Nachtzug nach Lissabon - Pascal Mercier (2004)
Alternatieve titel: Nachttrein naar Lissabon
Duits
Sociaal
414 pagina's
Eerste druk: Hanser,
München (Duitsland)
Midden in een les verlaat de leraar Raimund Gregorius het klaslokaal. Opgeschrikt door het plotselinge besef dat de tijd hem door de vingers glipt, laat hij zijn geordende leven achter zich en vertrekt hij nog diezelfde nacht met de trein van Bern naar Lissabon. De aanleiding voor deze drastische stap is een boek dat hij bij toeval in handen heeft gekregen. Het is van Amadeu de Prado, een Portugese arts die zo indringend schrijft over de diepste ervaringen in het leven van de mens, dat Gregorius er niet meer van loskomt. In Lissabon gaat hij op zoek naar sporen van Prado en komt hij in contact met mensen wier leven vervlochten is geweest met dat van deze raadselachtige man. Stukje bij beetje vormt Gregorius zich een beeld van hem. Hij wil weten wat het is om Prado te zijn en hoopt zo te ontdekken hoe hij zijn eigen leven moet leiden en welke wending hij eraan kan geven om een ander mens te worden.
Hoe dwingend is de kracht van het verleden? Kan een mens zijn eigen leven bepalen? Kun je je leven overdoen en daarbij een andere richting uitgaan? Om deze inspirerende vragen gaat het in deze grote existentiële roman. Nachttrein naar Lissabon leest als een Griekse tragedie...iets wordt in gang gezet en valt niet meer te stoppen.
Heel mooi zijn de subtiele verwijzingen naar de Lissabonse dichter Fernando Pessoa. Pessoa was een taalvirtuoos die leefde in afzondering, eenzaamheid en zwaarmoedigheid. Hij leed aan slapeloosheid en het enige wat hij naar eigen zeggen kon was denken. Eén van zijn befaamde werken heet dan ook 'Boek der rusteloosheid'. De gelijkenis met de twee protagonisten in Nachttrein naar Lissabon is opvallend.
Citaat: "Ik wil niet in een wereld zonder kathedralen leven. Ik heb hun schoonheid en verhevenheid nodig. Ik heb ze nodig als verzet tegen de platvloersheid van de wereld. Ik wil opkijken naar de stralende kerkramen en me laten verblinden door hun betoverende kleuren. Ik heb hun glans nodig, hun gebiedend zwijgen. Hoe kunnen we gelukkig zijn zonder nieuwsgierigheid, zonder vragen, twijfel en argumenten? Zonder plezier in het denken? Die twee woorden behelzen de uitnodiging tot een allesomvattende gespletenheid, het bevel juist dat te offeren wat de kern van elk geluk is, de innerlijke eenheid en harmonie van ons leven. Ik heb de heiligheid van woorden nodig, de verhevenheid van grote poëzie. Maar eveneens heb ik vrijheid nodig in de vijandschap tegenover alles wat wreed is. Want het een is niets zonder het ander. En laat niemand het in zijn hoofd halen mij te dwingen tot een keuze."
Bern. De Kirchenfeldbrücke. Raimond Gregorius, leerkracht oude talen wordt tijdens zijn klokvaste traject naar het gymnasium uit zijn ritme gebracht door de aanblik van een vrouw die zonet met verbeten woede een verfrommelde brief van zich afgooide en nu dreigde over de reling van de Kirchenfeldbrug te kantelen. Gregorius, door zijn collega's wel eens lacherig Papyrus genoemd omwille van zijn obsessie voor oude, dode 'onbenulligheden', snelt in een reflex op haar af...de vrouw draait zich naar hem toe en schrijft een reeks getallen op zijn voorhoofd, een telefoonnummer. Later zou blijken dat ze iets in haar leven wilde uitwissen maar zich alsnog bedacht.
Kan je de drastische ommekeer die zich vanaf dat moment manifesteerde in de geest van de hyperconventionele Gregorius een beslissing noemen? Gregorius zou zich die vraag nog dikwijls stellen. Vruchteloos. De vrouw had hem één onvergetelijk woord toegefluisterd: "Português", met een intonatie die Gregorius deed smelten.
Gregorius gaf verstek op zijn werk en dwaalde langs de boekhandels van Bern. Hij kocht er 'Um ourives das palavras' of ' Een goudsmid van woorden', Lissabon, 1975, een compilatie van notities met sterk existentiële inslag, geschreven door ene Amadeu Prado.
Voor iemand als Gregorius was de stad waar hij woonde een comfortabel nest, alle andere plaatsen betekenden gevaar...enkel iemand die net zulke dikke brilleglazen had als hij kon dat begrijpen.
Met zijn fenomenaal taalgeheugen kocht Gregorius een cursus Portugees en besteedde de daaropvolgende 24 uur aan het leren van de taal en het simultaan vertalen van heel wat passages uit het boek. Daarin bleken de grote thema's van het leven: liefde, vriendschap, loyaliteit alsmede angst, eenzaamheid, waardigheid, teleurstelling, ergernis, zelfbedrog, kitsch,...door Amadeu Prado op geniale wijze met een bijna onwezenlijke taalvirtuositeit geanalyseerd te worden.
In de vroege ochtend stapte een gebiologeerde Gregorius op de trein, die hem via Parijs en Irun naar Lissabon zou brengen, waar hij hoopte de verbazingwekkende schrijver, die onderhand rond de tachtig moest zijn, te kunnen opsporen. Voor het eerst in zijn leven had Gregorius het gevoel bij volle bewustzijn te zijn, een wakkerheid die van fundamenteel belang zou blijken bij de odyssee die hij aan het ondernemen was.
Lezend in het boek van Prado, vernam Gregorius dat deze was opgegroeid tijdens het regime van Salazar, als enige zoon van een strenge, door de ziekte van Bechterev gekwelde rechter en een eerzuchtige moeder, die haar zoon verafgoodde en met wie hij een haat-liefde-verhouding deelde: wederzijdse angst, ontzag en stilzwijgen. De twijfel die sprak uit de woorden van de paradoxale Prado brachten bij Gregorius iets teweeg wat de veilige, vertrouwde straten van Bern nooit hadden kunnen teweegbrengen.
In Lissabon aangekomen schafte Gregorius zich meteen een nieuwe bril aan, aangepast aan zijn verminderd gezichtsvermogen: plots leek het of de wereld een extra dimensie gekregen had. Vanaf dat moment keek hij metaforisch met andere ogen naar de wereld rondom hem.
Met het boek als leidraad slaagde Gregorius er in om stap voor stap een netwerk te spinnen van mensen die mensen kenden die op hun beurt Prado gekend hadden. Echter, de confrontatie met het boek en de beeltenis van Prado, die goudsmid van woorden, wiens diepste hartstocht het was geweest de zwijgzame ervaringen van het menselijke leven te onttrekken aan hun sprakeloosheid, die confrontatie bracht steevast heftige emoties teweeg, gaande van verwarring, ontroering, woede tot gespeelde koelbloedigheid.
Gregorius vernam dat Amadeu Prado reeds dertig jaar voordien gestorven was maar in de herinnering van zijn 'naasten' nog steeds springlevend. Op zijn graf stonden de woorden gegrift: 'Als de dictatuur een feit is, is de revolutie een plicht'. Was hij als verzetstrijder gestorven?
Wat Gregorius opviel was dat het boek pas twee jaar na Prado's dood uitgegeven was. Zijn zoektocht die nu de betrachting omvatte Prado's levensloop te reconstrueren aan de hand van herinneringen van zijn nog levende naasten, zou doorspekt en verrijkt worden met de verhelderende notities uit het boek. Zo kon hij quasi simultaan feiten en gedachten met elkaar pogen te rijmen tegen de achtergrond van een dictatoriaal regime.
Gregorius' weg leidde naar 'het blauwe huis', waar Amadeu Prado als huisarts zijn praktijk had. Adriana, Prado's oudere zus en gewezen assistente, woonde er nog. Ten gevolge van een vreselijke gebeurtenis die tussen hen beiden een verstikkende, onlosmakelijke band gesmeed had, koesterde Adriana een dusdanige obsessie voor haar overleden broer, dat de tijd, sinds zijn dood voor haar letterlijk was blijven stilstaan. De kaarsrechte Adriana, wiens ogen vuur leken te spuwen, vertelde Gregorius dat Amadeu overleden was aan een hersenbloeding, ten gevolge van een aneurysma, een tijdbom waar hij de laatste jaren van zijn leven in volle bewustzijn mee had geleefd. Na zijn dood had zij zijn zeer persoonlijke aantekeningen gebundeld in een boek dat in beperkte oplage werd verspreid. Gregorius had dus een zeldzaam exemplaar bemachtigd.
Gregorius maakte kennis met een zwaar verminkte ex-verzetsstrijder en slachtoffer van het dictatoriale regime van Salazar. Prado was destijds de enige die hem bezocht, mocht bezoeken in de gevangenis. Dit omdat Prado, gebonden aan de eed van Hypocrates, ooit het leven gered had van een hoge officier van de geheime politie ofte 'de slager van Lissabon'. Prado werd omwille van die daad, zonder dewelke hij zichzelf verloochend zou hebben, van de ene op de andere dag gemeden door de inwoners van Lissabon, maatschappelijk uitgespuwd, terechtgesteld. Schuldbewust sloot hij zich aan bij het verzet, maar snel werd duidelijk dat hij er niet het juiste karakter voor had. Zijn toetreding was ook om een andere manier van denken te leren kennen. Wat behelst die logica:'één leven in ruil voor vele levens'? Hij slaagde er niet in om deze manier van rekenen te verzoenen met zijn stevig gewortelde integriteit. Diepe vertwijfeling overspoelde hem.
Gregorius werd door de uiterst persoonlijke verhalen die hij uit diverse hoeken bijeensprokkelde, langzamerhand een bevoorrechte getuige van het zeer turbulente leven van iemand die blijkbaar heel veel met zichzelf bezig was maar toch beschikte over een empathische verbeeldingskracht, die bijzonder snel en precies was. Zichzelf én anderen kunnen begrijpen was Prado's levenslange passie. Ook uit de notities werd dit almaar meer duidelijk.
Mélodie, Amadeu's jongere zus, getuigde dat het heel moeilijk was om van haar broer te houden, hoe moet je van een monument houden? Iedereen keek naar hem op, hij die onverbiddelijk was in zijn oordeel en de Portugese taal opnieuw wilde uitvinden, hij walgde van versleten woorden.
In de subversieve pater Bartoloméu vond Gregorius dan weer iemand die Amadeu werkelijk naar waarde kon schatten. Als voormalig lesgever aan het liceu had hij een innige band gehad met de eigenzinnige, rebelse en geniale driftkop. Amadeu bleek heel wat schijnbaar contradictorische eigenschappen gehad te hebben, maar zijn onbeheersbare melancholie fungeerde als een katalysator. Slechts één ding leek hij niet te kunnen: zich laten gaan, feestvieren. Zijn buitengewone wakkerheid en een hartstochtelijke behoefte aan overzicht en controle waren onoverkomelijke hinderpalen.
Amadeu had slechts één vriend, een boezemvriend: Jorge, een impulsieve, joviale anarchist en het absolute tegendeel van Amadeu. Bij hem kon Amadeu uitrusten van zijn razende tempo en kon hij af en toe de smaak van de nederlaag proeven, tijdens het schaken. Jorge was een meester in het schaken en eveneens lid van het verzet.
Jorge vertelde Gregorius hoe hij samen met Amadeu het begrip loyaliteit had geanalyseerd. Ze kwamen tot de conclusie dat er slechts 3 motieven zijn in een mensenleven: begeerte, welgevallen en geborgenheid. En die drie waren, in volgorde van opsomming, vergankelijk. Daarop steunde loyaliteit. Dat was geen gevoel, maar een wil, een beslissing, een vleugje eeuwigheid. Liefde beschouwde Amadeu als kitsch. De loyaliteit tussen beide vrienden zou echter op een dag onherroepelijk op de proef gesteld worden. Zouden ze de proef met succes doorstaan? De aanleiding heette Estefania. Zij was 'het brein' achter het verzet en dreigde na een ongelukkig incident te worden opgepakt door de geheime politie. Jorge was van mening dat zij geëlimineerd moest worden; ze zou de martelingen ongetwijfeld niet doorstaan, ze zou praten, de hele verzetsbeweging in gevaar brengen. Prado, die het niet kon opbrengen zichzelf nogmaals te verloochenen door mee te stappen in de logica 'één leven in ruil voor vele levens' smokkelde Estefania heimelijk het land uit en op dat kantelmoment in zijn leven wist hij dat zijn wedstrijd gelopen was, een hardloopwedstrijd zonder concurrenten, zonder doel, zonder beloning...een fata morgana.
Gregorius had in de voetsporen van Prado gelopen en op dat pad had hij zich dezelfde vragen gesteld als hij, dezelfde bedenkingen gehad, maar nu was hij op het punt beland zichzelf te verliezen in het turbulente levensverhaal van Prado, kampte met aanvallen van paniek, werd overvallen door een intens gevoel van sterfelijkheid. Hij kreeg ook almaar vaker last van duizelingen en geheugenverlies. De gedachte aan een hersentumor verlamde zijn daadkracht. Gregorius kreeg heimwee. Melancholie beschouwde Prado als iets zeer kostbaar, omdat de broosheid van mensen erin wordt getoond. Gregorius begon zichzelf te zien als een modern alter ego van Amadeu Prado en had geleerd hoe het voelde om een fractie van hem te zijn. Het viel hem zwaar, té zwaar.
Gregorius bereidde zich voor op het afscheid, maar wilde daar kost wat kost iets mee doen: zo veel mogelijk van zijn ervaringen en contacten vastleggen, op pellicule. Na de terugreis met lichaam en geest per trein naar Bern te hebben afgelegd, bekeek Gregorius de foto's. Het verleden bevroor onder zijn ogen. Zijn geheugen zou uitkiezen, arrangeren, retoucheren, liegen. Er was geen steunpunt buiten het geheugen.
"Er zijn dingen die voor ons, mensen, te groot zijn: pijn, eenzaamheid en dood, maar ook schoonheid, verhevenheid en geluk. Daarvoor hebben we de religie geschapen. Wat gebeurt er als we die verliezen? Die dingen zijn dan nog steeds te groot voor ons. Wat ons blijft is de poëzie van het individuele leven. Is die sterk genoeg om ons te dragen?"
Nachttrein naar Lissabon is een complexe, helder geformuleerde analyse van een persoonlijkheid, een geest en een hart verenigd in één persoon. De eeuwige tekortkomingen van de mens, de twijfel en de machteloosheid zijn hierbij voortdurend aanwezig als een sombere schaduw. Beeldenbestorming versus verslagen aanvaarding.
Doordrenkt met 'saudade', ademt dit biologerende, buitengewoon intimistische levensverhaal melancholie en existentiëel lijden.
Minpunten zijn de halverwege optredende herhalingen van stellingen en een teveel aan uitleg als de dingen al wel duidelijk zijn. Daarmee voldoet het boek aan mijn overtuiging dat 300 bladzijden voor iedere schrijver voldoende zouden moeten zijn om duidelijk te maken wat hij/zij wil zeggen. Het meerdere maakt een boek niet beter.
Laat je door mijn bedenkingen echter niet afschrikken: Doorlezen! Het is absoluut de moeite waard.
Filosofische verhandelingen zijn interessant, maar hebben in deze roman nauwelijks toegevoegde waarde, aangezien het verhaal an sich verder niet interessant genoeg is.
Wat begint als een vlucht uit de alledaagse sleur, ontwikkelt zich tot een zoektocht naar de antwoorden op de vragen van het leven.
Het boekt nodigt uit om het af en toe even te sluiten en het tot je door te laten dringen, waarbij het je tevens een spiegel voor houdt.
Lezen, mijmeren en nadenken. Heerlijk. 4.5*
"Nachttrein..." is opgebouwd rond een speurtocht naar het leven van Prado aan de hand van fragmenten uit diens aantekeningen en verschillende getuigenissen. Langzaam wordt zijn leven ontrafeld, wat interessant blijft tot op het einde. De afwezigheid van een expliciete ontknoping hierin kan voor sommige lezers echter bevreemdend overkomen. Het personage dat de speurtocht onderneemt, Gregorius, is minder interessant en goed uitgewerkt. Het verhaal in het verhaal is duidelijk slechts een aanleiding: de manier waarop Pascal Mercier interessante dingen over het leven -psychologie en existentie- vertelt. Het is dit filosofisch aspect dat het boek uittilt boven de middelmaat. Soms wordt Mercier een tikkeltje pedant, maar die momenten zijn gelukkig schaars.
In vier opzichten is "Nachttrein" niet vrij van ambivalentie. Pascal Mercier lijkt geïnspireerd door Portugal en Lissabon, maar hij trekt al te opvallend de kaart van Pessoa. Het is een boeiende filosofische roman, maar hij is niet vrij van clichés: de beroemde schaakpartijen, de Goldbergvariaties, de steevast overvolle boekenkasten,... Het boek is een pleidooi voor taalsensitiviteit, voor de kracht van woorden, voor poëzie, maar Mercier zelf heeft een heel conventionele stijl, hij heeft geen origineel geluid als schrijver. Ten slotte wordt er geschreven over uitdagende psychologische onderwerpen, maar het hoofdpersonage Gregorius blijkt niet altijd geloofwaardig en zijn handelen is niet altijd even subtiel of gelaagd.
Ergerlijk zijn soms het overvloedig gebruik van herhaling en de al te nadrukkelijke passages. Het ligt er soms te dik op wat Mercier wil zeggen. De kunst van groot schrijverschap is dat allemaal te suggereren en te doen "kloppen", zonder dat het personage zijn raffinement verliest. Anderzijds is "Nachttrein" lezen soms een zelfgenoegzame bezigheid: je kan het boek zien als een ode aan de lezende mens. Ook om de passie voor de Portugese taal en geschiedenis en de existentiële bespiegelingen waarmee het verhaal is gelardeerd, is dit zeker een aanbevelenswaardig boek.
Kortom, soms wringt het wat, maar de mindere dingen neem je erbij en worden uiteindelijk gecompenseerd.
Het kon me gewoonweg niet boeien.
Hoewel de filosofische vraagstukken me vaak aan het denken zetten, kwam het verhaal niet altijd even goed uit te verf. De stijl, de karakters van de personages en de sfeerbeschrijvingen zijn dan wel weer van hoog niveau.
Overigens vind ik dat Mercier in Perlmann's Schweigen wèl een zeer sterk verhaal neerzet en dat combineert met - wederom - een mooie stijl.
Het was een vergelijkbaar gevoel en toch was het anders omdat het niet meer hetzelfde gevoel was. Het deed hem pijn dat het niet meer hetzelfde gevoel was en daardoor eigenlijk ook niet meer echt vergelijkbaar
- mooi geschreven
- prachtige (filosofische) teksten
- niet altijd even makkelijk te lezen
- eventueel moet je in de juiste stemming zijn
Maar ik kan Nachttrein naar Lissabon zeker aanraden
...
Om de een of andere reden moet ik de laatste tijd weer aan dit boek denken en het verbaast me dat ik er hier destijds geen recensie over heb geschreven. Ik heb inmiddels eigenlijk wel zin in een (tweede) herlezing. Binnenkort ga ik met de (dag)trein naar Zwitserland, het geboorteland van de schrijver, dus misschien is er wel geen beter moment daarvoor dan nu.