Bij mijn stukje bij Niemand in de Stad schreef ik, ondanks dat ik niet onverdeeld positief was, dat ik wel vertrouwen had in Huff en direct zijn nieuwste boek had gehaald. Ik zag het goed.
Iedereen dit dit boek zal lezen zal snel de vergelijking met Frits van Egters trekken, al is de klassieker van Reve wel beter. Aan de psychologische uitwerking ligt het niet, want Huff creëert een knap personage dat vanaf bladzijde één in nihilisme zit, maar wel gewoon tussen zijn vrienden leeft (mooi beschreven de vriendschappen) of met zijn sus omgaat (mooi beschreven ook). Zo krijg je dus echt een persoon van vlees en bloed, genuanceerd in al zijn menszijn. Het lukt Huff volledig met Felix Post mee te gaan en hem te begrijpen.
Daarnaast werkt de stijl ook mee, want Huff schrijft heerlijk, in van die ritmische zinnen die gewoon lekker weglopen, waarbij je snel kan lezen zonder dat je iets mist. Dat maakt overigens wel dat het allemaal net iets minder beklijft, iets wat je van De Avonden niet kan zeggen.
Verder is dit ook een boek over de huidige generatie, maar daar is het boek wat minder in. Je merkt dat Huff het naar voren brengt, en het komt wel langs, maar je hebt met Felix Post gewoon niet het beste hoofdpersonage, zo een iemand die zichzelf al iets buiten de maatschappij zet. Een schrijver zonder baan die maar wat doelloos rondloopt. Zo heb je dus iemand die allicht als buitenstaander observeert (doet hij eigenlijk niet) maar vraag je je af of de wereld die schrijver Huff beschrijft wel de juiste is, met dat gefeest, gesnuif en die sombere blik. Had dan iemand genomen die meer midden in de maatschappij staat, en was dan de cynische donkere kant uitgegaan. Ook op algemene sfeerzetting slaagt Huff niet altijd, want je vergeet als lezer te vaak dat het koud en nat december is.
Maar verder leest het goed weg, vermaakt en heeft absoluut zijn sterke kant. 3,5*.