Het einde van de cirkel is een niet al te enerverend boek over een raadsel.
Aldus Egeland in een nawoord uit 2004. Wel, als je het zelf zegt.
Wat voor dit boek pleit zijn twee dingen. Allereerst is het geschreven voor
De Da Vinci Code. Op zich zegt dat nog niet zoveel, het genre bestond immers al ver voor Brown (de beste vind ik nog altijd
Het Rama Document van Paul Maier). Aan de andere kant: van de boeken in deze stijl die uitkwamen ná
De Da Vinci Code weet je op voorhand dat het rommel is. Het tweede pluspunt is dat
Het einde van de cirkel is geschreven door een Noor. En alle Scandinaviers kunnen schrijven...
De schrijfstijl van dit boek onderscheidt het dan ook van de andere complottheorie-boeken die ik heb gelezen. Rustig taalgebruik, korte zinnen, aardige metaforen en beelden. Niet al te bijzonder, wel een verademing na Dan Brown.
Daar staat tegenover dat het allemaal een stuk minder spannend is. Het verhaal begint nog wel lekker op tempo maar het verzandt na een tijdje in irrelevante theorieen, belachelijke dwaalsporen en ellenlang geleuter. In de tweede helft van het boek gebeurt er werkelijk niks meer. Misschien dacht Egeland dat de complotmysterieen op zichzelf boeiend genoeg zijn. Niet dus.
Aardig is nog het nawoord van de auteur. Hij benadrukt het fictie-gehalte van de roman (in het algemeen) en is theologisch ineens opvallend mild in vergelijking met de nogal stellige toon van het verhaal zelf.
Over twee basisaannames die Tom Egeland ook in zijn nawoord hanteert wil ik echter nog wel wat kwijt. Allereerst dat 'Marcus' het oudste evangelie is. De wetenschappelijke onderbouwing hiervoor is dat dit het kortste is, de anderen hebben 'Marcus' dus gebruikt en er wat bij verzonnen. Een sterk staaltje bewijsvoering!
Vervolgens de datering, als zou vaststaan dat het eerste evangelie uit het jaar 70 n. Chr. stamt. Wederom is het bewijs verbazingwekkend eenvoudig: in de evangelieen wordt de val van Jeruzalem voorspelt, dus ze moeten wel na de val geschreven zijn. Dit is een heel bijzondere vorm van wetenschap, waarin de eigen vooronderstellingen expliciet worden opgelegd aan het bronmateriaal.
Maar goed, dit laatste allemaal terzijde. Voor- en nadelen wegend kom ik op dezelfde score als
De Da Vinci Code. 2*