Zapiski Soemassjedsjego - Nikolaj Gogol (1835)
Alternatieve titels: Dagboek van een Gek | Uit het Dagboek van een Krankzinnige | Записки сумасшедшего
Russisch
Politiek / Humoristisch
54 pagina's
Eerste druk: Pljushary (in Arabesken),
St. Petersburg (Rusland)
In zijn dagboek vertelt Aksentei Ivanovitsj Propritsjin, een kleine ambtenaar in Sint-Petersburg, over zijn liefde voor de dochter van zijn baas. Die ziet hem echter niet ziet staan en reeds verliefd is op een kamerjonker. De ambtenaar wordt langzamerhand helemaal gek, hij hoort honden met elkaar praten en verbeeldt zich zelfs dat hij koning Ferdinand VII van Spanje is. Nadat hij is opgenomen in een krankzinnigengesticht gaat het van kwaad tot erger met hem...
Van puur absurdisme (pratende honden) tot schizofrenie (de schrijver waande zich de nieuwe koning van Spanje, en hij meende ook echt meegenomen te zijn naar Spanje), Gogol lijkt zich er moeiteloos doorheen te werken.
De climax van het verhaal is alleen al te zien aan de dagen waarop er in het dagboek wordt geschreven: het begint normaal met twee dagen in oktober, een weekje in november, en op 3, 5 en 8 december. Maar op de volgende bladzijde is het opeens 43 april 2000, en uit zijn eerste zinnen blijkt al dat hij inderdaad het toppunt van gekheid heeft bereikt:
Vandaag is een dag van triomf! Spanje heeft een koning. Hij is terecht. Die koning ben ik.
uiteindelijk zal eindigen in een krankzinnigengesticht.
3,5 *
Ik denk dat dit boek in 1834 de giller moet zijn geweest in Petersburg. Nu is het nog leuk om lezen maar ook niet meer.
Mee eens.
Zoals ik al eerder zei:'het is een leuk boekje' maar heeft als de meeste andere boeken van Gogol de tands des tijds niet doorstaan.
Anderzijds is het wel een leuke manier om te tonen hoe iemand langzaamaan gek aan het worden is en hoe zich dat vertaalt in zijn schrijven. En het eerste gedeelte was ook sterk, mooi en ontroerend om te lezen. En ergens vond ik de manier hoe de honden brieven schreven ook best grappig, vooral door de nette formele en hooghartige toon die ze voerden in de correspondentie.
3.5*, vooral door sterke stukken in het erste gedeelte.
Ik had overigens een vertaalde editie met tekeningen erbij, die verder nergens werden toegelicht; weet iemand meer over deze uitgave?
Uitzonderlijk goed verhaal vond ik het, tragisch uiteraard, maar met een heerlijk absurdisme, zoals met die hondjes (Dat lieg je, vuil rothondje!), of die bizarre datums (86 maartober). Ook erg goed gedaan vond ik de overgang in zijn gedachten aan het eind, dat hij eerst nog denkt dat het om een ridderlijk gebruik gaat bij de toetreding tot een hoogambt, maar kort daarna ervan overtuigd dat hij in handen is gevallen van de inquisitie. Ik heb Propritsjin in ieder geval voor altijd in mijn hartje gesloten.
Bah, vuilak...!
Waarom weet ik ook niet, het is verder nergens op gebaseerd, maar telkens wanneer ik het nummer Idioteque van Radiohead beluister, zit dit boek/Propritsjin in mijn hoofd.
Mooi nummer en een mooi verhaal. Prima combi
Het (als ik dit schrijf) nieuwste nummer van het literair-wetenschappelijke tijdschrift Vooys had als thema ‘Waanzin’. In dit nummer stond een artikel van cultuurwetenschapper Charlotte van der Veen waarin ze pleit voor een “relationele conceptualisering van pijn en waanzin”. Aan de hand van de performance ‘Mental’ van activist en performancekunstenaar James Leadbitter laat Van der Veen zien hoe waanzinnigheid en pijn voorbij de individuele ervaring kunnen worden bezien.
De protagonist Propritsjin is werkzaam als ambtenaar. Vanaf de eerste bladzijde is het al duidelijk hoe onzeker hij is en hoe zeer hij bezig is met rangen en standen.
En dat is niet zo vreemd als je bedenkt dat dit boek in 1835 verscheen, toen in het keizerlijke Rusland nog sprake was van de zogenaamde “Rangentabel”, een hiërarchisch systeem dat Peter de Grote in 1722 invoerde. De rangorde bestond uit veertien niveaus en moest de verschillende functies binnen het leger, de rechtbank en de overheid rangschikken. In theorie begonnen alle edelen onderaan bij niveau veertien, en konden ze stijgen naarmate ze belangrijkere functies bekleedden voor de tsaar. Elke promotie vereiste uiteraard de benodigde kwalificatie en bij promotie binnen de vijf hoogste rangen moest de tsaar himself zelfs goedkeuring verlenen. Pas onder het Bolsjewistisch beleid in de Russische Revolutie van 1917 werd de Rangentabel formeel afgeschaft. Propritsjin is zogenaamd titulairraad, en daarmee zit hij op de negende rang van de tabel.
Propritsjin is verliefd op Sophie, de dochter van de directeur. Vanaf het moment dat Propritsjin verliefd is, sijpelt er steeds meer gekte zijn verhalen binnen. Zodra hij ontdekt dat het hondje van Sophie, Madgie genaamd, een briefwisseling houdt met een ander hondje, is Propritsjin vastbesloten om die brieven te onderscheppen, in de hoop dat Madgie af en toe ook over haar baasje Sophie schrijft, om zo meer over haar te weten te komen. Als Propritsjin inderdaad erin slaagt om wat brieven te bemachtigen (die tot zijn grote verbazing best onderhoudend zijn. “De brief is heel goed geschreven. Punten en komma’s, alles op de juiste plaats. Ja, zo schrijft onze afdelingschef niet, al zegt hij ook dat hij ergens aan een universiteit gestudeerd heeft.” ), ontdekt hij dat Sophie reeds verloofd is met een kamerjonker, een adelijke jongeman. Dit tot grote vreugde van haar vader, trouwens, die haar graag ziet trouwen met “òf een generaal, òf een kamerjonker, òf met een kolonel…”
Op een dag leest Propritsjin in de krant dat er onrust is in Spanje. Hiermee verwijst het boek naar een destijds actuele gebeurtenis, want in 1834 brak na de dood van Don Carlos de eerste Carlistenoorlog uit: de troon stond leeg, en de standen bevonden zich in een moeilijke positie vanwege de verkiezingen van een troonopvolger. Propritsjin bedenkt als hij dit leest dat de nieuwe koning uiteraard wel bestaat, maar dat die misschien nog niet gevonden is, misschien weet die koning het zelf nog niet eens. Een aantal dagen lang blijft hij hierover door piekeren, tot hij in zijn dagboek schrijft, op een dag die hij markeert als “Het jaar 2000, de 43 april”, dat hij tot de ontdekking is gekomen dat hij zelf de koning van Spanje moet zijn.
Hoewel ik mij absoluut niet wil presenteren als iemand die enig verstand heeft Mad Studies, want dat ben ik niet (ik weet alleen wat ik erover heb gelezen in eerdergenoemd artikel), heb ik wel de indruk dat deze novelle van Gogol wel een interessant werk kan zijn vanuit die hoek gezien. Gogol depathologiseert namelijk zelf al de protagonist door hem heel duidelijk te plaatsen binnen het “sociaal-maatschappelijk discours”, waardoor diens pijn en waanzin per definitie niet meer gereduceerd wordt tot een individuele ervaring. Het is natuurlijk wel een individu, maar expliciet een individu binnen een groter, sociaal-politiek-maatschappelijk geheel, in plaats van “gewoon een gek”. Gogol heeft zijn protagonist zelf al heel sterk gepolitiseerd. Interessant, vond ik wel.
Ik ben wel benieuwd of je vanuit de Mad Studies ook nog iets interessants zou kunnen zeggen over bijvoorbeeld Alice's adventures in Wonderland.
Eigenlijk ongelooflijk dat het alweer zo oud is. Het leest ontzettend vlot en Propritsjin is wel een leuk personage, treurig en geestig tegelijkertijd. Ik las het boek overigens in de vertaling van Dunya Breur (in een bundeltje samen met De neus en De mantel, beide vertaald Marko Fondse). Bij dit verhaal zaten ook (tamelijk ouderwetse) tekeningen, die verder niet toegelicht worden. (Misschien heb ik dezelfde uitgave als jij, thomzi50?) Bij één van de tekeningen staat er heel klein ‘1958’ en daaronder een handtekening, die ik helaas niet kan ontcijferen (en "waar zelfs de duivel niet uit wijs zou kunnen worden"), dus ik heb verder helaas ook niets kunnen vinden over de illustrator of zo.
Verder wel leuk dat ik nu ein-de-lijk kan zeggen dat ik een Rus gelezen heb. Ik weet dat het onzin is, maar toch heb ik ergens het gevoel dat ik als lezer naar een hogere rang gepromoveerd ben
Geen datum
De dag had geen datum
Het zijn dat soort simpele, eigenlijk niet-grappige zaken die Gogol op een buitengewoon grappige manier weet over te brengen. Of later:
Ik kwam tot de ontdekking dat China en Spanje totaal hetzelfde land zijn en dat ze alleen uit onwetendheid als twee verschillende staten worden beschouwd.
Ben blij dat eindelijk iemand het eens heeft durven zeggen
En die anti-climax; die laaste zin is lachen met een ongemakkelijk gevoel dat aan het lugubere grenst...