
De Derde Persoon - Thomas Heerma van Voss (2014)
Nederlands
Verhalenbundel
Psychologisch
224 pagina's
Eerste druk: Thomas Rap,
Amsterdam (Nederland)
Het leven van anderen observeren en vastleggen in een poging tot controle is één van de grondthema’s in deze bundel. Een student die vanuit zijn kamer de bezoekers van een erotische massagesalon gadeslaat, een verliefde twintiger op bezoek bij een wildvreemde internetkennis, een zoon in vertwijfeling bij zijn vader – allen dromen van oprecht menselijk contact, maar stuiten in het echte leven op praktische bezwaren. De droom blijft echter onverminderd sterk. In De derde persoon gunt Thomas Heerma van Voss ons een blik in de gehavende levens van zijn personages die steeds aan de zijlijn staan en zich daar op een vaak pijnlijk geestige manier ook van bewust zijn.
Het is wel vrij moeilijk een bundel te beoordelen, het éne verhaal ligt je al beter dan het andere, toch ga ik het proberen, niet elk verhaal apart, maar de dingen die me raakten, door de verhalen heen.
Ik vond het zo mooi dat telkens weer, het onzichtbaar, sluipend ouder worden naar voor kwam, of met zijn woorden te zeggen:
Ik merk geen moment dat ik ouder word, om me heen zijn er alleen steeds meer jongeren
of in een ander verhaal
Je staarde naar de jongeren die bezweet en vol overgave achter de bal aanholden, en je vroeg je af hoe jij zo ongemerkt gevangen was geraakt in een oud mannenlichaam
In twee verhalen gaat het over de vader-zoon relatie . In één verhaal hartverscheurend mooi, in een ander hartverscheurend droevig. Volgens mij de mooiste verhalen uit de bundel.
In andere verhalen,( voor mij is Schuilen wat dat betreft het mooiste) komt vooral dat vreselijk onvermogen om juist te reageren op het juiste moment tot uiting. Dingen horen, denken, en overwegen, vooral overwegen en te lang wachten. Dat 'momentum' laten voorbij gaan omdat je te fel bezig bent met de gedachte: hoe moet ik hier nou juist op reageren? Met alle 'gevolgen' van dien. En die zijn: anderen de kaas van je brood laten eten. Anderen die wel de juiste dingen zeggen en doen komen meestal als overwinnaar eruit. De twijfelaar likt zijn wonden.
En dan als laatste:
het tweede verhaal 'De Monoloog' is het verhaal van een user van 'Filmmeter'

face-to-face daarentegen is het naar de kloten. Goed gelachen met dat verhaal!
Ik merk geen moment dat ik ouder word, om me heen zijn er alleen steeds meer jongeren
Een beetje in het verlengde van: "That's what I love about these high school girls, man. I get older, they stay the same age."
Wat overigens niet zegt dat het gejat is, maar dit kwam ineens bij me op, moest het even kwijt.
Het citaat dat liv aanhaalt gaat juist om de veranderlijkheid van de anderen, in jouw citaat en dat uit Stern gaat het om de onveranderlijkheid van (een deel van) de omgeving.
Overigens zou ik deze best eens kunnen lezen. Van Stern werd ik dan wel niet enthousiast maar een deel mijn kritiek zou bij het kortverhaal geen probleem moeten zijn.
Het verhaal waarin "filmmeter" figureert is voor vaste metergebruikers natuurlijk dicht bij huis.

Het blijft wel een verhalenbundel, dus ik kijk vooral uit naar een nieuwe roman (of iets aanverwants) van Thomas Heerma van Voss.
Mooie verzameling typische Thomas HvV-verhalen. Wrang zonder zielig te zijn, hier en daar voorzichtig komisch, maar nooit zonder tragiek. En altijd met gevoel.
Bij deze wat toelichting. Behalve de eerder genoemde kenmerken bevatten de schrijfsels (niet alleen de verhalen en romans, maar ook de artikelen, columns en andere stukjes) van Heerma van Voss altijd een soort vanzelfsprekendheid die bijna alles geloofwaardig maakt. Het is iets van gezag in de toon, de juiste woordkeus, en bedachtzaamheid van het schrijven die begrip oogsten voor de handelingen van de personages. Hij weet heel goed voelbaar te maken dat begrip soms niet genoeg is; veel verhalen beschrijven een moment dat een impasse in een relatie eindelijk doorbroken kan worden, maar deze kans wordt niet benut.
In 'Bedankt voor uw medewerking' bijvoorbeeld, wordt heel helder verteld waarom de vader en de zoon zo'n slechte relatie hebben, maar omdat de plaats van ontmoeting niet geschikt is voor een verzoening houdt de vader zijn uitleg voor zichzelf. Daardoor wordt de afstand tussen de twee partijen eerder vergroot dan verkleind, terwijl vader en zoon misschien best als volwassenen dichter bij elkaar hadden kunnen komen. De zoon heeft zich immers verdiept in familierelaties, misschien zou hij zijn vader kunnen begrijpen als die zijn gedrag zou toelichten. Gebrek aan communicatie verhindert dit echter, wat voor mij als lezer twee dingen oplevert. Een fijn soort beklemming, maar ook het besef dat menselijk gedrag soms onbegrijpelijk oogt, maar vaak toch te verklaren is. Wat mij in het dagelijks leven wel eens laat beseffen dat het niet altijd verstandig is om snel te oordelen. Ik zou het bijna leerzame literatuur noemen, als dat niet zo smerig klonk

Verhalenbundels, ik ben er niet direct een liefhebber van, maar het is dan wel fijn dat HvV in ieder geval zeven verhalen heeft die qua thematiek bij elkaar passen, over mensen die al dan niet teleurgesteld zijn in het leven, of elkaar, maar die in elk geval lijden aan een vorm van miscommunicatie. In elk verhaal komt dat naar voren, maar het doet me dan allemaal vrij weinig. Allicht dat de schrijver te grote gebaren gebruikt, net iets te duidelijk de melancholie erop legt, net iets teveel de sfeer wil neerzetten en zich daarom vergaloppeert. Want ik zie de woorden wel die er staan, wat ermee bedoeld wat, maar het gaat voor mij nergens leven. De woorden blijven woorden en worden nooit beelden. Ik dacht ook al snel aan speeches van Rutte of Balkenende die me ook niet raken terwijl ik wel zie wat ze ermee willen zeggen. Daarnaast, en allicht speelt dat mee, vind ik het taalgebruik niet altijd even mooi. De zinnen zijn vaak net te kort of missen ritme, er zitten teveel merknamen in (daar heb ik sowieso een broertje dood aan) en er zitten al te vaak ineens woorden tussen die ik heel lelijk vindt. Het is geen romantaal maar meer krantentaal.
Twee verhalen waren wel degelijk de moeite. De eerste was die over de Green Mile met ook de mooiste zin van de hele bundel ([...] de laatste meters van mijn werkdag, de laatste meters van zijn leven). Het andere verhaal, over S. vond ik voor de helft echt wel heel mooi en ook enigszins herkenbaar. Het tweede gedeelte deed me dan weer minder maar als geheel wat het wel dik voldoende.
Al met al zie ik wel wat de bundel moet zijn, maar als gezegd, het raakt me gewoonweg niet. 2,0*.
p s Ik ben wel benieuwd of die filmmeter-personages op iemand gebaseerd zijn.
p p s Ik blijf het leuk vinden als Apeldoorn genoemd wat, om wat voor reden dan ook. Nu betrof het 'het ziekenhuis, zomers geleden', maar toen hadden we er echt nog twee (tot in 2009). Dat woordje het viel me daarom zo op.
De tot nu toe door mij hoog gewaardeerde stijl van THvV is zonder meer herkenbaar. In zowel zijn romans De Allestafel , Stern en deze bundel De Derde Persoon komen telkens de thema's moeizame of verstoorde relaties terug, de al dan niet aanwezige afstand en nabijheid tot elkaar. Opmerkelijk hierbij het aantal (on)gewenste zwangerschappen, de rol van kinderen in kleinere of bredere zin.
Mooi treffend vind ik spanning tussen afstand en nabijheid terug in het tweede verhaal van de bundel waar een personage een internetbekende in levende lijve ontmoet:
Er zijn al zoveel mensen aan het woord, ze praten allemaal monter door elkaar heen. Toch herken ik Pieters stem tussen alle geluiden. Nog geen dag samen en ik weet al precies hoe hij klinkt. Als ik niet oppas wordt het ooit nog de stem van een vriend, dan zal ik hem nooit meer iets durven vertellen.
Personages uit de verschillende boeken van THvV lijken in een ander jasje of geslacht terug te keren, waar bijvoorbeeld een vader in de bundel zijn vrouw het verwijt maakt dat ze hem heeft misbruikt om moeder te worden, had in Stern evengoed Sterns vrouw Merel iets dergelijks tegen haar man kunnen zeggen.
Gaandeweg bekroop mij nogal nadrukkelijk het gevoel dat de auteur zijn inspiraties in zijn directe omgeving opdoet. Dat dit gevoel niet zo vreemd is bleek mij toevalligerwijze op dezelfde avond als ik het verhaal 'Bedankt voor uw medewerking' las en erna de televisie aandeed. In 'Het uur van de Wolf' was een documentaire te zien over het gezin Heerma van Voss: de gespannen verhouding tussen privé en publiek, het manipuleren van het autobiografische in het publiek domein
Het Uur van de Wolf gemist? Kijk het op npo.nl - NPO
Nu vind ik het niet zo interessant om precies te weten wat autobiografisch of fictie is in de boeken van THvV. Net als bij iedere andere auteur gaat het mij erom hoe schrijft hij of zij, en bovenal in hoeverre boeit of raakt het mij?
En daar precies vind ik het lastig om deze bundel te beoordelen of waarderen. Heel jammer bijvoorbeeld vind ik de uitwerking van het verhaal over de zoon in vertwijfeling bij zijn vader. THvV opent dit verhaal krachtig met Fietste jij vorige week door de Utrechtsestraat? om vervolgens onder meer het leven van de vader te beschrijven in de 'jij' vorm. Dit komt niet alleen geforceerd over, het gaat me irriteren. THvV had hier een voorbeeld kunnen nemen aan de opening van de roman Paula door Isabel Allende. Ook zij richt zich in de eerste zin tot een (al dan niet fictieve) naaste, om vervolgens een geschiedenis te beschrijven zonder dat dit geforceerd overkomt.
Tot slot ervaar ik ook als lezer afstand en nabijheid tot de tekst. Soms spreekt een verhaal me in zijn geheel aan, vaker slechts ten dele. Dat komt omdat in meerdere veelbelovende verhalen THvV hele pagina's woorden aaneenrijgt waarbij de woorden slechts woorden blijven zoals mjk87 aangeeft. Het gaat me te ver om alle passages hier aan te geven. Hoe dan ook vind ik het jammer omdat die passages afgeraffeld overkomen, niet doorleefd. Verhalen moeten 'rijpen'.
Mogelijk had THvV meer tijd kunnen nemen om De Derde Persoon te presenteren. Want schrijven kan THvV namelijk wèl blijkt uit zijn vorige romans.
Na wikken en wegen een krappe 3*.
Bij het lezen dacht ik veelvuldig aan het ‘Het behouden huis’ van W.F. Hermans, een auteur met wie HvV enige verwantschap toont: ‘Zichzelf zien als een ander zou redding betekenen, maar altijd blijf je aan de verkeerde kant.’ Het raakte me als een tragische waarheid, want kon je inderdaad maar eens naar jezelf kijken als een 'derde persoon'. Maar om jezelf te handhaven moet je altijd weer je eigen (betwijfelbare) observaties in overeenstemming zien te brengen met de (vage) signalen die je van anderen ontvangt en hun (meerduidige) woorden interpreteren – als deze verhalen iets duidelijk maken, is het dat dit geen eenvoudige opgave is. Wat ik vooral zo indrukwekkend dat, met de variëteit die de bundel heeft, er zo’n uitgebalanceerde en gevoelsmatige eenheid is gesmeed. Alle personages hebben enerzijds het verlangen om gezien te worden, maar anderzijds de wens om zich af te zonderen.
De meeste verhalen hebben al een stevige interne samenhang, en met elk verhaal wordt ook de compositie van het geheel hechter: de thematische lijnen lichten op, de dwarsverbanden worden zichtbaar, de verschillende personages en hun eigenschappen beginnen op elkaar in te werken. Na het laatste verhaal heb je als lezer de grootste problemen vanuit verschillende perspectieven bekeken en een soort ontwikkeling gezien: de jongen uit #1 verschanst zich in zijn huis en beperkt zich tot een minimum aan menselijk contact, hij houdt het bij observeren van de behoefte aan liefde van anderen; de jongen uit #2 erkent zijn heimelijke verliefdheid en om eraan te ontsnappen vlucht hij naar een vriend; de man uit #3 breekt ook uit zijn afstandelijke routine en vat een fascinatie op voor juist die ene gevangene die emotieloos zijn lot accepteert na één keer gebroken te zijn; de zoon uit #4 houdt veel van zijn vader maar kan dat pas zeggen wanneer hij zeker weet dat zijn vader dat niet hoort en precies dát neemt hij zijn vader tegelijkertijd kwalijk; de vader uit #5 is stellig overtuigd van de logica van zijn eigen handelen en begrijpt daarom niet wat zijn zoon hem precies verwijt; de jongen uit #6 laat wél een meisje door zijn verdedigingswal glippen, maar verwijdert haar door zijn gebrekkige communicatie toch weer van hem; de man uit #7 is het gelukt een relatie op te bouwen maar hij raakt teleurgesteld omdat zijn vriendin geen kinderen wil en hij voelt de verleiding van een andere vrouw nadat hij zijn stellige overtuigingen over haar weerlegd heeft gezien.
De personages worden dus gaandeweg soepeler, aangepaster, treden naar buiten, ze worden steeds beter in het onderhouden van relaties, maar het invullen van het gedrag van de ander met hun eigen logica blijft hardnekkig. De aantrekkingskracht van je verhalen schuilt voor mij vooral in de combinatie van enerzijds de stelligheid waarmee de personages dingen denken en zeggen en anderzijds het voortdurend twijfelen over hun eigen handelen en niet-handelen, hun spreken en niet-spreken. Het maakt ze af en toe ronduit ergerniswekkend, maar vaker onweerstaanbaar grappig en op een bepaalde manier vooral ontroerend. Het derde verhaal bevat een van de ontroerendste passages uit de hele bundel: ‘Ik loop naar de gevangene toe en maak de gespen om zijn polsen iets losser. Zo beter? vraag ik. Hij fluistert: Bedankt.’
Nog een paar prachtige zinnen/fragmenten die ik heb aangestreept:
Uit verhaal #2: "Al wist ik steeds minder of ik dat werkelijk verlangde of dat de hoop meer een aandenken was aan wat ik ooit had gevoeld."
Uit verhaal #4: "Als we samen door Amsterdam fietsten, voelde het weleens alsof je een rondleiding gaf door een stad die niet meer bestond. Je sprak over Bakker en Perry van der Kar, winkelnamen van twintig jaar geleden. Zittend in cafés vertelde je vooral over eerdere bezoeken. Daar, in die hoek had je ooit een omelet gegeten met je vader, iets verderop ging je dochter eens onbedaarlijk huilen omdat een serveerster op haar speelgoed ging staan. En wist ik nog die ene dag, toen mama daar tien jaar geleden een bevroren hotdog at? Zo nu en dan nam je me mee naar een restaurant dat, als we eenmaal waren aangekomen op de bestemming, niet meer bleek te bestaan. ‘Net of er nog niet genoeg kledingwinkels zijn,’ mompelde je dan, starend naar de modieuze etalage die jouw herinneringen rigoureus naar het verleden verbande."
Uit verhaal #5, de geweldige openingszinnen: "Egberts zoon schreef een scriptie over familiedrama’s. De scriptie werd een boek, het boek werd een bestseller en Egberts zoon werd een autoriteit op het gebied van ontspoorde gezinnen."
Ik vind 'De derde persoon' een van de best geschreven boeken die ik dit hele jaar heb gelezen. De zinnen lopen, de zinnen vloeien. En het belangrijkste: de zinnen schuren.
Eerst zeg je dit, en vervolgens citeer je onderstaande:
Echt, die zin loopt niet. Het stottert. Het hakkelt. Bij de tweede "of" moet je al naar adem happen en je moet het ding wel drie keer lezen voor je weet waar de beklemtoning te plaatsen. Ze schuren, maar ongetwijfeld niet op een manier die jij bedoelde. En zo staat het hele boek vol. Ik wilde je eigenlijk Philip Huff aanraden -om maar bij Nederlandse beloftevolle schrijvers te blijven- aangezien hij wel met ritme schrijft, zie ik dat je er net op hebt gestemd en met een magere score ook.
Jof: Het is tijd dat schrijver Philip Huff een time-out neemt (*) - BOEKEN - PAROOL
Die laatste kende ik al, en het is jammer dat een bepaalde smiley niet meer bestaat op de Metersites, want dat had exact aangeduid wat ik daarvan vond. Dat je iets niet mooi vindt is één, maar dat stukje is echt spijkers op laag water zoeken. Zo kan je echt elk boek wel aanpakken.
En prima dat iemand durft te variëren, maar als je dat onbegrijpelijke of onuitspreekbare tekst krijgt, dan houdt het op.
Overigens vind iemand als Arjen Fortuin beide goed: http://www.thomasheermavanvoss.nl/wp-content/uploads/2014/09/recensie.png (in het kader van de vergelijking vond ik dit nu een heel aardig plaatje)
De personages worden dus gaandeweg soepeler, aangepaster, treden naar buiten, ze worden steeds beter in het onderhouden van relaties