in de jaren ’80 zijn de vele zakenbanken tot nog maar een paar kolossale ‘molochen’ uitgegroeid, die niet alleen too-big-to-fail zijn maar ook too-big-to-manage. Er wordt enorm veel geld verdiend, maar vooral omdat er continu zeer grote risico’s worden genomen en niemand enig belang schijnt te hechten in een verantwoorde lange-termijn bedrijfsvoering. Snelle winsten en aandeelhouderswaarde, dat is het enige waar het om draait! En die risico’s, daar kan de belastingbetaler voor opdraaien als het mis gaat, terwijl de onheilsstichters er zelf vrolijk met astronomische bonussen vandoor gaan.
Luyendijk maakt ook duidelijk dat de crisis van ’08 vooral een bijna-crisis was, waarin de wereld langs de rand van de afgrond is gelopen en ternauwernood ontsnapt is aan een nog veel ergere ramp. Bij het grote publiek is dit toch onvoldoende doorgedrongen, want bij de ‘in-crowd‘ heerste toen blijkbaar echt blinde paniek, tot en met dat familie werd opgedragen meteen al het spaargeld op te nemen, zo veel mogelijk voorraden in te slaan en met de kinderen te vluchten naar het platteland.
Maar dat is nog niet eens het meest verontrustende dat Luyendijk benoemt. Dat is namelijk dat hij moet constateren dat er ondanks de bijna-ramp van ’08 niets wezenlijks veranderd is. Natuurlijk, er zijn wat regeltjes bijgekomen en wat makkelijk te omzeilen bonusplafonds, maar de financiële wereld is gewoon weer doorgegaan. Business as usual! Niemand grijpt in en niemand heeft ook de controle! En intussen lijkt de wereld onafwendbaar af te stevenen op een volgende en nog veel ergere catastrofe, als een vliegtuig met een lege cockpit. Schokkend allemaal en zeer onrustbarend!
Dit boek is daarom ook wat mij betreft voor iedereen een absolute must om zelf ook te lezen!
Het meest schokkend vond ik nog de absurd hoge salarissen die in de bankensector worden betaald.
Die antropologische methode biedt zeker ook een originele kijk op de bankiers en hun werkomgeving. Minpuntje is uiteindelijk wel dat hij helemaal geen 'board members' heeft kunnen interviewen. Wanneer je vraagtekens zet bij hoe de grootbanken überhaupt effectief bestuurd kunnen worden, zou juist hun kijk op de zaak interessant zijn geweest. Dit geeft Luyendijk zelf ook toe gelukkig.
Hoe doet Luyendijk dat? Simpelweg door de lezer toegang te verschaffen tot het journalistiek proces, van het proberen definiëren van het eigenlijke probleem tot het suggereren van oplossingen. Wat dat laatste betreft, legt Luyendijk trouwens een gepaste nederigheid aan de dag. Het belangrijkste staat er echter wel: een ander systeem vraagt om een ander type politiek, hoewel het onmiskenbaar is dat de politiek als instrument moet blijven bestaan. Nou. Is het niet ontluisterend dat daar bijna vijf jaar na datum nog steeds geen politicus mee aan de haal is gegaan?
Kort en goed: een boek dat inzicht verschaft, stilistisch prettig laagdrempelig is geschreven, qua ideeën niet in propaganda vervalt en toch de onvermijdelijke balans durft opmaken van de al lang ontspoorde bancaire industrie. Hoog tijd om onder parlementairen een groepsaankoop te organiseren, niet?
3,5*