
Madame Bovary - Gustave Flaubert (1856)
Alternatieve titel: Madame Bovary: Provinciaalse Zeden en Gewoonten
Frans
Psychologisch
429 pagina's
Eerste druk: Revue De Paris (periodiek),
Parijs (Frankrijk)
Emma Bovary is een boerendochter die droomt van een romantisch en bourgeois leven in de grote stad. Zij trouwt met een plattelandsarts die haar echter niet het leven geeft waar zij naar verlangt. Eenzaam probeert zij haar fantasieën gestalte te geven door een reeks romances en de aanschaf van exotische kleding. Het is echter duidelijk dat zij langzaam maar zeker steeds verder afraakt van de werkelijke vervulling van haar verlangens. Zij verliest elke greep op de realiteit.
- nummer 215 in de top 250
Mooi vind ik dat hoewel het verhaal zich afspeelt in een tijd dat een arts zich nog bezig hield met aderlaten en een apotheker met het maken van chocolade; het in een ander jasje net zo goed in deze tijd zou kunnen plaatsvinden. Volgens de vertaler heeft Flaubert zich met ‘Madame Bovary’ gedistantieerd tegen de romantiek. Als ik het volgende fragment lees:
“Is het u weleens overkomen” vroeg Léon, “dat u in een boek een idee aantrof dat u zelf al eerder had, een beeld dat vervaagd is en weer opdoemt uit een ver verleden, en dat een volledige weergave lijkt van uw meest verborgen gevoelens?”
herken ik het genoegen dat lezen kan geven. Tegelijkertijd lijkt Flaubert te willen waarschuwen dat men zich er niet in moet verliezen.
Ik heb Flaubert echter gelezen om een groot stylist te ontdekken, maar helaas kom ik hier van een kale reis terug. De ontroering gaat voor mij helaas niet in de zinsbouw schuil; ik vrees tot de categorie “achtergestelden” te behoren die louter kunnen lezen om het verhaal. Flaubert gaat wat mij betreft teveel op in de beschrijving van zijn kader (omgeving, "nutteloze" details), terwijl een evenzeer “menselijk” auteur zoals Dostojevski zich beperkt tot wat er ook echt toe doet. Soit, andere grote namen zoals Nabokov, Borges of Michon zullen duidelijkheid moeten scheppen of ik al dan niet vatbaar ben voor stijl in het algemeen.
Verder sluit ik me aan bij eRCee: het theatrale aspect beantwoordt aan mijn beeld van 'de overdreven romantiek', terwijl in het nawoord van de vertaler sprake is van "realisme pur sang". Ik heb er zo mijn twijfels bij.

‘Madame Bovary’ leest niet onaangenaam, integendeel: de ontroerende finale is de bekroning van een redelijk sensitief en uitgebalanceerd verhaal. Maar echt "groot" zou ik ‘Madame Bovary’ niet durven noemen.
3,25*
Een stuk meer bevooroordeeld is Flauberts kijk op de middenklasse, vooral gevat in het personage van de apotheker. Hier is Flauberts toon bij vlagen zeer fel. Toch heeft Flaubert zelf ook wel wat weg van de met zijn wereldse kennis koketterende burgerman. Een opmerking als ‘lekker weertje hè’ zal gevolgd worden door een meteorologische uiteenzetting en ook op het gebied van medische kennis krijgt de lezer wat te verduren aan gekunsteld ingevoegde betogen. Stilistisch vind ik deze roman dan ook niet altijd even soepel lopend. De aandacht voor de karakters heeft als keerzijde dat betrekkelijk veel plaats is ingeruimd voor voorgeschiedenissen die niet altijd even urgent aandoen. Toch zijn er ook weer fraaie staaltjes te bewonderen. Zo is een hoogtepunt van het boek een dialoog tussen Emma en Rodolphe tijdens de landbouwdag, doorsneden met een gezwollen toespraak van een of andere notabel. In een bijna filmisch aandoende montage lopen dialoog en toespraak steeds sneller in elkaar over.
Een welverdiende 4 sterren voor een roman die de onzichtbare wreedheid van het leven blootlegt, en nog altijd origineel aanvoelt.
Ik heb er spijt van dat ik vroeger niet beter op heb gelet bij Frans, want wat had ik deze roman toch graag in zijn oorspronkelijke taal willen lezen! Gelukkig doet de vertaling die ik heb gelezen enigszins recht aan het bombastische taalgebruik van Flaubert.
Flaubert is uiteraard zeer kritisch voor de maatschappij in zijn relaas. Waar Gogol dit naar mijn gevoel op een zeer ironische manier deed, voelt het bij Flaubert toch iets donkerder en verbitterder aan. De thema’s die het boek naar voren draagt zijn ook een stuk ‘serieuzer’ zeg maar. Passend in de lijn van het verhaal, is het vooral de absurditeit van het huwelijk en de plaats van de vrouw in de maatschappij die naar voren komt. Het huwelijk als een utopie van prinsen op witte paarden en jaren vol onuitputbaar geluk, blijkt een beeld te zijn dat de maatschappij als zoete koek naar voren schuift, met religie als extra steun in haar rug. De bittere teleurstelling dat dit beeld kan bieden is uiteraard waar het het bij de protagonist om draait in dit boek.
Veel is en wordt nog steeds gezegd over de schrijfstijl die Flaubert typeerde en die duidelijk naar boven komt in dit boek. Hij hanteert net die uitverkoren woorden die schitterende volzinnen maken en vaakt vormt hij echt adembenemende en verbluffende phrasen en paragrafen.
Helaas kreeg ik soms de indruk dat hij door zo intensief met de details bezig te zijn, het geheel van en passages uit het oog verloor en nogal stroeve en verwarrende overgangen maakte. Zijn passages zijn dan wel vaak zo goed geschreven dat ze op zich kunnen staan en verder leven in je hoofd, maar wat het verhaal als geheel betreft werdt het voor mij vanaf de helft iets te langdradig. Te lang in dezelfde setting en dezelfde sfeer, zonder dat er genoeg gebeurt om écht geboeid te blijven.
In het genre van het realisme zeker een must-read, en Flaubert heeft de verwachtingen achter zijn grote naam voor mij kunnen inlossen.
Leuk om hieronder te lezen over de 'theatrale persoonlijkheidsstoornis' en borderline. Voor zover mijn kennis van de psychologie reikt moest de psychiatrie en zeker de classificatie van persoonlijkheidsstoornissen nog worden ontdekt in de tijd dat Flaubert dit boek schrijft. Dus hoe knap is het dat Flaubert hier een ziektegeval zo levensecht neerzet? Ik vind het een bijna volmaakte beschrijving van de narcistische persoonlijkheid (die sterke overlap vertoont met theatraliteit): de agressie jegens anderen, de haat zelfs, de destructie, het neerkijken op anderen, en het zichzelf verheffen in een fantastische werkelijkheid, en het nietsontziende egoisme. Ik weet niet waar Flaubert dergelijke types tegen het lijf liep, maar ze bestaan echt!
Ook schitterende passages overigens, vooral over de fantasieen van Emma. Wat ik zo knap vind is de levensechtheid van de personages en hun omgeving. Ik voelde me daardoor erg betrokken bij de personages. Wat een vreselijk mens is die Emma en er lopen nog wat van die zelfingenomen types rond. En wat een medelijden had ik met de eenvoudige arts, die gehaat werd om wie hij was, en niets liever wilde dan zijn vrouw liefhebben. Dit is toch wel knap: dat Flaubert deze emoties bij de lezer uitlokt en daardoor zoveel betrokkenheid genereert.
Mij viel verder op dat hij hele precieze beschrijvingen geeft van de externe werkelijkheid; mij soms iets te precies, zodat er weinig aan je verbeelding wordt overgelaten. Hij gebruikt overigens niet alleen visuele beschrijvingen, maar ook wel auditieve en olfactorische. Hij grijpt dus alle middelen aan om de realiteit in zijn boek na te bootsen. Dit is erg effectief vind ik.
Ik had niet zo'n last van de hortende opbouw, zoals anderen opmerken. Ook in het nawoord las ik over de perfectie van Flaubert en het eindeloze gesleutel aan zijn zinnen. Gek genoeg vond ik daar weinig van te merken. Het las erg vlot.
Al met al een schitterend boek, dat prachtig is geschreven en je bij blijft en het verdient herlezen te worden. Ook kan het dienen als studiemateriaal voor psychologen en psychiaters. Met recht een klassieker!
Haar liefdesleven verloopt symmetrisch: Charles, Léon, Rodolphe, opnieuw Léon, en opnieuw Charles. Haar hondstrouwe maar saaie echtgenoot is een hardwerkende maar niet al te bekwame plattelandsdokter. Met Léon kan ze tenminste over poëzie en de sterren praten. Een interessant detail is dat ze afscheid nemen à l’anglaise, d.w.z. met een handdruk in plaats van een handkus. De kleur blauw komt vaak terug als symbool van verleiding.
Mooi beschreven is de gotische kathedraal van Rouen. Niet toevallig vermeldt Flaubert het standbeeld van Diane de Poitiers, die een overspelige relatie had met koning Henri II. Katholieke sacramenten markeren de keerpunten in Emma’s leven, van het huwelijk tot de ziekenzalving. Kleurrijke nevenpersonages zijn de antiklerikale apotheker Homais en de inhalige handelaar Lheureux. Je krijgt een levendig beeld van het toenmalige dorpsleven en van de morele dilemma's die toen leefden.