Inderdaad vooral autobiografisch, ik lees voor de titelpagina:
Aan de hand van persoonlijke herinneringen onderzoekt Arie Boomsma hoe hij troost ervaart bij tegenslag in zijn leven, zoals bij een relatiebreuk en bij ziekte of dood van een dierbare
(Autobiografisch aan het genre toegevoegd).
Waar op zich niets mis mee is, wel jammer dat dit boekje weinig diepgang heeft, ik heb me tijdens het lezen afgevraagd hoe dit komt, naar mijn idee door de opsomming van
een reeks van nare gebeurtenissen in het leven van AB
Dit werkt voor mij averechts, twee hooguit drie ruimer uitgewerkte gebeurtenissen waren genoeg geweest. Bij veel van de gebeurtenissen had ik voldoende vragen die onbeantwoord blijven. Notabene doet AB na het overlijden van een jeugdvriend een voorzetje. AB ging niet naar de uitvaart, hij had eerder al afscheid genomen en dacht niet dat de begrafenis daar iets aan zou kunnen toevoegen. Hij stelde zichzelf wel op de betreffende dag allerlei vragen of had gedachtes als:
De vriendschap was niet meer, zijn bijzondere vrouw bleef achter.
Beste AB, dacht ik, was de vriendschap er helemaal niet meer? Wat was er eerst tussen jou en je jeugdvriend? Waar is dat nu gebleven? Wat had je, op de dag die voor jou misschien niets meer had kunnen toevoegen, in het kader van troost, kunnen betekenen voor de bijzondere vrouw die achter bleef?
Koios schreef:
Goedbedoeld essay met weinig diepgang, AB valt in herhalingen en heeft moeite met zich goed uitdrukken, hetgeen hij voor een deel zelf ook toegeeft. Geschreven tgv de Maand van de Spiritualiteit 2014, dus wellicht ook gericht op een grote doelgroep. Wel een leuke gedachtenprikkel die je aanzet om eens na te denken over de wijze waarop JIJ getroost wil worden.
Door de reeks van beschreven gebeurtenissen vervalt AB in herhalingen, wat hem helpt is niet goed of fout, ieder mens gaat op unieke wijze met verlies om.
Manu Keirse wiens aan te raden werk over rouw bekend is en van wie ik veel geleerd heb, noemt dat de vingerafdruk van verlies. Naast de verschillen zijn er tegelijkertijd overeenkomsten bij mensen die te maken krijgen met rouw en dan bedoel ik rouw in de breedste zin van het woord. Ik vind het
Takenmodel van William Worden of het Duaal procesmodel van
Stroebe en Schut (naast andere modellen) terug in dit essay, jammer genoeg ook weer globaal en impliciet.
Wat helpt
jou wel en wat niet? Stel deze vraag aan pakweg 30 mensen en maak op een flap-over twee kolommen: wat helpt jou wel en wat helpt jou niet?
Meestal staan een paar dezelfde uitspraken in béide kolommen, bijvoorbeeld ‘Een arm om mij heen’ of ‘Erover praten’.
Zoals
Koios aangeeft kan dit boekje een gedachte prikkel in gang zetten.
Wat mij betreft niet meer, niet minder.